Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Na jaren verwaarlozing moet Nederland nu snel een funderingscrisis afwenden

Een decennia sluimerend en grotendeels genegeerd probleem dreigt de komende jaren als een boemerang terug te slaan: zonder preventieve maatregelen krijgen honderdduizenden gebouwen te maken met verzakkingsschade. De kosten kunnen oplopen tot tientallen miljarden euro’s. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur is snel een systeemverandering nodig. “Overwaarde op overwaarde op overwaarde vonden we normaal, investeren in funderingen niet.”

29 februari 2024

Artikelen

Artikelen

Gevels in Haarlem. De stad werkt al jarenlang aan funderingsproblemen.

Ongeveer 425.000 gebouwen hebben verzakkingsschade of krijgen daar tot 2035 mee te maken. Het totale schadebedrag kan oplopen tot 54 miljard euro. Naast financiële schade, zijn er ook grote emotionele en maatschappelijke gevolgen. Een slechte fundering ondermijnt de basisbehoefte van een veilig en betaalbaar huis. Klimaatverandering vergroot en versnelt bovendien het probleem, want door verdroging lopen meer funderingen risico op schade. Zonder overheidsingrijpen wordt de funderingsproblematiek zo een funderingscrisis.

Tot die conclusies komt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het donderdag gepresenteerde advies ‘Goed gefundeerd’. Alle hens aan dek om de funderingscrisis te voorkomen, is de strekking van het advies.

Maar eerst: hoe kon het zover komen? Nieuw en onbekend is de funderingsproblematiek niet. De dreiging van de crisis hang al 20 jaar boven de Nederlandse gebouwde omgeving. Sterker, in deltaland Nederland, vol met laaggelegen en slappe bodems, weten we al eeuwen dat het bodem- en watersysteem grote invloed heeft op gebouwen.

Funderingsrisico’s zijn een ‘Black box’

Voor een effectieve aanpak is informatie op gebouwniveau nodig, en die is vooralsnog schaars. Gebouweigenaren, makelaars, hypotheekverstrekkers en overheden hebben geen belang bij transparantie, uit angst om voor kosten op te moeten draaien.

Raadslid van de Rli en commissievoorzitter Jantine Kriens: “De markt heeft de laatste jaren niet goed gefunctioneerd. Makelaars, banken en eigenaren hebben geen belang het inprijzen van funderingsproblemen in woningprijzen. Overwaarde op overwaarde op overwaarde vonden we normaal, investeren in funderingen niet.”

Het openbreken van de huidige ‘black box’, zoals de Raad het noemt, begint met het verbeteren van de beschikbaarheid van informatie. De Raad adviseert om van elk gebouw in Nederland de funderingsrisico’s inzichtelijk te maken in een openbare database. Die transparantie is voor gebouweigenaren de prikkel om aan de slag te gaan, zegt Kriens. De waarde van het bezit daalt immers zolang er niets wordt gedaan. Zo doorbreek je situaties waarbij sommige bewoners voortvarend funderingsschade willen aanpakken, terwijl buren willens en wetens hun kop in het zand steken.

Geld en capaciteit

Anderzijds: funderingsproblematiek aanpakken is duur en complex. Woningeigenaren opzadelen met een lagere woningwaarde zonder ze te helpen met het oplossen van de problemen, is niet wenselijk, aldus de Raad. Het advies is om het opstellen van een herstelplan voor 70 procent te subsidiëren. Van de daadwerkelijke herstelkosten kan de overheid tijdelijk 30 procent op zich nemen, tot de markt goed functioneert.

Als eigenaren uit de startblokken komen, moet de bouwsector daar wel op zijn ingericht. Dat is momenteel niet het geval. Nu wordt jaarlijks bij slechts duizend gebouwen de fundering volledig hersteld, illustreert Kriens. De raad pleit daarom voor een ‘nationale coördinator funderingsproblematiek’, die met uitvoerende partijen afspraken maakt over snelle opschaling van de capaciteit, standaardisatie van werkzaamheden, kwaliteitsborging en innovatie. Kriens: “Die capaciteit komt er niet vanzelf. Er moeten goede afspraken worden gemaakt. Ook over de kwaliteit, want mensen moeten niet afhankelijk zijn van beunhazen.”

Terwijl eigenaren en bouwers aan de slag gaan met het herstellen van funderingen, moet de overheid vol blijven inzetten op het voorkomen van verdere funderingsschade. Een voortvarende aanpak van klimaatverandering en de gevolgen daarvan hoort hier ook bij, al gebeurt er volgens Kriens op dit vlak al best veel. “Er zit een versnelling in hoe we klimaatverandering tegengaan. Er worden maatregelen genomen tegen CO2- en stikstofuitstoot. Dat heeft een positieve invloed op verdroging en het waterpeil.”

Aan al deze maatregelen zit uiteraard wel een prijskaartje voor het Rijk. Tot en met 2035 is 12 miljard euro nodig, raamt de Raad. “Maar”, zegt Kriens, “als je de boel de boel laat, worden de kosten nog veel hoger.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter