Menu

Filter op
content
Klimaatweb

0

Kamerbrief over verkenning aanlanding wind op zee 2030

Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius(EZK) informeert de Tweede Kamer over het starten van ruimtelijke procedures voor het aan land brengen van windenergie door middel van stroomkabels vanuit de in het aanvullend ontwerp Programma Noordzee aangewezen windenergiegebieden.

3 december 2021

Kamerstuk: kamerbrief

Kamerstuk: kamerbrief

Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van IenW, de minister van BZK en de minister van LNV, over het starten van ruimtelijke procedures voor het aan land brengen van windenergie door middel van stroomkabels vanuit de in het aanvullend ontwerp Programma Noordzee aangewezen windenergiegebieden. Op basis van de huidige inzichten lijkt het mogelijk 6 gigawatt (GW) in 2030 aan te landen en 4 GW eind 2031 te realiseren. Hiervoor zal ik begin 2022 ruimtelijke procedures starten, waaronder een ruimtelijk proces voor aanlanding van 4 GW naar de Eemshaven in samenhang met de aanlanding van 0,7 GW vanuit het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden (TNW), in lijn met de positieve grondhouding en afspraken van Rijk en regio in de Toekomstagenda Groningen(1). Hiermee zal de lopende procedure voor het Net op zee TNW overgaan in dit nieuwe ruimtelijke proces.

De net op zee verbindingen zorgen er voor dat er duurzame stroom aan land gebracht wordt waarmee invulling wordt gegeven aan de doelstellingen voor 2030 in de Klimaatwet en het Klimaatakkoord. In lijn met de moties Boucke c.s.(2) wordt ingezet op het mogelijk maken van 10 GW aan extra wind op zee tot rond 2030. In deze brief licht ik toe welke ruimtelijke procedures voor vergunningen en inpassing ik ga starten voor de aanlanding hiervan en hoe ik tot dit besluit ben gekomen.

Dit besluit is nu nodig om de mogelijkheid te behouden om in de periode tot en met 2030 extra windenergie op zee te realiseren bovenop de geplande 11GW in de huidige routekaart windenergie op zee 2030. Het is aan het volgende kabinet om te besluiten over de omvang van een aanvullende (versnellings)opgave voor windenergie op zee tot en met 2030. Het ontwikkelen van windenergie op zee, het aanlanden daarvan en de verduurzaming van de industrie is een keten die als geheel moet worden bezien. Om significant meer windenergie op zee rond 2030 te kunnen realiseren is een randvoorwaarde dat de realisatie van deze windparken in tijd en aanlandlocatie aansluit bij de ontwikkeling van nieuwe vraag naar duurzame energie voor de productie van waterstof en elektrificatie van de industrie. Windenergie op zee en het aanlanden hiervan schuurt steeds meer met andere belangen zoals ecologie, visserij, scheepvaart en landbouw. Mede daarom is bij een opgave van 10 GW een bedrag van 2 miljard tot en met 2030 nodig voor een zorgvuldige ruimtelijke inpassing op zee en land en versterking van ecologie op de Noordzee en de Waddenzee. Besluitvorming over de omvang van de extra opgave voor windenergie op zee en de bijbehorende randvoorwaarden en financiële middelen is aan het volgende kabinet.

Lees verder:

Kamerbrief over verkenning aanlanding wind op zee 2030

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter