Het Amsterdamse stadsbestuur wil de biodiversiteit in Amsterdam de komende jaren vergroten. Om de stad in de toekomst leefbaar te houden is het belangrijk dat Amsterdam een gezond ecosysteem en een hoge biodiversiteit heeft. Biodiversiteit is belangrijk, ook in de stad, want wilde bijen bestuiven onze planten voor voedsel, waterplanten filteren het water en libellen en vleermuizen verminderen muggenplagen. Het is belangrijk dat alle soorten voldoende voedsel en een leefplek hebben, zodat ze elkaar in evenwicht kunnen houden. In het plan biodiversiteit staan maatregelen die zorgen voor meer ruimte voor planten en dieren en een sterkere natuur.
Wethouder Melanie van der Horst (Openbare Ruimte en Groen en Water): “Wij mensen zijn onderdeel van de natuur dus we moeten ervoor zorgen dat we daar goed mee omgaan. Een stad met veel biodiversiteit, dus veel verschillende dieren en planten, maar ook schimmels en bacteriën, is essentieel voor een gezonde leefomgeving. We hebben allemaal schone lucht, schoon water en voedsel nodig. Wereldwijd sterven er veel planten en dieren uit. En hoewel we trots zijn op de biodiversiteit in de stad, is die ook kwetsbaar. Bijvoorbeeld door klimaatverandering, maar ook omdat er in de drukke stad minder plek is voor natuur en omdat er dieren omkomen in het verkeer. Ook met de biodiversiteit in en om het water gaat het niet goed. We zien bijvoorbeeld dat grassen, brandnetels en bramen de plek van bloemen innemen, waardoor voedsel voor insecten verloren gaat. We moeten er daarom voor zorgen dat we de leefruimte van dieren en planten vergroten en beschermen.”
Biodiversiteit in de stad staat onder druk
In Amsterdam leven minstens 10.000 soorten planten en dieren en er wordt hard gewerkt om dat aantal te vergroten. Ongeveer de helft van het groen wordt ecologisch beheerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat gras minder vaak wordt gemaaid, zodat meer bloemen kunnen bloeien, waar wilde bijen en vlinders nectar van eten. Dode bomen kunnen blijven liggen zodat het een leefplek wordt voor allerlei insecten. Vogels profiteren vervolgens van meer voedsel en zo ontstaat een hele cirkel aan nieuw leven. Voor de ijsvogel worden nestplekken aangelegd en voor de ringslang broeihopen. Met deze en veel meer maatregelen nam het aantal soorten wilde bijen en vlinders toe en verwelkomden we soorten als de eekhoorn, otter, ijsvogel en boommarter in Amsterdam.
Om biodiversiteitsverlies te voorkomen moet er veel gebeuren. In het plan voor meer biodiversiteit staan onder meer plannen voor meer ecologisch beheer, meer verbindingen tussen verschillende natuurgebieden door tunnels voor dieren aan te leggen, en natuurvriendelijke oevers.