Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Zonneklaar: herziene EPBD-richtlijn impuls voor zonne-energie op

Vorig jaar zijn in Europa nieuwe afspraken gemaakt over hoe duurzaam een gebouw moet zijn in 2050 en hoe we daar komen. Dat betekent niet alleen dat een gebouw zo min mogelijk energie nodig heeft en geen aardgas gebruikt, maar ook dat het eigen energie opwekt, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Deze afspraken hebben geleid tot een herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (ook wel de Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen: EPBD IV). Het plaatsen van zonnepanelen op daken komt daarmee in een stroomversnelling. Op 29 mei 2026 moeten alle EU-landen zijn begonnen met stapsgewijze invoering van de richtlijn, waarmee zonnepanelen op daken van nieuwe en bestaande gebouwen geleidelijk steeds gebruikelijker zullen worden. In Nederland is de internetconsultatie over het eerste deel van de implementatie recent gestart.

30 July 2025

Roadmap met stappenplan

Artikel 10 van de herziene EPBD-richtlijn is het relevante artikel waar het gaat om de uitrol van zonnepanelen, en is voorzien van een roadmap met een tijdspad voor de geleidelijke verplichte plaatsing van panelen richting 2030. Dit voor verschillende typen gebouwen en steeds met de kanttekening “voor zover plaatsing van panelen technisch geschikt en economisch en functioneel haalbaar is”.

Hoe ziet dat tijdspad eruit en wat moeten de lidstaten uiterlijk wanneer realiseren?

  • Uiterlijk op 31 december 2026: zonnepanelen op alle nieuwe openbare gebouwen – exclusief woongebouwen – met een dakoppervlak van meer dan 250 vierkante meter;

Het gaat hier dus allereerst om nieuw te bouwen gebouwen die niet voor bewoning bestemd zijn en niet al te groot zijn.

  • Uiterlijk op 31 december 2027: zonnepanelen op alle bestaande openbare gebouwen met een dakoppervlak van meer dan 2.000 vierkante meter;

  • Uiterlijk op 31 december 2028: zonnepanelen op alle bestaande openbare gebouwen met een dakoppervlak van meer dan 750 vierkante meter;

  • Uiterlijk op 31 december 2030: zonnepanelen op alle bestaande openbare gebouwen met een dakoppervlak van meer dan 250 vierkante meter.

Bestaande openbare gebouwen worden kortom, in de volgorde van groot naar klein, voorzien van zonnepanelen.

  • Dan is er ook nog iets geregeld voor bestaande openbare gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan waarvoor een vergunning nodig is. Uiterlijk op 31 december 2027 moeten dergelijke bestaande gebouwen die niet voor bewoning bestemd zijn met een dakoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter, ook panelen hebben. Van ‘ingrijpende renovatie’ is sprake bij een renovatie van een gebouw waarbij meer dan 25% van de oppervlakte van de integrale bouwschil (de totale uitwendige scheidingsconstructie) wordt verbouwd.

  • Gebouwen met woonfunctie komen uiteindelijk ook in beeld: Uiterlijk op 31 december 2029 moeten op alle nieuwe woongebouwen zonnepanelen worden geïnstalleerd. Datzelfde geldt voor eventuele nieuwe overdekte parkeerplaatsen die naast de woongebouwen komen te liggen.

Implementatie in Nederland

In Nederland wordt momenteel gewerkt aan de eerste fase van de nationale implementatie van de herziene richtlijn. Dit betekent concreet dat er, waar het gaat om de opwek van zonne-energie op daken, nieuwe bepalingen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) worden toegevoegd. Verder wordt aangesloten bij een aantal bestaande bepalingen uit het Bbl. Het uitgangspunt is om de Europese richtlijn te volgen, zonder extra nationale eisen daar bovenop. Gebouwen van de overheid hebben een voorbeeldfunctie in de opwek van hernieuwbare energie zoals zonne-energie, en nieuwe overheids- en utiliteitsgebouwen komen daarom als eerste aan de beurt. Daarna gaan de voorschriften ook in Nederland vanaf 2028 gelden voor bestaande overheidsgebouwen en bestaande utiliteitsgebouwen bij ingrijpende renovatie. Tot slot gelden de voorschriften vanaf 2030 voor nieuwe woningen.

Nieuwe gebouwen

Artikel 5.127a Bkl regelt dat in het omgevingsplan wordt betrokken dat bij het ontwerpen van een nieuw gebouw het potentieel voor de opwekking van zonne-energie op basis van de zonnestraling ter plaatse wordt geoptimaliseerd, zodat zonne-energietechnologieën vervolgens kosteneffectief kunnen worden geïnstalleerd. Het gaat hier om de ruimtelijke/stedenbouwkundige aspecten en architectonische vormgevingsaspecten. Over de oriëntatie en vormgeving van nieuwe gebouwen maakt een omgevingsplan immers de keuzes. Omdat een omgevingsplan zich (meestal) niet concreet uitlaat over de vormgeving van een gebouw, verloopt de beoordeling van het ontwerp via een (binnenplanse) omgevingsvergunning.

De technisch-bouwkundige aspecten horen aan de technische kant thuis en worden daarom in het Bbl geregeld. In het geval van nieuwe overheidsgebouwen en nieuwe niet voor bewoning bestemde gebouwen worden de verplichtingen m.b.t. zonne-energie verbonden aan de huidige eisen voor bijna energie neutrale gebouwen uit de artikelen 4.148a en 4.149 van het Bbl.

Bestaande overheidsgebouwen

Voor bestaande overheidsgebouwen is artikel 3.86a Bbl relevant. Artikel 3.86a Bbl, waarin de opwek van zonne-energie wordt vereist, treedt stapsgewijs in werking. Dat is geregeld in artikel 3.86b, waaruit de aanscherping gedurende een periode van drie jaar blijkt. Gedurende die periode wordt langzamerhand voor overheidsgebouwen met een kleiner gebruiksoppervlak de verplichting voor een geschikte zonne-energie installatie van toepassing.

Renovatie

Voor openbare gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan wordt aangesloten bij de bestaande verplichtingen uit artikel 5.20 van het Bbl waarin het prestatieniveau van ingrijpend te renoveren gebouwen wordt geregeld. Deze verplichtingen gelden nu al voor ingrijpende renovatie en wordt uitgebreid voor het vergunningplichtig verbouwen van deze bouwwerken. Specifiek wordt in het artikel voor het verbouwen van gebouwen met een gebruikersoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter, waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, een verplichting opgenomen om een minimumwaarde hernieuwbare energie op te wekken. Hiermee geldt de verplichting tot de opwek van hernieuwbare energie voor alle bestaande niet voor bewoning bestemde gebouwen bij vergunningplichtige verbouwingen of ingrijpende renovaties.

Overdekte parkeerplaatsen

De eis voor zon op dak van een nieuwe aanpalende overdekte parkeerruimte, ziet op een overdekte constructie bij een gebouw met ruimte voor ten minste drie auto’s, die geen energie gebruikt om het binnenmilieu te regelen, bestemd voor gebruik door bewoners, bezoekers of werknemers, waarbij de parkeerruimte zich op het eigendomsgebied of in de directe nabijheid van het gebouw bevindt. De juridische grondslag is artikel 3.86a lid 3 Bbl (nieuw).

Uitzonderingen

De EPBD IV maakt, zoals gezegd, de kanttekening dat een gebouw dient te beschikken over een geschikte zonne-energie installatie “voor zover dit technisch geschikt en functioneel en economisch haalbaar is.” In het nieuwe artikel 3.86a van het Bbl zijn deze uitzonderingen in lid 4 opgenomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om een gebouw dat al is aangesloten of aantoonbaar binnen drie jaar na renovatie wordt aangesloten op een warmtenet, een gebouw dat vanwege locatiegebonden omstandigheden of bouwtechnische belemmeringen niet aan de minimumwaarde voor zonne-energie kan voldoen, of een gebouw waarbij de maatregelen die nodig zijn om aan de minimumwaarde voor zonne-energie te voldoen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar.

De EPBD IV is breder

De verplichte uitrol van zonne-energie op daken is niet het enige dat de herziene richtlijn voor ogen heeft. De richtlijn is, met haar doelstelling van een emissievrije gebouwvoorraad in 2050, zeer uitgebreid en introduceert onder meer de verplichte Whole Life Carbon (WLC)-berekening voor (nieuw)bouw en brengt de methoden voor energieprestatie (BENG) en milieuprestatie (MPG) dichter bij elkaar. De eerste tranche van de implementatie van de herziene richtlijn in Nederland ziet naast de uitrol van zon op dak onder meer ook op laadpalen en laadinfrastructuur in parkeergarages en op parkeerterreinen. Hierover meer in een volgend blog.

Raadpleeg hier het conceptbesluit, hier de Kamerbrief over de implementatie EPBD en hier de meest recente Kamerbrief over de ontwikkeling van zonne-energie (3e zonnebrief).

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.