Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Legalisatie PAS melders: weer een kink in de kabel?

Ondernemers die onder de PAS konden volstaan met een melding bij GS voor een voorgenomen project moeten na de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019 constateren dat hun bedrijfsactiviteit, gebaseerd op die melding, onrechtmatig is. Deze groep, ongeveer 3300 gevallen, noemen we de zogenaamde PAS melders. De wetgever heeft zich de belangen van deze groep aangetrokken en in art.1.13a Wnb, inmiddels art.22.21 Omgevingswet, geregeld dat deze PAS melders kunnen worden gelegaliseerd. Als einddatum voor deze legalisatie is gesteld: 28 februari 2025. Volgens het op de wet gebaseerde Legalisatieprogramma PAS-meldingen zou dan de laatste PAS melder medio 2025 duidelijkheid hebben over het alsnog verkrijgen van een natuurvergunning. Echter, de legalisatieprocedure verloopt uiterst moeizaam. Slechts een zeer beperkt deel is inmiddels, februari/maart 2025, voorzien van een vergunning of andere definitieve oplossing.

25 maart 2025

Blog

Blog

Handhaving

Sinds 2021 lopen er handhavingsprocedures. Milieuorganisaties verzoeken om handhaving omdat de ondernemers geen geldige natuurvergunning hebben die ze wel nodig hebben. De Colleges van GS willen niet aan handhaving meewerken, mede gelet op de benarde positie waarin de PAS melders verkeren. 

De kernvraag bij handhaving luidt: is er zicht op legalisatie en/of is handhaving onevenredig in verhouding tot de doelen die de regeling die is overtreden dienen. 

Rechtspraak

Deze vraag is al aan de orde geweest bij de Afdeling. In uitspraken van 28 februari 2024,  (o.a. ECLI:NL:RVS:2024:838). 

De Afdeling oordeelde dat er redenen kunnen zijn om, in ieder geval tot medio 2025 af te zien van handhaving gelet op de bijzondere situatie waarin de PAS melders zich bevinden en gelet op het legalisatieprogramma. Mits er bij het besluit tot afzien van handhaving ook wordt getoetst aan het natuurbelang. Dat laatste belang moet niet in de weg staan aan afzien van legalisatie bijv. door het treffen van maatregelen. 

Inmiddels is het 2025 en het legalisatieprogramma schiet niet op. Het kabinet wil een wetsontwerp in procedure brengen om de termijn te verlengen tot 2028.De Raad van State heeft inmiddels geadviseerd het wetsvoorstel aan te passen. Zo stelt de Afdeling Advisering o.a. de vraag of het echt zo is dat met dit ontwerp daadwerkelijk de kans wordt vergroot dat besluiten om niet handhavend op te treden bij de bestuursrechter in stand blijven. De Raad van State ziet in de toelichting niet waarop deze veronderstelling is gebaseerd. 

Gelderland

Tegen de achtergrond van deze discussie heeft de rechtbank Gelderland een oordeel geveld in een aantal handhavingszaken betreffende de PAS melders ( o.a. ECLI:NL:RBGEL:2025:1141). 

De rechtbank oordeelde dat het beroep van eisers gegrond was. Het besluit van GS voldeed niet aan de eisen van de uitspraak van 28 februari 2024. Een aanvullende motivering middels een ecologisch onderzoek kon GS, en de betreffende ondernemer, ook niet baten. 

De rechtbank acht het onaannemelijk dat medio 2025 het legalisatietraject bij het bedrijf waartegen de procedure liep, zal zijn gestart. Als de rechter de rechtsgevolgen van het besluit om niet te handhaven in stand zou laten, zou niemand daar wat mee opschieten omdat er dan medio 2025 weer een nieuw handhavingsverzoek zou komen. Bovendien wenst de veehouderij haar voorrangspositie in het legalisatietraject, te behouden. 

Gelet hierop moet GS opnieuw beslissen op het handhavingsverzoek voor 1 juli 2025. 

Lastig

Kortom, GS en de betreffende ondernemer zijn in een lastig parket terecht gekomen. Het is de vraag of een verwijzing naar het legalisatieprogramma baat, nu dit wordt uitgesteld tot na medio 2025 en mogelijk zelfs tot 2028.Tevens is het vraag of er nog een beroep kan worden gedaan op de uitspraak van 28 februari 2024 van de Afdeling. Die uitspraak was namelijk gebaseerd op een legalisatietraject tot medio 2025. 

Mogelijk dat handhaven na medio 2025 nog steeds onevenredig is. Dat zal dan wel goed moeten worden gemotiveerd met een ecologisch rapport waarin de belangen van de natuur zijn meegewogen. Dat kan dan wel met zich meebrengen dat er door de individuele ondernemer (pijnlijke) maatregelen moeten worden getroffen teneinde de ammoniakemissie terug te dringen zodat GS dan met recht kan betogen dat daarmee ook tegemoet wordt gekomen aan het natuurbelang. Echter, het recente advies van de Raad van State maakt het er niet gemakkelijker op. 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter