De nieuwe Energiewet ligt voor aan de Eerste Kamer. Dit grote wetsvoorstel wijzigt onder meer energiemarkten, het beheer van de systemen, beheer en uitwisseling van energiedata, en toezicht en handhaving. Michelle de Rijke analyseert de wijzigingen.
Op 18 juni 2023 heeft de Minister voor Klimaat en Energie het wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet naar de Tweede Kamer gestuurd, momenteel ligt het bij de Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel vervangt de huidige Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en voegt daartoe de regels voor het transport en de levering van gas en elektriciteit in Nederland bij elkaar.
Daarnaast bevat het voorstel de Europese regels voor elektriciteit en gas alsook de bepalingen voor de transitie naar schonere en hernieuwbare energiebronnen. Het wetsvoorstel bevat in hoofdlijnen regels over energiemarkten, beheer van de systemen, beheer en uitwisseling van energiedata, uitvoering, toezicht en handhaving en overige, overgangs- en slotbepalingen. Hieronder wordt een aantal nieuwe regels in het wetsvoorstel toegelicht.
Een belangrijke vernieuwing in de regels over energiemarkten is de transitie van afnemer naar actieve afnemer. Volgens de Europese Elektriciteitsrichtlijn geldt het uitgangspunt dat de eindafnemer moet kunnen profiteren van de (financiële) voordelen die de interne markt biedt en daarom rechtstreeks als ‘actieve afnemer’ moet kunnen deelnemen aan deze markt.
Dit betekent dat de eindafnemer (of een groep van eindafnemers) naast de traditionele afname van elektriciteit, ook op andere manieren actief kan worden en verschillende marktrollen kan aannemen. We waren in Nederland inmiddels vertrouwd met de eindafnemer die door middel van zonnepanelen niet alleen elektriciteit afneemt, maar deze ook produceert en dus zelf als producent actief is. Die eindafnemer kan volgens het wetsvoorstel de door hem opgewekte elektriciteit ook aan een andere eindafnemer verkopen en leveren, zodat hij de marktrol van leverancier aanneemt.
Eindafnemers kunnen individueel, maar ook in gezamenlijk verband, actief worden op de energiemarkt, namelijk in een energiegemeenschap. We zijn in Nederland al bekend met lokale samenwerkingsverbanden, veelal in de vorm van energiecoöperaties. De energiegemeenschap kan de door de energiegemeenschap opgewekte energie bijvoorbeeld aan de leden van de energiegemeenschap leveren.
De energiegemeenschap moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de zeggenschap over de energiegemeenschap bij de leden, vennoten of aandeelhouders berusten, moet een open en vrijwillig karakter van de energiegemeenschap geborgd zijn en moeten de leden en aandeelhouders de energiegemeenschap kunnen verlaten. De energiegemeenschap is bovendien niet gericht op het maken van winst.
Met het wetsvoorstel wordt het aggregeren geïntroduceerd, daarmee wordt bedoeld het combineren van de verandering van het elektriciteitsgebruik of van ingevoede elektriciteit van verschillende afnemers met het oog op wederverkoop. Het aggregeren kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het faciliteren van peer-to-peer-handel. Via een platform worden actieve afnemers en eindafnemers aan elkaar gekoppeld en wordt de administratieve afhandeling van de levering tussen hen gefaciliteerd. De levering kan direct tussen de actieve afnemer en de eindafnemer plaats vinden of via de peer-to-peer-handelaar lopen.
Het aggregeren kan er ook in bestaan dat de aggregator het normale of bestaande verbruik van eindafnemers beïnvloedt in reactie op marktsignalen waardoor de vraag wordt verminderd of verhoogd, wat wordt aangeduid als vraagrespons. De aggregator verkoopt de aldus vrijgekomen flexibiliteit op de energiehandelsmarkt bijvoorbeeld aan een marktpartij die elektriciteit te weinig heeft.
