Een forse vermindering van stikstofneerslag op korte termijn is noodzakelijk om de kwetsbare natuur in Nederland te herstellen. Daarom werkt het kabinet aan een landelijke aanpak om versneld en gericht de stikstofuitstoot terug te brengen bij agrarische en industriële piekbelasters. De aanpak richt zich op de ongeveer 3000 (voornamelijk agrarische) bedrijven die de meeste stikstofneerslag veroorzaken op overbelaste stikstofgevoelige beschermde natuurgebieden (Natura 2000-gebieden) binnen 25 kilometer.
Agrarische bedrijven die onder de aanpak vallen krijgen de mogelijkheid om de stikstofuitstoot aanzienlijk terug te brengen door hun bedrijfsvoering te verduurzamen, te verplaatsen, over te stappen naar een ander bedrijfstype, of te stoppen. Dat is geheel op vrijwillige basis. Omdat keuzes hieromtrent grote impact kunnen hebben op ondernemers, kunnen ondernemers gebruik maken van uitgebreide ondersteuning. Bedrijven die vallen onder de aanpak piekbelasting kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van extra begeleiding van bijvoorbeeld een zaakbegeleider en aanvullende financiële regelingen.
De aanpak voor de piekbelasters uit de industrie en energiesector gaat uit van een eigen werkwijze en regelingen. Voor deze aanpak is de minister van Economische Zaken en Klimaat het eerste aanspreekpunt.
Een ondernemer valt onder de aanpak wanneer de stikstofdepositie boven de drempelwaarde uitkomt. Dit is het geval wanneer er binnen 25 kilometer rond het bedrijf ten minste 2500 mol stikstofdepositie per jaar wordt veroorzaakt op overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Om na te gaan of dit van toepassing is op je bedrijf, kan een ondernemer de tool AERIUS Check gebruiken. Voor het invullen van de tool zijn bedrijfsgegevens nodig zoals de locatie, het staltype en het aantal dieren. De ingevulde gegevens en uitkomsten worden niet opgeslagen en zijn niet beschikbaar voor de overheid.
Onderstaande ondernemers kunnen een afspraak maken met een zaakbegeleider:
Agrarisch ondernemers die gebruik maken van de regelingen binnen de aanpak piekbelasting (Lbv-plus, verplaatsen, verduurzamen, innoveren en/of extensiveren).
Agrarisch ondernemers die gebruik maken van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv).
Agrarisch ondernemers dichtbij een Natura 2000-gebied, die net buiten de doelgroep van de regelingen Lbv en Lbv-plus vallen of die de AERIUS check nog niet hebben ingevuld.
Via RVO is een afspraak in te plannen met een zaakbegeleider. Dit kan digitaal of telefonisch.
De zaakbegeleider luistert, informeert en denkt met agrarisch ondernemers mee bij de keuzes voor de toekomst van het bedrijf. De zaakbegeleider kan ook helpen bij het vinden van de juiste ondersteuning en brengt de mogelijkheden in kaart brengen bij het veranderen van de bedrijfsvoering of het stoppen van het bedrijf. De gesprekken met een zaakbegeleider zijn gratis en geheel vrijblijvend. Lees hier hoe u een afspraak kunt maken.
De zaakbegeleider heeft een andere rol dan de adviseur van een ondernemer. De zaakbegeleider helpt om alle benodigde informatie op tafel te krijgen voor het maken van een passende keuze voor de toekomst. De zaakbegeleider geeft dus geen gericht advies over de toekomst van het bedrijf. Dat is immers aan de ondernemer zelf om te bepalen. Het maakt de zaakbegeleider ook niet uit voor welk toekomstscenario de ondernemer uiteindelijk kiest. Een zaakbegeleider heeft bij die toekomstverkenning oog voor de ondernemer, het gezin en hun gezamenlijke toekomst. Dat gaat in veel gevallen over veel meer dan alleen een financieel-economische afweging.
De zaakbegeleider werkt bij de overheid en heeft veelal een brede ervaring in de financiële en agrarische sector. Het aanvragen van een zaakbegeleider is kosteloos. De ondernemer bepaalt tot wanneer de ondersteuning vanuit een zaakbegeleider loopt.
Meedoen aan de landelijke aanpak piekbelasting is vrijwillig. Het kabinet biedt deze groep bedrijven extra mogelijkheden en ondersteuning om zelf actie te ondernemen en de stikstof fors terug te brengen. Bedrijven die geen gebruik maken van de opties binnen de aanpak, kunnen mogelijk wel te maken krijgen met andere verduurzamingseisen op het gebied van natuur, water en klimaat.
