Wie gaan er naar de COP26, en wat zijn hun plannen en verwachtingen? Van 31 oktober tot 12 november vindt dit jaar – na een jaar uitstel door corona – de 26e editie van de UN Climate Change Conference of the Parties (COP) plaats in Glasgow. In deze serie spreekt Klimaatweb met verschillende bezoekers van de Nederlandse delegatie. Eva Schreuder is beleidscoördinator klimaat bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en gaat naar de COP als plaatsvervangend delegatieleider van de Nederlandse onderhandelingsdelegatie. Ze vertelt over de onderhandelingen tijdens de COP, het Paris Rulebook en klimaatfinanciering. “Dat we het doel van 100 miljard voor klimaatactie in ontwikkelingslanden niet hebben gehaald, werpt wel een schaduw over de COP.”
Wat houdt uw functie precies in en wat wordt uw rol op de COP?
“Ik werk al meer dan vijftien jaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken waarvan nu ruim tweeënhalf jaar bij het Klimaatteam van Buitenlandse Zaken, waar we ons bezighouden met internationaal klimaatbeleid. Ik ben bij de COP ook plaatsvervangend hoofd van de Nederlandse onderhandelingsdelegatie. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de voorbereiding van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Met die drie rollen zit ik in de COP-voorbereiding.
Als Nederland onderhandelen we via de Europese Unie. Wat betreft de COP-onderhandelingen betekent dat dat we ons de afgelopen weken en maanden hebben ingezet om de EU-positie te beïnvloeden. Maar daarnaast zijn er ook mensen, waaronder ikzelf, die namens de EU ook ter plekke onderhandelen – met het mandaat van de EU in onze achterzak. We willen natuurlijk zo goed mogelijk bijdragen aan de onderhandelingen, maar ook om het profiel van Nederland op een aantal voor ons belangrijke onderwerpen goed neer te zetten. Dat zijn met name klimaatadaptatie – het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering – klimaatfinanciering en water. Maar we zijn ook bezig op het gebied van jongeren en gender.”
Over welke onderwerpen gaat u zelf onderhandelen?
“Eén van de onderwerpen waarvoor ik naar de COP ga is klimaatfinanciering. Ontwikkelingslanden worden het hardst getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Daarom is er afgesproken dat de rijkere landen financieel bijdragen aan klimaatactie in ontwikkelingslanden. Zodat die landen bijvoorbeeld de energietransitie kunnen opzetten en zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
In 2009 zijn deze afspraken, die opnieuw bevestigd zijn in het Parijs-akkoord, al gemaakt. We zouden onder andere 100 miljard reserveren voor het bijstaan van ontwikkelingslanden. Die doelstelling hebben we niet gehaald, en dat werpt eigenlijk wel een schaduw over deze COP. De cijfers van 2019 laten zien dat we op 80 miljard zitten, maar dat gat gaan we niet zomaar vullen.
Natuurlijk proberen we van tevoren een plan te maken met onze ambities op het gebied van klimaatfinanciering, om er ook voor te zorgen dat de hele COP niet gegijzeld wordt door het nieuws dat de vorige doelstelling niet gehaald is. Want er lukt ook een heleboel wél, al is het waar dat er nog veel geld bij moet. Enerzijds gaat het over de 100 miljard-doelstelling, anderzijds gaat het ook over het in lijn brengen van de financiële sector en investeringsafspraken met het Parijs-akkoord.”
Wat hoopt u dat er deze COP wordt bereikt op het gebied van internationaal klimaatbeleid?
“Waar het deze COP natuurlijk vooral om gaat is de verhoging van de internationale ambitie. De emissies blijven stijgen, de doelstelling van maximaal 1,5 graad opwarming uit het Parijs-akkoord is op dit moment eigenlijk helemaal buiten beeld. Sterker nog, zoals het er nu voorstaat, kijken we naar een opwarming van 3 graden. Daarom moet de ambitie echt omhoog – niet alleen wat betreft nul uitstoot in 2050, veel belangrijker is wat er nú moet gebeuren. Als we nu geen concrete afspraken maken, wordt het heel ingewikkeld om de doelen uit het Parijs-akkoord te halen.”
Klimaatneutraal in 2050 is het doel, maar de invulling daarvan is nu belangrijk. Hoe komt het Paris Rulebook eruit te zien?
“De technische uitwerking van het Parijs-akkoord willen we dit jaar afronden in het Paris Rulebook. We hebben natuurlijk al veel afspraken gemaakt, maar nog niet over drie belangrijke thema’s. Die gaan we dit jaar proberen af te ronden in de onderhandelingen.
Ten eerste moeten we het hebben over het transparantieraamwerk. Hiermee bedoelen we dat het voor iedereen duidelijk moet zijn hoe landen precies moeten rapporteren over hun voortgang op broeikasgastuitstoot en beleid, op een transparante manier. Als alle landen dat op een verschillende manier berekenen of presenteren, valt daar niet mee te werken.
Daarnaast moeten we ook nog afspraken maken over internationale samenwerking via emissiehandel. Als die regels niet stevig genoeg zijn, kan dit leiden tot dubbeltelling van emissiereducties en ambitie ondermijnen. Dit wil Nederland voorkomen.
