Vanaf 2026 stelt het kabinet minder geld beschikbaar voor de samenwerking met ngo’s. Het kabinet wil het beleid vereenvoudigen, meer focus aanbrengen en dat maatschappelijke organisaties minder afhankelijk worden van de overheid. Minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp bracht de Tweede Kamer vandaag op de hoogte van de nieuwe beleidsplannen.
Het kabinet gaat ongeveer € 1 miljard bezuinigen over een periode van 5 jaar. Het huidige subsidiekader loopt af in 2025. Daar hoorde een budget bij van in totaal € 1,4 miljard. Voor het nieuwe beleidskader is een budget van ongeveer € 390 tot € 565 miljoen beschikbaar voor de samenwerking met maatschappelijke organisaties. Dit geldt voor zowel organisaties in Nederland als in het buitenland. Hoeveel er precies beschikbaar komt wordt bepaald in de verdere uitwerking van het nieuwe beleidskader, dat gaat lopen van 2026 tot 2030. Meer informatie hierover volgt begin volgend jaar.
Minister Klever: “Het kabinet gaat zoals afgesproken bezuinigen op ontwikkelingshulp. Ik stel daarin duidelijke prioriteiten. Mijn eerste besluit is dat we de samenwerking met ngo’s anders in gaan richten. We blijven dingen doen waarin Nederland zich onderscheidt. Maar er gaat minder geld naar de samenwerking met maatschappelijke organisaties. Die worden daarmee minder afhankelijk van overheidssteun."
Het kabinet wil dat de financiering eenvoudiger wordt, bijvoorbeeld door subsidies zoveel mogelijk direct aan uitvoerende organisaties te verstrekken. Zonder complexe constructies, zodat zij het geld zo efficiënt mogelijk kunnen besteden. Ook moeten lokale organisaties en gemeenschappen vaker zelf het voortouw krijgen. Dit zorgt voor concrete resultaten die beter aansluiten bij de lokale culturen, gebruiken en normen. Het kabinet houdt hierbij wel rekening met Nederlandse organisaties die specialistische kennis en expertise hebben, waarmee Nederland zich onderscheidt.
Minder budget betekent dat het kabinet keuzes moet maken. In het nieuwe kader kiest het kabinet voor een focus op thema’s waar Nederland zich internationaal in onderscheidt. Vanaf 2026 krijgen organisaties daarnaast geen subsidie meer om te lobbyen in Nederland.
Al met al blijft er budget beschikbaar voor programma’s op het gebied van:
Bestrijden van hiv/aids in ontwikkelingslanden.
Voorkomen van schadelijke gebruiken, zoals meisjesbesnijdenis, kind huwelijken en schadelijke overgangsrituelen naar volwassenheid.
Stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap in ontwikkelingslanden.
Bevorderen schone en eerlijke handel.
Geweld tegen vrouwen tegengaan in ontwikkelingslanden, met specifieke steun voor vrouwenrechtenverdedigers in acute nood.
Beschermen en promoten van mensenrechten, vrijheid en veiligheid van kwetsbare groepen, zoals religieuze minderheden en LHBTIQ+-personen.
Er zijn veel Nederlanders die geld inzamelen of vrijwilligerswerk doen om mensen in ontwikkelingslanden te helpen. Het kabinet wil deze kleinschalige initiatieven steunen, bijvoorbeeld door hun zichtbaarheid te vergroten en subsidies te bieden voor trainingen en communicatie.
Het kabinet wil dat maatschappelijke organisaties minder afhankelijk worden van de overheid. Daarom is het kabinet van plan om strengere regels op te stellen. Organisaties moeten in de toekomst minstens 50% eigen inkomsten hebben om geld te ontvangen uit het nieuwe beleidskader. Dit zijn bijvoorbeeld donaties vanuit de samenleving. Nu wordt bij bijna alle subsidies om minstens 25% eigen inkomsten gevraagd.