Er waait een rechtse wind door Europa; welke gevolgen heeft dat voor het Europese klimaatbeleid en de Green Deal? Christina Toenshoff, universitair docent Europese Politiek en Politieke Economie aan de Universiteit Leiden, analyseert de situatie en kijkt vooruit naar de verkiezingen van het Europees Parlement. ‘Ik ben positief gestemd.’
Toenshoffs onderzoek focust op klimaat- en milieupolitiek en beleid. Ze richt zich op de rol van belangengroepen en onderzoekt hoe bedrijven en verenigingen lobbyen bij de Europese Unie op het gebied van klimaat. Toenshoff volgt de aanloop naar de verkiezingen op de voet. De universitair docent benadrukt het belang van de verkiezingen en de noodzaak om te gaan stemmen volgende maand. ‘Er staat veel op het spel. Veel zaken waar het Europees Parlement over gaat, hebben invloed op onze levens. Wat de uitslag van de verkiezingen ook is, het heeft hoe dan ook effect op alle burgers.’
De Europese Commissie heeft in de Green Deal vastgelegd dat ze Europa in 2050 klimaatneutraal wil maken en klimaatverandering tegengaat. Dit plan werd in 2019 door de Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen gepresenteerd. Prioriteit van het plan: vermindering van broeikasgasuitstoot. Vooral de linkse fracties in het Europees Parlement steunen de Green Deal. Terwijl de rechtse fracties, vooral extreemrechts, de klimaatplannen het liefst afzwakken. Als je de peilingen voor de verkiezingen bekijkt, zie je dat – net als in veel afzonderlijke EU-landen – ook in Europa een rechtse wind waait. Wat betekent dit voor de Green Deal en de uitvoering van die plannen?
Toenshoff is positief gestemd: ‘Bij de start van de plannen in 2019 werd een reductie van 55 procent van uitstoot van broeikasgassen vastgesteld voor 2030. Veel van die wetgeving om uitstoot voor 2030 te verminderen en te vergroenen is al aangenomen. Dat is het goede nieuws; die maatregelen zijn al aangenomen en zullen nog een tijd doorwerken en zo ook effect sorteren. Ik verwacht geen grote veranderingen in het milieu- en klimaatbeleid, maar wel kleine aanpassingen.’
Het minder goede nieuws is volgens de wetenschapper dat het nieuwe parlement straks de beleidsdoelen voor 2040 vaststelt. Recent heeft de EU al naar buiten gebracht dat het percentage reductie van broeikasgassen voor 2040 aan de onderkant van de eerder uitgesproken ambities zit. Toenshoff: ‘Het heikele punt is dat de grootste sector die CO2-vrij gemaakt moet worden de landbouwsector is. We weten allemaal hoe gevoelig dat ligt. De boerenprotesten in de verschillende EU-landen én in Brussel hebben zeker effect. Ik verwacht dat als de peilingen waarheid worden en we een rechtser parlement krijgen, de doelen voor 2040 afgezwakt worden.’
Toenshoff is blij dat klimaatverandering hoog op de agenda blijft staan. ‘In de opiniepeilingen zie je dat klimaat voor de kiezers een belangrijk onderwerp blijft. Bij de vorige verkiezingen werd de ‘green shift’ gemaakt door kiezers onder de 40 jaar. Als deze trend dit jaar doorzet, ben ik zeker hoopvol voor de toekomst. Zorgen over het klimaat en onze toekomst leven bij mijn generatie. Ik ben 31 jaar en reken mezelf tot die jonge generatie. Ik hoop nog lang te leven en zal de gevolgen van klimaatverandering zelf ervaren. Die kunnen ernstig zijn als we geen actie ondernemen. Ik zie het als een van de grootste uitdagingen in ons leven.’
Hoe jonger je bent, hoe langer je moet leven met de gevolgen van het beleid dat straks gemaakt wordt door de Europese Unie. ‘Daarom ben ik ook optimistisch dat de hoofddoelen overeind blijven. Het zal je niet in dank worden afgenomen als je klimaat- en milieubeleid gaat terugdraaien. Jonge generaties zijn bezorgd om hun toekomst en willen hiervoor vechten. Dat doe je ook door te stemmen op 6 juni.’
Volgens Toenshoff is het belangrijk dat er bij de universiteiten en in LDE-verband evenementen worden georganiseerd over het belang en de gevolgen van de Europese verkiezingen. ‘Niet alleen om onze studenten te informeren, maar ook om aan een breder publiek te laten zien welke kennis we in huis hebben. Ik denk ook aan events na de verkiezingen waarin we een rol kunnen spelen. We bezitten binnen LDE-verband zoveel expertise over hoe beleid gemaakt wordt, en ik denk ook aan centres zoals het Centre for BOLD Cities en het Centre for Sustainability. We hebben de kennis, laten we die dan ook etaleren.’