Het derde punt is dat we nog steeds moeten afspreken op welke gemeenschappelijke termijn landen hun nationale klimaatplannen moeten indienen, de zogenaamde NDC’s (Nationally Determined Contributions). De meeste landen zijn het er nu wel over eens dat we om de vijf jaar een nieuwe NDC moeten indienen én dat deze ook een ophoging moet zijn van de vorige NDC zoals ook in het Parijs-akkoord is vastgelegd.
Ik heb er vertrouwen in dat het mogelijk is om eruit te komen, maar het zal ook te maken hebben met de bereidwilligheid van landen om op andere punten tot overeenstemming te komen.”
Wat is de grootste uitdaging voor deze COP?
“We zijn er nog niet. Alle klimaatplannen bij elkaar opgeteld leiden nu tot 3 graden opwarming. De grootste uitdaging is alle landen ervan te overtuigen dat meer ambitie nodig is. Het systeem van het Parijs-akkoord heeft eigenlijk geen stok achter de deur. Er zit bijvoorbeeld geen sanctie aan verbonden als een land geen NDC inlevert. Het valt of staat bij de vrijwilligheid. Daarom moeten we elkaar aanspreken om die aanscherpingen te blijven doen.”
Denkt u dat klimaatafspraken haalbaar zijn wanneer er niet iets verandert in het internationale handelssysteem?
“Ik zie juist dat handelsbeleid en zeker de nieuwe afspraken die nu worden gemaakt, ondersteunend kunnen zijn voor het behalen van de doelstellingen van het Parijs-akkoord. In de afspraken die we nu maken, zit veel meer klimaat dan vroeger en er is ook veel meer oog voor de verduurzaming van de gehele keten.”
U zei net al dat er ook aandacht zal zijn voor gendergelijkheid op de COP, hoe gaan we dat terugzien en waarom is dat zo belangrijk?
“Twee jaar geleden in Madrid hebben we een Gender Action Plan binnen het klimaatverdrag onderhandeld, dat heb ik namens de EU gedaan.
Dit thema is internationaal heel belangrijk en dat benadrukken we ook vanuit Nederland. De effecten klimaatverandering worden vooral gevoeld door kwetsbare groepen; vooral vrouwen worden hier disproportioneel hard door geraakt, terwijl ze eigenlijk het minst bijdragen aan klimaatverandering – zeker als je het hebt over vrouwen in ontwikkelingslanden.
Daarnaast is het ook essentieel dat vrouwen meepraten en meebeslissen over het internationale klimaatbeleid. Als Nederland financieren we ook de deelname aan de COP voor vrouwen uit ontwikkelingslanden: in de beslissingen moet er rekening gehouden worden met de uitwerking van de maatregelen, en dan specifiek voor vrouwen.
Een ander speerpunt voor ons is dat vrouwen veel minder toegang hebben tot klimaatfinanciering: van kleinere projecten in ontwikkelingslanden tot grote projecten via de Green Climate Fund – het geld dat beschikbaar is, komt te weinig terecht bij vrouwen.”
Er waren eerder berichten dat de COP niet inclusief genoeg zou zijn, onder andere vanuit het Climate Action Network en aangesloten organisaties zoals ActionAid . Hoe denkt u hierover?
“Het zijn uitdagende tijden – ook door COVID – om een zo inclusief mogelijke top te organiseren. De Britten doen er veel aan, bijvoorbeeld met een vaccinatiecampagne, om ervoor te zorgen dat iedereen kan participeren. Ik zie helemaal waar die oproep vandaan komt maar ik zie ook dat het voorzitterschap veel moeite doet om de inclusiviteit te bevorderen. Nederland sponsort de deelname van een aantal klimaatjongeren, onder andere uit Nigeria, Oeganda, Mexico en Chili. Daarmee proberen we de jongeren toegang te geven tot het COP-terrein en financiële ondersteuning te bieden voor hun participatie. Omdat je met een inclusieve COP betere uitkomsten hebt, maar vooral ook beter gedragen uitkomsten.”
Wanneer is de COP voor u geslaagd?
“De wereld zal heel kritisch kijken naar wat er uit deze COP komt. Wat mij betreft is het geslaagd als er een duidelijke boodschap van ambitie uit naar voren komt op mitigatie én adaptatie, en als we het Paris Rulebook hebben afgerond. Ook belangrijk is dat we een manier vinden om constructief over klimaatfinanciering te spreken, dat we een inhoudelijke balans vinden.
De COP26 is ook een peilmoment: hoe doen we het mondiaal en waar staan we nu? Van de COP gaat ook een katalyserende werking uit en veel initiatieven zullen tijdens de COP worden gepresenteerd. De COP zal ook laten zien waar het beter moet en waar we nieuwe initiatieven nodig hebben. We zullen er in de beeldvorming van de COP voor moeten waken dat het niet lijkt of álles moet gebeuren op deze top, maar dat we met elkaar constateren dat dit inderdaad een belangrijk moment is maar dat we vooral nog veel met elkaar moeten gaan dóén.”
Mara de Pater naar de COP26: “Verduurzaming van de reisindustrie moet hoger op de agenda”
Klimaatgezant over COP26: “Klimaatbeleid is gestruikeld, nu moeten we accelereren”