"De energietransitie moet anders, er zijn betere plannen nodig"
De overgang naar duurzame energie in woningen en andere gebouwen moet heel anders dan het nu gaat, zegt adviseur Rob Geldhof. ‘Aardgasvrij is een politiek dogma geworden. Er zijn betere plannen nodig.’
Sinds 2016 adviseert Rob Geldhof gemeentes en andere overheden bij het maken van plannen voor de energietransitie. In die plannen worden de afspraken uit het landelijke Klimaatakkoord door de regio’s vertaald naar een Regionale Energie Strategie (RES) en door gemeentes naar een Transitievisie Warmte (TVW) per gemeente. ‘Over Morgen is vanaf het begin bij dit proces betrokken’, vertelt Rob. ‘Het is pas vijf jaar geleden, maar het lijkt wel een eeuwigheid sinds we begonnen zijn met die plannen en de voorlopers ervan. Er is inmiddels al zoveel veranderd. Dit is een goed moment om terug te kijken en lering te trekken uit de ervaringen. Dat is hard nodig.’
Het moet anders
Voor Rob staat het als een paal boven water dat het anders moet. “Het Klimaatakkoord stelt dat de transitie van fossiele naar duurzame verwarming van steden en dorpen moet plaatsvinden door het wijk voor wijk aardgasvrij maken van alle bestaande woningen en overige gebouwen. Maar we moeten op een andere manier naar die ambitie gaan kijken.”
Zet nu in op besparen
Het eerste punt dat Rob wil maken, gaat over de doelstelling zelf. “Het volledig en in hoog tempo aardgasvrij maken van wijken is nog vrijwel nergens haalbaar en betaalbaar. Ik zeg daarom: benut de hele transitieperiode tot 2050 om gebouwen en woningen te verduurzamen. En zet nu vooral in op gas besparen: ga woningen isoleren, zet in op hybride warmtepompen en lokale, kansrijke projecten waar aardgasvrij wel haalbaar en betaalbaar is. Met die maatregelen kunnen we snel aan de slag en kunnen we vrijwel direct CO2 besparen. Bovendien wordt hiermee de overstap naar volledig aardgasvrij op termijn een stuk eenvoudiger.”
Aardgasvrij roept weerstand op
Opgeleid als planoloog en geo-informatiekundige, wil Rob de energietransitie zo zakelijk mogelijk benaderen. “Mensen in mijn werkomgeving zijn vaak veel idealistischer dan ik. Bij mij kwam duurzaamheid bijna toevallig op mijn pad. Ik zie mezelf meer als een probleemoplosser. En dan zie ik dat de term ‘aardgasvrij’ in de praktijk vooral veel weerstand oproept. Het is een politiek dogma geworden, met voor- en tegenstanders die zich ingraven in het eigen gelijk. Dat belemmert de energietransitie. Zonde.”
Wijkaanpak niet overal logisch
Robs tweede punt: we moeten ook anders kijken naar de wijkgerichte aanpak die in het Klimaatakkoord is afgesproken. ‘“Door voortschrijdend inzicht zien we dat een wijkgerichte aanpak vooral logisch is in stedelijke wijken met veel corporatiewoningen waar een warmtenet komt. Laten we zeggen dat die ongeveer een derde deel van de Nederlandse woningvoorraad beslaan. Voor de rest, twee derde van het totaal dus, is het logischer om aan de slag te gaan met individuele maatregelen zoals isolatie en warmtepompen, al dan niet hybride.”
Op je eigen tempo
Wat zo’n individuele benadering inhoudt? Volgens Rob moeten we daarbij denken aan een doelgroepgerichte aanpak die inspeelt op de natuurlijke overgangsmomenten voor huis- en vastgoedeigenaren: verhuizingen, verbouwingen, planmatig onderhoud. “Dat zijn momenten waarop mensen gemakkelijk een duurzame stap zetten. Verenigingen van Eigenaren moeten bijvoorbeeld elke twintig jaar nadenken over het dak van het appartementencomplex. Overheden kunnen op deze momenten inspelen, bijvoorbeeld met subsidies en met een gemeentelijk bouwloket, maar ze moeten de eigenaren het tempo laten bepalen. Zo’n doelgroepgerichte aanpak hoef je dus niet per wijk te maken, maar kan je per gemeente of regio uitwerken.”
Betere plannen
Een derde belangrijk punt: binnen de wijkplannen wordt tot dusver vaak te veel gefocust op aardgasvrij, vindt Rob. “Er spelen in de wijk vaak veel urgente problemen, zoals sociale veiligheid, hittestress en oude riolering. Je moet het dan niet hebben over aardgasvrij, maar over het verbeteren van de wijk en woningen. Dan gaan mensen veel gemakkelijker mee in de verandering.”
Hij is zelf betrokken bij een project in Sliedrecht waar het al zo gaat. “Daar maakt de gemeente samen met de plaatselijke woningbouwcorporatie en het warmtebedrijf een integraal plan voor de huizen, openbare ruimte, riolering en warmtenetten. Door overheidssubsidie blijft het betaalbaar voor bewoners. Het gaat in eerste instantie om 900 woningen, later mogelijk nog 2000. Binnen de beperkte middelen is dit een mooi voorbeeld van hoe het zou kunnen.”
Het Rijk moet over de brug komen
Tot slot heeft Rob nog een stevige boodschap voor het Rijk. “De afgelopen vijf jaar heb ik gemeentes, provincies en andere regionale overheden geadviseerd bij de plannen waar het Rijk om heeft gevraagd. De plannenmakerij is inmiddels afgerond. En nu? Voor de uitvoering zijn de lagere overheden afhankelijk van de landelijke overheid. Die moet nu over de brug komen met de middelen en de instrumenten: geld, wetgeving, subsidiemogelijkheden voor burgers en bedrijven. Maar het Rijk blijft achter met zijn huiswerk. Ik hoop dat dit soort geluiden ook tot de kabinetsformatie doordringen. Of ben ik nu te idealistisch?”
Deze blog is in samenwerking met Urban Innovaters tot stand gekomen.