Ondanks de sterk gestegen energieprijzen nam de winstquote van drie van de vier meest energie-intensieve bedrijfstakken in 2022 toe ten opzichte van 2019. Het gaat hierbij om de chemische industrie, de horeca en de vervoerssector. Alleen in de landbouw nam de winstquote in de afgelopen jaren af, net als in de hele economie. Dit blijkt uit een analyse van het CBS in het artikel ‘De invloed van gestegen energiekosten op het bedrijfsleven’.
De energie-intensiteit en het type energie wisselt tussen de vier geanalyseerde bedrijfstakken. De energielasten van de chemische industrie zijn bijvoorbeeld ruim 77 procent van de toegevoegde waarde, terwijl dit in de horeca 12,5 procent is. De chemische industrie gebruikt veel ruwe aardolie en aardgas. De vervoersbranche gebruikt met name aardolieproducten, zoals brandstoffen voor voertuigen.
De winstquote nam toe doordat de bedrijfstakken de gestegen kosten opvingen met meer afzet of hogere afzetprijzen. In de horeca kwam de sterkere toename van de productie vooral doordat er ten opzichte van 2019 meer werd geconsumeerd, terwijl bedrijven minder personeel inzetten. De kostenstijging van onder andere energie werd dus opgevangen door meer te verkopen. In de vervoerssector en de chemie werden de hogere kostprijzen doorberekend aan de klant.
De kosten van bedrijfstakken zijn niet alleen toegenomen door de hogere energielasten. In de meeste bedrijfstakken leverden overige materialen en diensten de grootste bijdrage aan de toename van de kosten. Materialen en diensten zijn voor veel bedrijfstakken een belangrijke input voor het productieproces. Hogere prijzen voor materialen en diensten hebben daardoor een grote invloed op de totale kosten.
De vier meest energie-intensieve bedrijfstakken zagen de uitgaven aan arbeid in mindere mate toenemen dan in de hele economie het geval was. De horeca had in 2022 zelfs een lagere arbeidsinzet dan in 2019. Door loonstijgingen stegen de kosten van arbeid in deze bedrijfstak overigens wel.