Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Waarom energiegemeenschappen de energiehubs van de toekomst zijn

Op het eerste gezicht lijken energiegemeenschappen en (smart) energiehubs twee verschillende concepten. Ze hebben echter gemeenschappelijke kenmerken en bewegen steeds meer naar elkaar toe als reactie op de toenemende schaarste aan energie en netcapaciteit. Beide bieden een innovatieve benadering van het omgaan met energievoorziening en -gebruik, maar ze verschillen in hun structuur en doelgroep. Beide verdienen aandacht vanuit beleid als slimme oplossing in de strijd tegen netcongestie. In dit artikel worden de verschillen en overeenkomsten tussen deze concepten uiteengezet en wordt uitgelegd waarom energiegemeenschappen de energiehubs van de toekomst zijn.

13 maart 2025

Dit artikel is afkomstig uit PONT, vakblad energie en duurzaamheid (editie 2025-1)

Energiegemeenschap: samen lokaal energie opwekken én delen tegen kostprijs

Een energiegemeenschap is een groep burgers en bedrijven die gezamenlijk in hun eigen energieproductie voorzien en deze stroom onderling delen tegen kostprijs. Dit concept is vooral populair geworden tijdens de energiecrisis, toen de noodzaak van betaalbare en duurzame energieoplossingen sterk toenam. Leden van de gemeenschap investeren in lokale hernieuwbare energiebronnen, zoals zonnepanelen of windturbines, en delen de opgewekte energie binnen de gemeenschap. Dit resulteert in een stabiele energievoorziening voor de leden, omdat ze minder afhankelijk zijn van de internationale energiemarkt, waar de prijs fluctueert door geopolitieke ontwikkelingen. Ook profiteren zij van directe toegang tot lokaal opgewekte energie, die ze kunnen delen tegen de kostprijs.

Het onderling delen van energie binnen de gemeenschap creëert een gevoel van autonomie en samenwerking, waarbij zowel burgers als bedrijven een actieve rol spelen. In dit model is de toegang tot energie de sleutel: de productie en consumptie zijn gedecentraliseerd en lokaal georganiseerd, opgewekt en gebalanceerd. Idealiter worden productie en afname zo lokaal en gelijktijdig mogelijk afgestemd om de belasting op het centrale stroomnet te verminderen.

Smart energiehubs: bedrijven die samen netcapaciteit opbouwen of delen

Een smart energiehub is een samenwerkingsverband, meestal bestaande uit bedrijven op een bedrijventerrein die gezamenlijk netcapaciteit opbouwen of delen. In tegenstelling tot energiegemeenschappen, waar het delen van energie en het bevorderen van toegang centraal staan, richt een smart energiehub zich primair op de efficiënte benutting van gedeelde fysieke infrastructuur en netcapaciteit. Bedrijven sluiten onderlinge contracten om optimaal gebruik te maken van de netaansluiting en piekbelastingen te beperken. Dit is vooral aantrekkelijk in het licht van de huidige netcongestie en de beperkte capaciteit. In smart energiehubs is het delen van energie niet per se het doel; de nadruk ligt eerder op het effectief delen van aansluitcapaciteit (bijvoorbeeld via groepscontracten). Bij een optimale inrichting kunnen hubs ook energie uitwisselen via een handelsplatform, maar dit is geen noodzakelijke voorwaarde. Het concept van smart energiehubs speelt vooral een belangrijke rol in gebieden waar de netinfrastructuur onder druk staat en efficiënte benutting van capaciteit essentieel is.

Naar elkaar toe bewegen

Hoewel energiegemeenschappen en smart energiehubs aanvankelijk verschillende doelgroepen hadden – respectievelijk burgers en bedrijven –, bewegen ze steeds meer naar elkaar toe. Dit komt doordat ze beide een reactie zijn op voortdurende schaarste, of dat nu gaat om energie zelf of om netcapaciteit. We zien bijvoorbeeld steeds vaker energiegemeenschappen die hun infrastructuur delen met bedrijven, bijvoorbeeld coöperaties die de capaciteit van hun netaansluiting met bedrijven delen. Tegelijkertijd ontstaan er energiehubs waarin bedrijven energie delen zoals coöperaties dat doen en richten bedrijventerreinen coöperaties op om hun samenwerking vorm te geven. Deze ontwikkeling wijst op een convergentie van de twee modellen.

In essentie delen beide modellen dezelfde basisgedachte: eindgebruikers delen niet alleen de energie, maar ook de capaciteit en de infrastructuur die daarvoor nodig zijn. Dit is een logische ontwikkeling in een tijd waarin de druk op het energienet toeneemt, geopolitieke ontwikkelingen voor onzekerheid en sterke prijsschommelingen zorgen en het belang van duurzame, lokale oplossingen steeds groter wordt.

Smart energiehub en de energiegemeenschap: samen sterker

Het kijken vanuit burgers en bedrijven naar het delen van zowel energie als netcapaciteit staat centraal in de Local4Local1-aanpak, die al door FREON2 is uitgewerkt. In FREON werken lokale energiecoöperaties, grondeigenaren, bedrijven en maatschappelijke organisaties samen en worden vraag en aanbod gekoppeld en zo veel mogelijk gebalanceerd. Hierbij wordt zowel gekeken naar de vraag naar energie (nu en straks) als naar de gelijktijdigheid en de prijzen van lokale stroom in lokaal eigendom en het delen van infrastructuur en netcapaciteit.

In een energiegemeenschap werken burgers en bedrijven samen aan het bijeen brengen van vraag en aanbod door het zelf opwekken en balanceren van energie. Hiermee ontstaat toegang tot energie voor eerlijke en stabiele prijzen, wordt nieuwe opwek toegevoegd en wordt ingespeeld op de noodzaak van flexibiliteit, opslag en het delen van netaansluitingen en infrastructuur. Het goed organiseren en uitvoeren van deze afspraken is een belangrijke taak voor de energiegemeenschap, die zich dan ook goed moet organiseren.

Toekomstperspectief: burgers en bedrijven trekken samen op

In de toekomst zullen in energiegemeenschappen steeds meer bedrijven (en bedrijventerreinen) deelnemen. Om energie effectief te kunnen delen, is het belangrijk om aanvullende afnameprofielen te hebben, waarbij bedrijven met verschillende energiebehoeften en -profielen kunnen bijdragen aan een stabiele energiebalans binnen een burgerenergiecoöperatie. Aan de andere kant zullen smart energiehubs er steeds vaker voor kiezen om duurzame productie dicht bij hun eigen locatie (afname) te organiseren, zodat de capaciteit van de netaansluiting optimaal benut wordt en er minder druk op het energienet ontstaat. Of als er een overproductie van warmte of elektriciteit is, deze delen met de wijken rondom het bedrijventerrein, waardoor ze ook bewoners betrekken in hun coöperatie.

Kortom, hoewel energiegemeenschappen en smart energiehubs in hun huidige vorm meestal vertrekken vanuit verschillende doelgroepen en structuren, groeien ze naar elkaar toe als reactie op dezelfde uitdagingen in de energievoorziening. In de toekomst zullen ze waarschijnlijk steeds meer met elkaar vervlechten, waarbij zowel burgers als bedrijven actief participeren in gedeelde energieoplossingen. Smart energiehubs zullen in de toekomst waarschijnlijk allemaal onder de noemer ‘energiegemeenschap’ vallen. Energiegemeenschappen worden hiermee beheerders van slimme energiesystemen voor burgers en bedrijven op lokaal niveau, met directe en gelijke zeggenschap van hun leden.

Een voorbeeld uit de praktijk: energiehub Bedrijvenpark Pannenweg

Tekst Sasja Hooijschuur

Sinds april 2024 delen inmiddels bijna veertig bedrijven op Bedrijvenpark Pannenweg II in Nederweert de energie die een deel van de bedrijven opwekt met zonnepanelen op de daken van hun bedrijfspanden. Bedrijvenpark Pannenweg telt ruim honderd bedrijven uit verschillende sectoren, van producenten van kunststof, metaal en medische hulpmiddelen tot financiële en zakelijke dienstverlening. In het begin van dit decennium ging een aantal van deze bedrijven voortvarend aan de slag met de opwek van energie via zonnepanelen op het dak. Bedrijven die dit voorbeeld wilden volgen, liepen echter al snel tegen de grenzen van het elektriciteitsnet aan. Vergunningen voor nieuwe zonnedaken werden niet meer afgegeven, omdat er onvoldoende ruimte was op het net. Uit een analyse kwam naar voren dat de maximaal beschikbare opwekcapaciteit (de zogeheten piekbelasting) maar enkele kwartieren per jaren voorkwam. De verscheidenheid aan bedrijven op het bedrijventerrein, en daarmee de verschillen in verbruiksprofielen, boden gelukkig kans om deze capaciteit te optimaliseren.

Meten = weten

Vanaf de start stond om | nieuwe energie aan de lat om de onderlinge levering van energie tussen de verschillende bedrijven te verrekenen. André Dippell: “Partijen die energie met elkaar willen delen, hebben toegang tot elkaar en toegang tot de energiemarkt nodig. Dat laatste is nodig in geval van een tekort of overschot aan energie op sommige momenten. Dat leidt onvermijdelijk ook tot onbalans. Om dit te beperken, is opslag nodig. Het onderling delen van energie begint met het verkrijgen van inzicht in de verbruiksprofielen van de deelnemende bedrijven en de opwekprofielen van – in dit geval – de zonnepanelen. De inzet van meet- en regelapparatuur maakt het mogelijk dat inzicht realtime te verkrijgen. Daarna ga je kijken naar de mate van gelijktijdigheid en het stroomlijnen of balanceren van opwek en verbruik. Kun je door middel van vraagsturing de gelijktijdigheid verder verhogen? Met andere woorden: kun je de momenten waarop de verschillende bedrijven stroom verbruiken aanpassen aan de momenten waarop andere bedrijven stroom verbruiken en aan de momenten waarop stroom wordt opgewekt? Met behulp van een energiemanagementsysteem kun je vervolgens de grenzen van je groeps-ATO bewaken en bijsturen bij dreiging van piekbelasting of overschrijding.”

Naast de rol van energiehandelsplatform kregen om | nieuwe energie al snel ook de verantwoordelijkheid voor de aansturing van de installaties. “Als je realtime informatie hebt over opwek en verbruik, kun je bij een overschot aan opgewekte energie de productie beperken, ook wel curtailment genoemd. Feitelijk gooi je daarmee duurzaam opgewekte energie weg en dat is natuurlijk zonde. Als je windenergie zou toevoegen aan je zonne-energie, kun je de gelijktijdigheid verhogen van 35-40% naar 60%, omdat wind- en zonne-energie elkaar aanvullen. Hiervoor zijn op de Pannenweg de eerste stappen gezet. Door middel van vraagsturing kun je dit verder verhogen naar 65-70% en als je daaraan opslag toevoegt, kun je in ongeveer 80% van je eigen energiebehoefte voorzien. Opslagcapaciteit zorgt niet alleen dat je de opgewekte energie efficiënter kunt benutten, maar leidt ook tot stabielere prijzen. En stabiliteit (langdurig stabiele prijzen en leveringszekerheid) is voor veel bedrijven het belangrijkst. Daarop kunnen ze hun toekomst bouwen. Om die reden worden er binnenkort accu’s aangesloten.”

Het klinkt allemaal heel logisch en een kwestie van gewoon doen. Waar zit het addertje onder het gras? “De bijna veertig deelnemende bedrijven hadden zich al georganiseerd in de vorm van een coöperatie toen wij in beeld kwamen. En ze waren ook al een tarief overeengekomen voor het onderling delen van de zelf opgewekte energie. Daarvoor zijn vertrouwen en lef nodig. Vandaar ook ons advies aan bedrijven die dit overwegen: organiseer je en begin eenvoudig. Doe het stap voor stap. Hiermee kunnen ondernemers verder verduurzamen en gebruiken we hernieuwbare energie en onze netcapaciteit optimaal.”

Dit artikel staat in PONT, vakblad energie en duurzaamheid (editie 2025-1). Ieder kwartaal duiken we met dit nieuwe magazine de diepte in, met interviews, verdiepingsartikelen en opinies van experts op het gebied van energie en duurzaamheid. En bovendien: je kunt het helemaal gratis in de bus ontvangen.  Klik hier voor meer informatie of een kosteloos abonnement .

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter