Zodra er gesproken wordt over de warmtetransitie, denken de meeste mensen aan hoge kosten en technologische ontwikkelingen. De warmtetransitie gaat immers over het veranderen van onze warmtebron; we gaan van het aardgas af en passen onze gebouwen aan om deze te verwarmen met alternatieve duurzame warmtebronnen. In dit artikel wordt uiteengezet waarom de financiële en technische aspecten ondergeschikt moeten zijn aan het maatschappelijke aspect van de transitie. De transitie kan namelijk gepaard gaan met ingrijpende veranderingen bij mensen thuis. Dit vraagt om acties op maat en aansluiting bij de persoonlijke situatie. Door de lange termijn en vele onzekerheden rondom de tijdsplanning en de meest voor de hand liggende alternatieven, lijkt de warmtetransitie alleen nog voor koplopers te zijn. De aanpak vanuit gemeenten laat hierin te wensen over. In dit artikel worden tips gegeven om de aanpak van gemeenten te verbeteren.
Een integraal werkende gemeente, waar de verschillende ambtenaren samen zorgen dat alle onderwerpen in één vraagstuk behandeld worden, is van grote meerwaarde voor de succesvolle uitvoering van de warmtetransitie. Meerdere domeinen komen namelijk samen in de verschillende aspecten van de warmtetransitie. Denk hierbij aan de sociaaleconomische ongelijkheid die vergroot wordt door de stijgende gasprijzen. Voor de aanpak van de onderliggende, structurele problemen werkt een goede samenwerking van verschillende beleidsdomeinen positief. Om de mensen optimaal te bereiken, moeten beleidsmedewerkers duurzaamheid samenwerken met het sociaal domein, sociale wijkteams of organisaties, de woningcorporaties en alle andere partijen die gekoppeld zijn aan de transitie. De integrale benadering zorgt ervoor dat ambtenaren van de verschillende domeinen samen de aanpak vormgeven en dat de verschillende belanghebbenden beter vertegenwoordigd worden.
De warmtetransitie zal op drie vlakken impact hebben: ecologische impact (milieu/klimaat), sociale impact (welzijn/gezondheid), economische impact (welvaart/werkgelegenheid). Dit is tevens een reden om de transitie integraal te laten landen binnen de gemeente. Ook binnen de gemeentelijke organisatie zullen de gevolgen van de warmtetransitie overal merkbaar zijn. Een transitie, zoals de warmtetransitie, zet een nog deels onbekende verandering in gang. Het doel is bekend: overstappen van aardgas op alternatieve duurzame warmtebronnen, maar de verschillende wegen daarnaartoe zijn niet allemaal bekend. Gemeenten moeten daarom wendbaar zijn om aan te kunnen blijven haken bij de transitie en de veranderende gevolgen voor de maatschappij. Het is van belang dat een gemeente haar inwoners begrijpt, ondersteunt en inspeelt op de veranderende behoeften.
Niet iedere gemeente hoeft natuurlijk zelf het wiel uit te vinden. Er hebben al verschillende pilots plaatsgevonden en ik adviseer gemeenten dan ook om te leren van succesvolle (en minder succesvolle) voorbeelden in andere gemeenten. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft bijvoorbeeld lessen getrokken uit de proeftuinen van het Programma Aardgasvrije Wijken (PBL, 2021; zie bronnenlijst).
Naast het milieuaspect hebben woningverduurzaming en stoppen met het gebruik van aardgas een financiële drijfveer gekregen, bijvoorbeeld door de stijgende gasprijzen. Echter, een groot deel van de mensen die het meest gebaat zijn bij de financiële besparing van energiebesparingsmaatregelen, heeft niet de mentale rust en ruimte om zich hierin te verdiepen. Zaken die continu of op korte termijn aandacht vragen, nemen mentale ruimte in beslag. Denk hierbij aan werkdruk, financiële zorgen of gezondheidsproblemen. Mensen geven hieraan prioriteit en zijn nog niet bezig keuzes en langetermijnveranderingen die met verduurzaming gepaard gaan. 2050 lijkt immers nog ver weg, dus voelen mensen niet de druk om zich daar zorgen over te maken. Om als gemeente deze mensen te bereiken en aan te zetten tot actie, is het belangrijk om ze te ontzorgen en ondersteuning en advies op maat aan te bieden. Het is van belang om inwoners te faciliteren en ze daarmee in staat te stellen om te verduurzamen. Hierbij kan het positief werken wanneer ze advies ontvangen van mensen waarin ze zichzelf herkennen.
