Met de tweede tranche kunnen nu alle gemeenten aanspraak maken op de SPUK Versnelling natuurinclusief isoleren. Uit onze consultatiereactie zijn 2 belangrijke punten overgenomen: de eis van een gemeentedekkend soortenmanagementplan is losgelaten, en de verdeelsleutel voor de vleermuisverblijven is aangepast.
Door de komst van de tweede tranche kunnen nu alle gemeenten via hun provincie aanspraak maken op de middelen die bedoeld zijn voor soortenmanagementplannen (SMP’s). Met een SMP kunnen gemeenten een omgevingsvergunning aanvragen bij de provincie waarmee langdurige en kostbare individuele vergunningstrajecten voor bijvoorbeeld na-isolatie komen te vervallen.
Daarnaast bevat ook de tweede tranche van de SPUK middelen voor provincies voor:
advies aan gemeenten over het SMP en de aanvraag voor een gebiedsgerichte omgevingsvergunning
toezicht en handhaving op de naleving van de Omgevingswet rondom natuurbescherming
realiseren of financieren van alternatieve verblijven
Onze inzet om de SPUK aan te passen was op 2 belangrijke punten succesvol, en werd ook in de toelichting van de regeling duidelijk benoemd:
Mede door het tekort aan financiële middelen is het voor veel gemeenten lastig om tot een gemeentedekkende SMP te komen. Het loslaten van deze eis creëert ruimte voor gemeenten om met de beschikbare middelen SMP’s op te stellen voor de gebieden waar isolatie het noodzakelijkst is, bijvoorbeeld vanwege de inzet op NIP LAI, energiearmoede en de warmtetransitie.
De aantallen te realiseren verblijven werden pas in het begin van 2024 bekend en waren daarmee geen onderdeel van de verdeelsleutel in de eerste tranche. Voor de tweede tranche is de verdeelsleutel dusdanig aangepast dat deze rekening houdt met de daadwerkelijke opgave.
We blijven ons sterk maken voor de andere punten uit onze consultatiereactie (pdf, 168 kB), zoals een oplossing vinden voor het landelijk gebied, middelen voor monitoring en meer eenduidigheid en duidelijkheid richting gemeenten.
Het rijk wil de opsporingsmethode eDNA laten opnemen als erkende maatregel in de Omgevingsregeling om te komen tot een uniforme en landelijke werkwijze. Met de eDNA-methode wordt met een spons een monster genomen rondom de gaten en kieren waar vleermuizen naar binnen kruipen. Uit sporen die vleermuizen achterlaten kan in een laboratorium DNA verzameld worden om aan te tonen dat een vleermuis in de spouwmuur is geweest en welke soort het is. Het rijk heeft laten onderzoeken wat eDNA kan en of deze methode betrouwbaar is.
De internetconsultatie Wijziging Omgevingsregeling eDNA als erkende maatregel is op 12 december opengesteld en loopt tot 17 januari. We horen graag uw mening als gemeentelijk ecoloog over eDNA als erkende maatregel. Wilt u hierover meedenken? Neem dan contact op met Rachel Ege via info@vng.nl.
Gemeenten kunnen ook zelf reageren op de consultatie. Het rijk heeft het voornemen om deze wijziging uiterlijk in maart 2025 in werking te laten treden.