Omdat de aanpak gericht is op de bedrijven met de hoogste totale depositie op stikstofgevoelige en overbelaste Natura 2000-gebieden raakt de aanpak piekbelasting met name bedrijven met veel overbelaste stikstofgevoelige natuur in de nabije omgeving. Dit betekent dat veel bedrijven die onder de aanpak vallen zich rond de Veluwe en in de provincie Gelderland bevinden, en aanmerkelijk minder in provincies met relatief weinig Natura 2000-areaal, zoals de kustprovincies. Lokaal kan de aanpak piekbelasting gevolgen hebben. Het effect op de regio hangt onder meer af van hoeveel en welke bedrijven willen stoppen, of juist kiezen voor verdere verduurzaming. Het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten trekken gezamenlijk op om zo goed mogelijk zorg te dragen voor de sociaal economische impact die dit heeft op de leefomgeving in deze gebieden en bij voorkeur deze te versterken en toekomstbestendig te maken.
Als onderdeel van de aanpak zet het kabinet in op registratie van alle vrijkomende ruimte en vrijvallende ruimte die beschikbaar komt uit de aanpak piekbelasting in een register. Zoals in eerdere brieven toegelicht gaat voor toestemmingverlening bruikbare stikstofruimte die voortkomt uit de aanpak piekbelasting met prioriteit naar de PAS-meldingen. Dit, als onderdeel van de bredere inzet ter legalisatie. Het kabinet voelt immers een zware verantwoordelijkheid de problematiek van de PAS-meldingen op te lossen. Vervolgens wordt ruimte waar mogelijk beschikbaar gesteld voor andere urgente maatschappelijke- en economische ontwikkelingen. Het kabinet hoopt een grote groep bedrijven te enthousiasmeren om stappen te zetten, zodat op zo veel mogelijk plekken er een dalende lijn van de stikstofdeposities wordt ingezet, op basis waarvan inzet van ruimte voor toestemmingverlening kan worden onderbouwd.
De resultaten van de aanpak piekbelasting dragen net als de gebiedsgerichte aanpak bij aan de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De aanpak piekbelasting is bedoeld om op korte termijn de stikstofuitstoot en -neerslag te verminderen, maar komt niet in de plaats van de brede aanpak op het gebied van natuur, klimaat en water of het legalisatieprogramma PAS-melders. Het moet elkaar juist versterken.
De overheid werkt aan de legalisering van PAS-meldingen via het legalisatieprogramma en versnellingsmaatregelen. Met de aanpak piekbelasting wil het kabinet op korte termijn een forse vermindering van de stikstofneerslag bereiken. Deze vermindering moet van voldoende omvang zijn, zodat Natura 2000-gebieden kunnen herstellen. De ruimte die vervolgens ontstaat voor toestemmingverlening, wordt met prioriteit gegeven aan het legaliseren van PAS-meldingen. Op voorhand is niet exact te zeggen hoeveel extra PAS-meldingen met de aanpak piekbelasting kunnen worden gelegaliseerd. Dit hangt onder meer af van hoeveel ondernemers meedoen aan de vrijwillige aanpak en waar zij zich bevinden.
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle sectoren een evenredige bijdrage leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek. In het voorjaar van 2023 heeft het kabinet de indicatieve emissiereductiedoelen voor stikstofoxiden (NOx) voor de sector mobiliteit en de sector industrie en energie gedeeld. De sector mobiliteit omvat de modaliteiten wegverkeer, zeescheepvaart, binnenvaart, mobiele werktuigen, spoor en luchtvaart. Elke modaliteit levert een bijdrage aan de realisatie van het emissiereductiedoel. Zo wordt het wegverkeer steeds schoner dankzij steeds strengere Europese emissienormen en wordt gewerkt aan het verduurzamen van binnenvaartschepen en de inzet van walstroom voor zeeschepen aan de kade. Luchtvaart levert een bijdrage aan de structurele stikstofaanpak via onder meer het stimuleren van elektrisch taxiën. Ook via het actieprogramma stikstof Schiphol wordt gewerkt aan het verminderen van de stikstofuitstoot en er is aandacht voor verduurzaming van de luchtvaart. Daarnaast wordt gewerkt aan het verduurzamen van binnenvaartschepen en de inzet van walstroom voor schepen aan de kade. Lees hier meer over de maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen in het verkeer en vervoer.