Voordat je als gemeente goed kunt ondersteunen, adviseren en ontzorgen, is het belangrijk om je bewust te zijn van verschillen tussen mensen en doelgroepen. Klimaatontkenners, tegengeluiden en polarisatie hebben allemaal een invloed op de te kiezen aanpak. Gelukkig is het in sommige gevallen ook een kwestie van tijd. Mensen hebben tijd nodig om de transitie te accepteren en te beseffen dat ook zij er deel van uitmaken. Dit is ook mooi verwoord in ‘Omarm de chaos’ van Jan Rotmans en Mischa Verheijden:
“Het is belangrijk om te beseffen dat polarisatie altijd tijdelijk is. Het hoort bij chaos. Maar uiteindelijk ziet iedereen in dat het in gang gezette onomkeerbaar is. Als je op een hoger bewustzijnsniveau komt, ga je nooit meer terug naar een lager bewustzijnsniveau. Je gaat dingen zien die je eerder niet zag, en dat kun je moeilijk wegfilteren. Je beseft dat als je teruggaat, je ook een stap terug in de tijd zet. We gaan nooit meer terug naar de kolenmijnen, en over twintig jaar ook niet meer naar gas en olie.” (Rotmans & Verheijden, 2021: blz. 34)
Eigenaar-bewoners behouden graag autonomie wanneer het gaat over veranderingen die betrekking hebben op hun woning. Hierbij zijn communicatie, participatie en inspraak van groot belang. Als ambtenaar is het goed om je te verdiepen in manieren om inwoners advies te geven over woningverduurzaming en de woning gereedmaken voor een alternatieve duurzame warmtebron. Verschillende factoren spelen daarbij een rol: de situatie waar de inwoner zich in bevindt (soort woning, financiële situatie etc.), het gedrag van de inwoner (hoe milieubewust is deze persoon), de vaardigheden van de inwoner (kennis en kunde) en de overtuigingen van de inwoner (houding tegenover verduurzaming en klimaatverandering en zijn/haar eigen rol hierin).
Sommige van deze factoren zijn makkelijker te beïnvloeden dan anderen. Zo kun je als gemeente via krantenberichten, brieven of informatieavonden de inwoners informeren over het belang van de warmtetransitie, maar is het niet mogelijk om de woningsituatie of financiële capaciteit van individuele inwoners aan te pakken. Het is goed om je hier als gemeente bewust van te zijn, maar je te richten op die aspecten die te beïnvloeden zijn. Onthoud wel, een goede adviseur legt inwoners niet zomaar iets op, maar gebruikt bijvoorbeeld informatie om bewustwording te creëren.
Een adviesbureau, zoals Kinran, kan een gemeente ondersteunen met inhoudelijke kennis en competenties. Door een scala aan adviseurs met verschillende ervaringen en invalshoeken, kan er gezorgd worden voor een gedegen advies. Verschillende adviseurs weten elkaar te vinden en zo elkaars kennis en kunde te gebruiken om het eigen werk meerwaarde te geven.
Om invloed uit te oefenen op mensen, is het van toegevoegde waarde wanneer de prikkels die gebruikt worden aan de volgende kenmerken voldoen:
eenvoudig, ontzorg mensen zo veel mogelijk door ze simpele keuzes te geven;
aantrekkelijk, sluit aan bij de persoonlijke situatie van mensen door de prikkel te personaliseren en beloon goede keuzes;
sociale omgeving, zodra de norm in de omgeving verschuift, zijn mensen meer geneigd om zich aan te passen; en
tijdig, zorg dat de prikkel op de juiste momenten ingezet wordt en je momentum creëert.
