Enexis past regels over toekenning transportcapaciteit elektriciteit niet goed toe, ACM verklaart klacht zonnepark gegrond.
Partijen die een geschil hebben met de netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van de Elektriciteitswet 1998 (“E-wet”) uitoefent kunnen een dergelijk geschil voorleggen aan de Autoriteit Consument en Markt (“ACM”). In dit blogbericht bespreken wij zo’n geschilbesluit van de ACM
De zaak Zonnepark Woudbloem B.V. (“Woudbloem”) tegen Enexis Netbeheer B.V. (“Enexis”) draait om de vraag of Enexis de regels over de toekenning van transportcapaciteit voor elektriciteit goed heeft toegepast.
Woudbloem heeft transportcapaciteit voor invoeding aangevraagd bij Enexis voor haar zonnepark. Eind augustus 2024 heeft Enexis aan Woudbloem laten weten dat dit verzoek niet toegekend kan worden omdat sprake is van zogenaamde netcongestie in het bovenliggende net van TenneT TSO B.V. (“TenneT”). Woudbloem kan zich niet verenigen met dat standpunt en heeft een klacht ingediend bij de ACM.
Voor zover hier relevant zet de ACM uiteen dat de regels over de toekenning van transportcapaciteit zijn neergelegd in art. 24 E-wet en hoofdstuk 9 van de Netcode elektriciteit. Deze regels zijn als volgt.
Ten eerste moet Enexis bij de aanvraag van Woudbloem nagaan of de beschikbare transportcapaciteit in zijn net voldoende is om aan de door Woudbloem gevraagde transportcapaciteit te voldoen. Zo nee, dan is sprake van netcongestie. In dit geval constateert de ACM dat inderdaad sprake is van netcongestie omdat de door Woudbloem gevraagde 30 MVA transportcapaciteit de beschikbare transportcapaciteit overschrijdt.
Vervolgens moet Enexis onderzoeken of de beschikbare transportcapaciteit en de gevraagde transportcapaciteit met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht. Als dit het geval is moet Enexis zo snel mogelijk de benodigde maatregelen treffen om de beschikbare en gevraagde transportcapaciteit met elkaar in overeenstemming te brengen. Als dit niet mogelijk blijkt mag Enexis het verzoek van Woudbloem om transportcapaciteit afwijzen.
De ACM constateert dat Enexis in dit geval onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden om de door Woudbloem gevraagde transportcapaciteit en de beschikbare transportcapaciteit met elkaar in overeenstemming te brengen. Zo heeft Enexis onder andere nagelaten om te vragen naar de mogelijkheid of Woudbloem de gevraagde transportcapaciteit kon verlagen. Daarmee heeft Enexis niet alle voorgeschreven mogelijkheden onderzocht. Enexis heeft dus niet voldaan aan de eisen die de E-wet en de Netcode elektriciteit stellen aan een weigering voor het uitvoeren van transport. Op dit punt wordt de klacht van Woudbloem gegrond verklaard.