Het plaatsen van zonnepanelen op daken is onder het regime van de Omgevingswet onder voorwaarden vergunningvrij. Het gaat daarbij om daken, en niet om velden. Samengevat moeten de panelen binnen het platte of schuine dakvlak liggen en er wordt geen verschil gemaakt tussen de voor- en achterkant van een gebouw. Dit geldt landelijk op grond van het BBL, Besluit Bouwwerken Leefomgeving (artikel 2.29), gemeenten hebben daarin geen beleidsvrijheid. Dit artikel is als het gaat om zonnepanelen echter niet van toepassing voor monumenten, zo blijkt uit het volgende artikel (2.30 BBL). Dit geldt voor alle monumenten: rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten, ook als zij nog niet definitief als monument zijn aangewezen. Als er geen sprake is van een monument en wel een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht zijn zonnepanelen aan de achterkant zonder vergunning toegestaan als die kant maar niet gekeerd is naar het openbaar toegankelijk gebied. Deze wetgeving is een voortzetting van de voormalige regelgeving via Bijlage II bij het Bor (artikel 2 zesde lid).
Zonnepanelen, monumenten en duurzaamheid
Het plaatsen van zonnepanelen op daken is onder het regime van de Omgevingswet onder voorwaarden vergunningvrij. Het gaat daarbij om daken, en niet om velden.
Samengevat moeten de panelen binnen het platte of schuine dakvlak liggen en er wordt geen verschil gemaakt tussen de voor- en achterkant van een gebouw. Dit geldt landelijk op grond van het BBL, Besluit Bouwwerken Leefomgeving (artikel 2.29), gemeenten hebben daarin geen beleidsvrijheid. Dit artikel is als het gaat om zonnepanelen echter niet van toepassing voor monumenten, zo blijkt uit het volgende artikel (2.30 BBL). Dit geldt voor alle monumenten: rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten, ook als zij nog niet definitief als monument zijn aangewezen. Als er geen sprake is van een monument en wel een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht zijn zonnepanelen aan de achterkant zonder vergunning toegestaan als die kant maar niet gekeerd is naar het openbaar toegankelijk gebied.
Deze wetgeving is een voortzetting van de voormalige regelgeving via Bijlage II bij het Bor (artikel 2 zesde lid).
Dit wil niet zeggen dat de plaatsing van zonnepanelen op een monument niet is toegestaan, wel dat er voor deze omgevingsplanactiviteit een vergunning nodig is. Diverse gemeenten hebben al beleid opgesteld op grond waarvan zonnepanelen binnen bepaalde restricties in beginsel worden toegestaan. Zo hanteert Utrecht de beleidsregel “Zonnepanelen en -collectoren op een beschermd monument en/of op een pand in een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht” voor zonne-energie op monumenten. Daarin zijn “kwalitatieve plaatsingsvoorwaarden” opgenomen, waaronder een artikel met 14 (!) voorwaarden waaraan moet worden voldaan om plaatsing aan de voorkant te vergunnen.
Amsterdam is van plan om vanaf 2025 ‘alle daken van monumenten en panden in beschermde gezichten’ zonnepanelen toe t staan, zowel aan de voor- als aan de achterkant. Dat geldt ook voor warmtepompen. Daarover maken erfgoedorganisaties zich weer de nodige zorgen, onder meer over de status van Unesco werelderfgoed van de grachtengordel. Tegen het toestaan van zonnepanelen aan de voorkant van monumenten wordt overigens wel vaker geprocedeerd, zie bijvoorbeeld een uitspraak van de rechtbank Den Haag van februari van dit jaar ECLI:NL:RBDHA:2024:1692, Rechtbank Den Haag, 22/2743 en 22/4907 (rechtspraak.nl) en van de rechtbank Midden Nederland van december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6824. In beide gevallen mochten de panelen blijven liggen, de gemeenten hadden het vastgestelde beleid hierop terecht gevolgd.
Ook de RCE, de rijksdienst voor het cultureel erfgoed , gaat mee met de wens om verduurzaming van monumenten makkelijker te maken en heeft daar een mooie infographic voor gemaakt:
Dit is goed nieuws voor eigenaren van monumentale panden, waarvoor het verduurzamen van hun pand niet altijd even makkelijk en vaak extra kostbaar is.