Dit zijn vier mooie handvatten voor gemeenten om toe te passen in projecten, bij acties en in de communicatie omtrent de warmtetransitie.
De warmtetransitie gaat een grote impact hebben op onze leefomgeving; dit biedt de kans om naast duurzaamheid ook andere aspecten van een buurt te verbeteren. De warmtetransitie is namelijk geen opzichzelfstaande ontwikkeling. Als gemeenten zich hiervan bewust zijn, kunnen kansen optimaal benut worden en worden de mogelijkheden zichtbaar om verschillende ontwikkelingen tegelijk aan te pakken. Wanneer ambtenaren de wijk in gaan om het gesprek te houden over de warmtetransitie, kunnen ze ook vanuit de inwoners inzichten krijgen over andere ontwikkelmogelijkheden in de wijk. De slagingskans van acties gericht op de warmtetransitie worden vergroot wanneer deze acties worden gekoppeld aan andere uitdagingen en mogelijkheden in de wijk. Zo ontstaat er een betere borging van de nieuwe ideeën in de samenleving. Een focuswijk voor de warmtetransitie, bijvoorbeeld via het opstellen van een Wijkuitvoeringsplan, kan ontwikkeld worden om de wijk ook groener, gezonder, kindvriendelijker, autoluw of toekomstbestendig te maken. Hierbij is ook weer de integrale benadering van belang die eerder werd benoemd.
In de warmtetransitie moet dus de mens centraal worden gezet. Een gemeente kan dit bereiken door integraal te werk te gaan, aandacht te hebben voor de specifieke situatie, een goede adviesrol aan te nemen en te zoeken naar koppelkansen. De warmtetransitie is echter niet de enige uitdaging die gemeenten te wachten staat. Op het gebied van duurzaamheid en klimaat, is er nog een thema dat aandacht vereist: klimaatadaptatie. Klimaatverandering is al in volle gang en weersextremen komen vaker voor en houden langer aan. Om hierop te anticiperen is het van belang dat gemeenten klimaatadaptief ingericht worden.
In ruimtelijke plannen moet toekomstbestendigheid een grote rol spelen, denk hierbij aan ruimte voor groen en biodiversiteit en een waterrobuuste inrichting. Waterrobuust houdt in dat het watersysteem is voorbereid op weersextremen. In periodes van hevige regenval moet er ruimte zijn voor het water om geborgd te worden. Hierdoor wordt voorkomen dat riolen overstromen en water op de straten blijft staan. Ook betekent een waterrobuuste inrichting dat water binnen de gemeente opgevangen wordt, zodat het in tijden van droogte beschikbaar is. Klimaatadaptief of natuurinclusief (ver)bouwen en circulaire keuzes maken, zorgen ervoor dat ontwikkelingen toekomstgericht zijn en ontstaan met aandacht voor de natuur. Er wordt dus in de ontwerpen rekening gehouden met ruimte voor natuur en groen binnen steden en wijken. De gemeente Amsterdam heeft een brochure geschreven over natuurinclusief bouwen en ontwerpen waarin twintig tips uitgeschreven worden om flora en fauna een centrale plek te geven in gebiedsontwikkeling. Deze brochure kan voor andere gemeenten dienen als inspiratie en leiden tot meer bewustwording (Gemeente Amsterdam, 2018; zie bronnenlijst).
Gemeente Amsterdam. (2018). Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in twintig ideeën. https://duurzaamheid-ruimte.nl/TOOLBOX%20Instrumenten/documenten/Natuurinclusief%20verbouwen/Brochure_natuurinclusief%20bouwen%20en%20ontwerp_Gemeente%20Amsterdam.pdf
Planbureau voor de Leefomgeving (2021). Warmtetransitie in de praktijk. Leren van ervaringen bij het aardgasvrij maken van wijken. https://www.pbl.nl/publicaties/warmtetransitie-in-de-praktijk
Rotmans, J. & Verheijden M. (2021). Omarm de chaos. De Geus. EAN: 9789044546538
Service, O. et al. (2014). EAST Four simple ways to apply behavioural insights. The Behavioural Insights Team.