Hoe kunnen we de transitie naar aardgasvrij versnellen? Met meer geld, beter beleid en meer daadkracht, concludeert adviseur Ingrid Giebels in gesprek met Maarten van Poelgeest, voorzitter van de klimaattafel gebouwde omgeving.
Om in 2050 aardgasvrij te zijn, moeten bijna 9 miljoen woningen en gebouwen van het (aard)gas af. De eerste stappen zijn gezet en aan het eind van dit jaar heeft elke gemeente een Transitievisie Warmte opgesteld. Maar er is veel meer actie en geld nodig voor ‘de grootste verbouwing van Nederland.’
We moeten meer actie ondernemen om de transitie makkelijker te maken en te versnellen, bewijst de dagelijkse praktijk. Bij Over Morgen zien we dat gemeenten hard werken aan het vervolg op hun Transitievisie Warmte met wijkaanpakken en gemeentebrede aanpakken om mensen aan het isoleren te krijgen. Maar is dat voldoende om de warmtetransitie te laten slagen? Uit een onderzoek dat Maarten Poelgeest – voorzitter van de klimaattafel gebouwde omgeving – deze zomer door Ecorys liet uitvoeren, komen duidelijke conclusies:
Er is veel meer geld nodig
De gasprijs moet omhoog en de elektriciteitsprijs omlaag
Burgers moeten worden gestimuleerd om te gaan isoleren en een hybride warmtepomp aan te schaffen
Meer huizen in steden moeten over op een warmtenet
Mensen moeten worden verleid en waar nodig, gecompenseerd worden
We moeten zowel wijkgericht als individueel werken
‘Wij zien als Over Morgen dagelijks in de praktijk dat er meer moet gebeuren voor de uitvoering van de warmtetransitie. Er is beter beleid en meer geld nodig om Nederlandse woningen en gebouwen fossielvrij te maken. Anders kunnen we de warmtetransitie niet realiseren.
Het is goed om te zien dat Maarten deze conclusie ook trekt in zijn onderzoek’, zegt Over Morgen-adviseur Ingrid Giebels. Zij en haar collega’s werken aan tientallen trajecten bij gemeenten voor het terugdringen van het aardgasgebruik in de gebouwde omgeving.
Maarten en Ingrid zijn het roerend met elkaar eens. Er is geen tijd om achterover te leunen. De gaskraan gaat onherroepelijk dicht in 2050 en we kunnen het niet aankijken tot het zo ver is.
Maar het maken van plannen en het aanleggen van duurzame alternatieven kost tijd. ‘Het is een illusie te denken dat op 31 december 2049 bij alle woningen in één keer de knop omgaat. Dat kan helemaal niet. Dat betekent dat grote delen van de gebouwde omgeving eerder om moeten’, zegt Maarten.
‘We moeten nu keihard aan de slag om delen van Nederland al over te laten gaan op duurzame alternatieven. Waar mogelijk doen we dat op natuurlijke momenten, zoals bij verhuizingen of verbouwingen. Maar het is ook nodig om de transitie af te dwingen door mensen in beweging te laten komen.’
Wie op het niet-natuurlijk moment in beweging moet komen, moet wel gecompenseerd worden voor de extra kosten, benadrukken Maarten en Ingrid. Daar zet het schuiven met energiebelasting zoden aan de dijk. ‘Die eerste massa die nu in actie komt, werkt als een vliegwiel voor de rest’, zegt Maarten.
Maarten en Ingrid zijn het roerend met elkaar eens. Er is geen tijd om achterover te leunen. De gaskraan gaat onherroepelijk dicht in 2050 en we kunnen het niet aankijken tot het zo ver is.
Maar het maken van plannen en het aanleggen van duurzame alternatieven kost tijd. ‘Het is een illusie te denken dat op 31 december 2049 bij alle woningen in één keer de knop omgaat. Dat kan helemaal niet. Dat betekent dat grote delen van de gebouwde omgeving eerder om moeten’, zegt Maarten.
‘We moeten nu keihard aan de slag om delen van Nederland al over te laten gaan op duurzame alternatieven. Waar mogelijk doen we dat op natuurlijke momenten, zoals bij verhuizingen of verbouwingen. Maar het is ook nodig om de transitie af te dwingen door mensen in beweging te laten komen.’
Wie op het niet-natuurlijk moment in beweging moet komen, moet wel gecompenseerd worden voor de extra kosten, benadrukken Maarten en Ingrid. Daar zet het schuiven met energiebelasting zoden aan de dijk. ‘Die eerste massa die nu in actie komt, werkt als een vliegwiel voor de rest’, zegt Maarten.
Ingrid voegt hieraan toe dat naast verleiden het afdwingen van acties ook op een natuurlijke manier kan gaan. ‘Je ziet dit nu bij de komst van de Standaard en Streefwaarden voor isolatie. Dit is een enorme stap waarover eindeloos is gepraat. Het geeft houvast aan aannemers, architecten en installateurs. Zij kunnen op basis hiervan concrete acties uitvoeren om te isoleren, die weinig weerstand oproepen bij de particulier. Als je toch al gaat verbouwen is dat beetje extra isolatie prima te betalen. Een Standaard geeft duidelijkheid en voorkomt discussie. Idealiter worden dit wettelijke normen.’