Met de nieuwe bepalingen in het wetsvoorstel worden eindafnemers dus geprikkeld om hun verbruik aan te passen en kunnen zij zelf (of met een groep eindafnemers) via een marktdeelnemer die aggregeert door hen opgewekte elektriciteit verkopen op de markt. Met deze maatregelen kunnen pieken in het verbruik beter worden opgevangen en komt er meer aanbod op de markt. Dit is goed voor de betrouwbaarheid en de betaalbaarheid van onze toekomstige energievoorziening, aldus de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (hierna: de MvT).
Met de term ‘systeem’ wordt in het wetsvoorstel geduid op wat nu het net (of energie-infrastructuur) wordt genoemd. Om de extra hernieuwbare energie mede vanwege de toegenomen elektriciteitsvraag te kunnen transporteren en distribueren moeten de bestaande systemen worden verzwaard. Ook moet meer flexibiliteit in de bestaande systemen worden gecreëerd om de toenemende grilligheid van zowel de productie als het verbruik op de transport- en distributiesystemen te kunnen opvangen, aldus de MvT.
Dit heeft geleid tot wijzigingen in het takenpakket van de beheerders van die systemen, die op dit moment nog worden aangeduid als netbeheerders en die in het wetsvoorstel de transmissiesysteembeheerders (hierna: de TSB’s) en distributiesysteembeheerders (hierna: de DSB’s) worden genoemd. Deze wijzigingen in het takenpakket van de TSB’s en de DSB’s hebben onder meer ten doel de schaarste aan transportcapaciteit op elektriciteitssystemen – ook wel aangeduid als congestie – aan te pakken.
Zo moeten de TSB’s en de DSB’s meer transparantie bieden over de actuele en verwachte beschikbaarheid van transportcapaciteit en de termijnen waarbinnen zij in staat zijn om aansluitingen op te leveren en transport aan te bieden. De TSB’s en de DSB’s moeten daartoe periodiek een investeringsplan opstellen. Dat investeringsplan dient onder meer een beschrijving en onderbouwing te bevatten van de (uitvoering van de) noodzakelijke uitbreidings- en vervangingsinvesteringen.
Ook moeten de TSB’s en de DSB’s voor elektriciteit congestiebeheers- of systeembeheersdiensten aankopen volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures. Met congestiebeheers- of systeembeheersdiensten wordt enerzijds gedoeld op het inzetten van hoeveelheden elektriciteit of vermogen op basis van directe afroep, dat wil zeggen het op korte termijn afroepen van biedingen die bepaalde marktpartijen verplicht zijn te doen op een biedladder die voor dit doel is opgesteld.
Anderzijds kunnen congestiebeheers- of systeembeheersdiensten worden ingekocht op basis van voorwaardelijke contractering, dat wil zeggen langetermijncontracten met afnemers over de voorwaardelijke flexibele inzet van het door hen gecontracteerde vermogen. Deze congestiebeheers- of systeembeheersdiensten worden ook wel aangeduid als flexibiliteitsdiensten.
Om de energiesystemen voor gas en elektriciteit (fysiek en administratief) goed te laten functioneren, moeten veel verschillende gegevens worden verzameld, bewerkt, geregistreerd en tussen tal van partijen worden uitgewisseld.
De nieuwe regels voor energiedata behelzen onder meer een herziening van het huidige stelsel van gegevensbeheer en -uitwisseling binnen de systemen en een herijking van de meetketen, wat onder meer de beschikbaarheid van accurate gegevens over bijvoorbeeld verbruik en invoeding moet bevorderen.
De nieuwe regels voorzien er dus onder meer in dat vraag en aanbod op de energiemarkt flexibeler op elkaar kunnen worden afgestemd. Daarvan kan de eindafnemer, die zelf duurzame energie produceert, profiteren en daardoor kan ook het energiesysteem, dat mede als gevolg van de energietransitie kampt met schaarste aan transportcapaciteit, optimaler worden benut. Dit zijn belangrijke bijdragen aan de energietransitie.
Dit artikel verscheen eerder in PONT, vakblad energie en duurzaamheid (editie 2024-1). Ieder kwartaal duiken we met dit nieuwe magazine de diepte in, met interviews, verdiepingsartikelen en opinies van experts op het gebied van energie en duurzaamheid. En bovendien: je kunt het helemaal gratis in de bus ontvangen. Klik hier voor meer informatie of een kosteloos abonnement .