Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Wat is het Duurzaam Prestatiemodel (DPM) Woningcorporaties?

Het Duurzaam Prestatiemodel (DPM) is een rekenmodel dat inzicht geeft hoe we op de lange termijn tegelijkertijd de uitvoering van de volkshuisvestelijke opgaven in Nederland en de financiële- en volkshuisvestelijke continuïteit van woningcorporaties waarborgen. De uitwerking van het DPM beantwoordt deze vraag op het niveau van de sector en regio’s, niet op het niveau van individuele woningcorporaties. Het DPM is in samenwerking ontwikkeld door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Autoriteit Woningcorporaties (AW) en Aedes.

Aedes 11 december 2024

In 2022 werden voor het eerste Nationale Afspraken Woningcorporaties (NPA) gemaakt tussen het toenmalige ministerie van BZK, VNG, Woonbond en Aedes. De afspraken waren financieel gebaseerd op het onderzoek Opgaven en Middelen (O&M). Dat onderzoek was de eerste stap naar een objectief en gedeeld beeld over de investeringsmogelijkheden van corporaties. Het onderzoek keek echter nog niet verder dan de tijdshorizon van de afspraken. 

DPM als financiële basis prestatieafspraken

Het DPM is een volgende stap. Het rekenmodel berust op een robuust financieel kader om objectief te bepalen of de corporatiesector voldoende investeringsruimte heeft. Het kijkt niet alleen naar financiering van de volkshuisvestelijke opgave voor de komende periode, maar houdt ook rekening met het waarborgen van de continuïteit (volkshuisvestelijke en financieel) in de periode daarna. Zodoende is het DPM een objectief kader om de financiële (on)mogelijkheden van de corporatiesector te bepalen.  

Uitgangspunt is dat Nationale Prestatieafspraken met woningcorporaties alleen mogelijk zijn onder de conditie van het Duurzaam Prestatiemodel. Bij het maken van prestatieafspraken moet het DPM linksom of rechtsom sluiten: partijen bekijken de verschillende opgaven in samenhang en binden zich aan de financiële mogelijkheden en onmogelijkheden en van de corporatiesector. 

Voortrollend karakter

Het DPM is een systeem dat een drieledige ‘verzekering’ structureel maakt. 

  1. Het DPM kijkt in de eerste plaats naar de benodigde investeringsruimte voor prestatieafspraken met een termijn van 10 jaar. Dat sluit aan bij de investeringshorizon van woningcorporaties.  

  2. Ten tweede waarborgt het DPM de volkshuisvestelijke continuïteit voor de periode tot en met jaar 15. Zo krijgen corporaties de zekerheid dat ze tegelijkertijd hun woningvoorraad op peil kunnen houden in kwaliteit en kwantiteit.  

  3. En ten derde is het DPM gebaseerd op een voortrollend karakter van de NPA. Afspraken worden periodiek herijkt. Telkens worden nieuwe afspraken gemaakt voor de daaropvolgende periode en telkens wordt aan de hand van het DPM de investeringsruimte voor de toekomst verzekerd. Het DPM is de polsstok waarlangs we meten of afspraken haalbaar zijn en blijven. Zo wordt enerzijds gefaciliteerd dat corporaties verantwoord kunnen blijven investeren en anderzijds dat er tijdig wordt bijgestuurd als (veranderende) omstandigheden en nieuwe opgaven dat nodig maken.

Nationale Prestatieafspraken 2024 en het DPM

In de NPA 2022 is al vastgelegd dat de prestatieafspraken na twee jaar herijkt zouden worden. Op 11 december 2024 is de nieuwe NPA ondertekend door het ministerie van VRO, de VNG en Aedes. De financiële onderbouwing daarvan is gebaseerd op het DPM. De NPA 2024 bevat voor de periode tot en met 2034 een investeringsopgave van ruim 125 miljard (110 miljard sociale huurwoningen en 15 in miljard middenhuur). Om de volkshuisvestelijke continuïteit te waarborgen, wordt rekening gehouden met een instandhoudingsopgave voor de periode 2035 tot en met 2039 van bijna 20 miljard.

De doorrekeningen laten zien dat, rekening houdend met het DPM, dat het grootste deel van de opgave financieel haalbaar is. Delen van de investeringsopgaven van respectievelijk 5 miljard (sociale huurwoningen) en 1 miljard (middenhuur) zijn echter niet haalbaar. Daarvoor moet dus tussentijds een oplossing gevonden worden. Een deel van dit tekort kan worden opgelost via samenwerking en solidariteit tussen corporaties. Ook laten de doorrekeningen van de NPA zien dat er grote verschillen tussen regio’s bestaan en in sommige regio’s veel eerder tekorten ontstaan dan in andere.

Het DPM laat ook zien dat de corporatiesector het noodzakelijke niveau van investeringen op langere termijn niet vol kan houden. Om te voorkomen dat er wordt getornd aan de volkshuisvestelijke opgaven, moet daar een andere oplossing voor gevonden worden. Bijsturing vindt bij voorkeur plaats via meer (rijks)middelen voor sociale volkshuisvesting. Anders zijn corporaties genoodzaakt hun huren te verhogen om meer inkomsten te genereren. VRO en Aedes bereiden daarom al maatregelen voor om tijdig bij te kunnen sturen zodat voorkomen wordt dat corporaties genoodzaakt worden hun investeringen terug te schroeven bij gebrek aan middelen. 

Download het Eindrapport DPM .

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter