Op dit moment is onze maatschappij gericht op een lineaire economie: we winnen grondstoffen, maken daar producten van, gebruiken deze producten en gooien ze vervolgens weer weg. Op deze wijze hebben we steeds nieuwe grondstoffen nodig en houden we afval (of uitstoot) over. In een circulaire economie blijven we de producten en grondstoffen die we hebben gewonnen steeds opnieuw gebruiken. Ook hergebruiken we producten, onderdelen, materialen en grondstoffen zo hoogwaardig en lang mogelijk waarmee het ontstaan van afval wordt voorkomen.
Idealiter zijn de producten, onderdelen, materialen en grondstoffen oneindig te hergebruiken, waardoor geen nieuwe grondstoffen gewonnen hoeven te worden en geen grondstoffen verloren gaan. Daar komt bij dat de grondstoffen die we winnen en gebruiken zoveel mogelijk uit hernieuwbare bron komen, zodat eindige bronnen niet worden uitgeput.
Bij het ontwikkelen van een circulair economisch model wordt er vaak gekeken naar de mogelijkheden die de R-ladder met circulariteitsstrategieën biedt om een bedrijf of productieketen circulair te maken.
Het is duidelijk dat we zo snel mogelijk systematisch moeten omschakelen van een lineair naar een circulair systeem. In het lineaire systeem oefent de mens grote druk uit op de aarde, het milieu en de flora en fauna; het ecosysteem van onze planeet. Die druk wordt steeds groter en gaat steeds sneller, met tot gevolg dat we op dit moment meerdere planetaire grenzen overschrijden. Dit houdt in dat de grenzen van wat de aarde kan verdragen worden overschreden, waardoor ecologisch herstel niet meer mogelijk is en onze planeet onleefbaar wordt. Er zijn negen planetaire grenzen gedefinieerd: klimaatverandering, verlies biodiversiteit, stikstof- en fosforcyclus, atmosferische ozonafbraak, oceaanverzuring, zoetwaterverbruik, landgebruik, chemische vervuiling en atmosferische aerosollading. Een circulaire economie kan en moet bijdragen aan het verlichten van de druk op de planetaire grenzen om zo bij te dragen aan het herstel van ons ecosysteem.
Meerdere van de planetaire grenzen kunnen positief worden beïnvloed door een circulaire economie. Zo leveren we met de transitie naar een circulaire economie een belangrijke bijdrage aan vier grote maatschappelijke opgaven: CO2-reductie, biodiversiteit, verbetering van lucht-, water- en bodemkwaliteit en leveringszekerheid van grondstoffen.
In september 2016 is het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ gestart om ervoor te zorgen dat het doel van een circulaire economie in 2050 te kunnen behalen. Als tussendoelstelling is vastgesteld dat het gebruik van primaire abiotische grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) in 2030 gehalveerd moet zijn. Deze ambities worden gesteund door het Grondstoffenakkoord waarin afspraken van de Rijksoverheid met andere partijen (bv. het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen) staan over maatregelen om de transitie naar de circulaire economie te versnellen.
Ondanks dit Grondstoffenakkoord maakt de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit januari 2021 echter duidelijk dat het niet goed gaat met de grondstoffentrends. Het rapportage laat zien dat het beleid aangescherpt moet worden en dat het tempo van de transitie naar een circulaire economie omhoog moet om de doelen te behalen.
Om grondstoffengebruik verder terug te dringen en een maximaal waardebehoud te kunnen waarborgen, moet de focus naar de voorkant van de productieketen verschuiven. Hierbij is het nodig om te focussen op circulariteitsstrategieën die in de R-ladder zijn opgenomen. Denk aan hergebruik, circulair ontwerp, delen, lenen en reparatie.
Ook op internationaal niveau is het belang van circulaire modellen erkend, zoals blijkt uit de EU Green Deal en het EU Actieplan Circulaire Economie. Zo is in de Green Deal opgenomen dat de EU uiterlijk in 2050 klimaatneutraal moet zijn, wat ertoe heeft geleid dat de Europese Commissie in maart 2020 een voorstel heeft ingediend voor een nieuw EU-Actieplan voor de circulaire economie. Dit actieplan doelt op afvalpreventie en -beheer en op het bevorderen van groei en het concurrentievermogen en mondiale leiderschap van de EU op dit gebied. Het Parlement ondersteunt dit plan en heeft daarom gepleit voor het bepalen van bindende doelstellingen voor 2030 met betrekking tot materiaalgebruik en -verbruik.
In dit dossier vindt u nieuws en achtergrond met betrekking tot de ontwikkelingen rondom de circulaire economische modellen, evenals beleidsstukken, publicaties, video’s, vraag & antwoord en tools over dit onderwerp.