Maarten vult aan: ‘Dat moet ook gebeuren met de hybride warmtepomp. Die moet ook standaard worden. Je zag het vroeger ook bij auto’s. De katalysator was binnen een jaar verplicht om te kunnen voldoen aan de normen en nu vindt iedereen het normaal. Maar laten we hybride warmtepompen wel subsidiëren op de juiste plekken, zodat straks niet te veel geleund wordt op het gasnet. Het is alleen logisch om hiervoor subsidie te verstrekken als er geen warmtenet in jouw wijk komt.’
Volgens Ingrid en Maarten is het zonde dat de invoering van de Warmtewet op zich laat wachten. ‘We hebben regels nodig om het mogelijke ontstaan van monopolieposities te reguleren, bijvoorbeeld als het gaat om maximale rendementen’. Gemeenten en het Rijk hebben daarnaast een belangrijke rol om het vollooprisico, het financiële risico voor een warmtebedrijf als er minder woningen op het aangelegde warmtenet aangesloten worden, te verkleinen door commitment te tonen.
Gemeenten bepalen de condities waaronder een warmtebedrijf werkt en mag de risico’s niet bij het netwerkbedrijf wegleggen. Zij hebben een andere rol. Warmtebedrijven willen graag een financiële bijdrage van gemeenten – of op zijn minst garanties. Het is jammer dat dit nu niet bij wet is geregeld. Dit zou namelijk te hoge prijzen kunnen voorkomen.’
Maarten kan zich zelfs voorstellen dat op termijn burgers ook mede-eigenaar worden van een warmtenet en dat gemeenten er weer uit stappen. ‘Het is een interessante gedachte om als burger je energie zelf te borgen. Je ziet dit nu al bij zonneparken.’
In het rapport van Ecorys is het financiële vraagstuk uiteraard een opvallend onderdeel. Er zijn honderden miljoenen euro’s extra nodig om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te kunnen halen.
Ingrid benadrukt dat er ook meer procesgeld moet komen om programmatisch te kunnen werken. ‘We hebben met zijn allen heel hard gerend en moeten nu wachten omdat er niet voldoende middelen zijn. Terwijl we haast hebben. Gemeenten hebben nu te weinig armslag en wachten noodgedwongen tot er geld beschikbaar komt vanuit het Rijk.’ Maarten knikt. ‘Dat geld moet er inderdaad ook komen. Een nieuwe regering laat helaas op zich wachten.’
Maar we moeten de rol en verantwoordelijkheid van gemeenten ook bespreken. Ingrid: ‘Op gemeenteniveau gaat het te weinig vliegen. In grote steden gaat het nog wel, maar kleine gemeenten hebben een te grote opgave.’ Een oplossing kan liggen in het ontwikkelen van een regionale structuur met publieke en private partijen, die ondersteunt en uitvoert.
Maarten: ‘En we moeten zorgen dat we veel meer van elkaar leren. Wijkaanpakken zijn ontzettend arbeidsintensief. Het is onlogisch als elke gemeente het wiel uitvindt. We moeten kennis laten circuleren en echt commitment hebben van bijvoorbeeld adviesbureaus.’ Geen plan uitrollen en dan je handen er weer vanaf trekken dus.
Het is heel kansrijk om kosten te bestrijden via de energiebelastingschijf, blijkt uit het onderzoek van Ecorys. ‘Verhoog de belasting op aardgas, verlaag hem juist op elektriciteit. En ontzie de lage inkomens’, aldus Maarten. ‘Maar hoe zit het met het subsidiëren van maatregelen die ervoor zorgen dat woningen veel meer waard worden?’, vraagt Ingrid zich af. Heeft woonlastenneutraliteit zijn grenzen?
Maarten: ‘De bulk zit niet in villawijken. Het is terecht dat je compensatie krijgt voor meerkosten. Dat is voor huurders al in het huurakkoord geregeld en voor woningeigenaren moet je ruimhartig zijn om schaal te maken. Zeker in het begin. Er is een grote categorie mensen die omwille van onze planeet echt wel in actie wil komen. Houd oog voor het goede in de wereld, veel mensen hebben echt wel oog voor generaties die na ons komen.’
Beide professionals zien het positief in maar benadrukken dat de opgave enorm is. ‘Er moet ontzettend veel gebeuren en de deadline is onverbiddelijk. Creëer geen tegenstelling maar doe allebei; het wijkspoor én de individuele route. De eerste stappen zijn gelijk: woningen gereed maken door te isoleren. En kies daar waar logisch voor een hybride warmtepomp.’
Ingrid en Maarten staan op en praten nog even na over de hoge kosten die de warmtetransitie met zich meebrengt. ‘Als je het afzet tegen 80 miljard in de zorg, dan valt het nog mee. Bedenk je maar eens wat wij per jaar uitgeven aan het verwarmen van onze huizen? Dan is de benodigde investering nu heel weinig.’