De gemiddelde overschrijding van de kritische depositiewaarde is sinds 2005 ruim gehalveerd. Daardoor is ook het oppervlak stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden met een lagere stikstofdepositie dan de kritische depositiewaarde toegenomen: van 20% in 2005 tot circa 30% in 2023. Dus ongeveer 70% van het oppervlak stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden heeft in 2023 een stikstofdepositie hoger dan de kritische depositiewaarde.
In 2023 was de stikstofdepositie gemiddeld circa 335 mol per hectare per jaar hoger dan de kritische depositiewaarde (KDW). Deze gemiddelde overschrijding is vergelijkbaar met 2022. In 2005 was dit nog 815 mol per hectare per jaar. De gemiddelde overschrijding is daarmee sinds 2005 ruim gehalveerd. Deze afname van de overschrijding van de KDW is het gevolg van een afname van de totale stikstofdepositie. In stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is tussen 2005 en 2013 ongeveer 20% minder stikstof terechtgekomen. Na 2014 is de depositie ongeveer gelijk gebleven. Door wisselende weersomstandigheden is er variatie van jaar tot jaar in de depositie. CLO-indicator Stikstofdepositie (clo.nl) gaat verder in op de ontwikkeling van stikstofdepositie in Nederland.
De afname van de stikstofdepositie heeft echter slechts in beperkte mate geleid tot een stikstofdepositie onder de KDW voor veel habitattypen. Deze habitats kennen dus nog een te hoge stikstofdepositie, hoewel de mate van overbelasting is afgenomen. Daardoor werkt de afname van de overschrijding maar beperkt door in een toename van het oppervlak waar de stikstofdepositie lager is dan de KDW.
In 2005 had ongeveer 20% van de stikstofgevoelige habitattypen in Natura 2000-gebieden een stikstofdepositie lager dan de kritische depositiewaarde (KDW). Dit percentage is toegenomen tot 30% in 2023. Deze toename vond vooral plaats tot 2010. Daarna is deze ontwikkeling afgezwakt. Dit is in lijn met de afgezwakte daling in depositie.
De Nederlandse overheid wil de kwaliteit van de natuur verbeteren door onder andere de depositie van stikstof te verminderen op stikstofgevoelige habitattypen in Natura 2000-gebieden. Veel habitattypen kunnen maar een bepaalde hoeveelheid stikstofdepositie aan zonder dat er een risico ontstaat dat de oorspronkelijke vegetatie daardoor aangetast wordt. Deze grens heet de kritische depositiewaarde (KDW).
De kritische depositiewaarde (KDW) geeft aan hoeveel stikstof de natuur aankan zonder dat er schade ontstaat. Het is een wetenschappelijke waarde die ecologen hebben bepaald. Hoe meer stikstof op de natuur terecht komt en hoe langer dat duurt, hoe groter de kans is dat de natuur verslechtert (Nilsson & Grennfelt, 1988; Bobbink & Hettelingh, 2011). De hoeveelheid stikstof die de natuur aankan verschilt per type natuur (habitattype). Daarom heeft elk habitattype een eigen KDW (Wamelink et al., 2023).
Er zijn ruimtelijke verschillen in de overschrijdingen van de KDW. De grootste overschrijdingen van de KDW vinden plaats in Natura 2000-gebieden met natuur met een lage KDW en een relatief hoge depositie. Voorbeelden hiervan zijn gebieden met hoogveen-, heide en bosgronden. Hierdoor zijn er grote verschillen te zien tussen provincies. Om voor deze gebieden de depositie onder de KDW te brengen, zou de stikstofdepositie verder moeten dalen dan de gepresenteerde landelijk gemiddelden.
Door de landbouw, het verkeer en de industrie komen de stikstofverbindingen ammoniak en stikstofoxiden in de lucht terecht (Herkomst stikstofdepositie (clo.nl)). Die slaan als stikstofdepositie neer op bodem en planten. Te veel stikstofdepositie is schadelijk voor gevoelige vegetaties, omdat het ervoor zorgt dat de bodem rijk wordt aan voedingsstoffen. Planten die het juist goed doen op voedselarme grond verdwijnen hierdoor. Zo verdringen grassen bijvoorbeeld heide. Daarmee verdwijnen ook dieren die van deze zeldzame planten leven en neemt de biodiversiteit af.
Bij het verlagen van de depositie van stikstof richt de Nederlandse overheid zich vooral op de Natura 2000-gebieden. Daarin worden kwetsbare habitattypen beschermd. In 2021 is de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) aangenomen. In deze wet is vastgelegd hoe groot het aandeel van stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden moet zijn met een stikstofdepositie lager dan de KDW: in 2025 is het doel 40%, in 2030 50% en in 2035 74%.
Deze indicator laat het beeld zien van de overschrijding van de KDW, specifiek in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden in Nederland. Dit komt overeen met de formulering van de doelen in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. De indicator Milieukwaliteit van landnatuur: stikstofdepositie (clo.nl) geeft het beeld van alle landnatuur, dus ook de natuur buiten de Natura 2000-gebieden.
Bobbink, R. & J. Hettelingh (Ed.) (2011), ‘Review and revision of empirical critical loads and dose-response relationships: Proceedings of an expert workshop, Noordwijkerhout, 23-25 June 2010’, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), report 680359002
Nilsson, J., P. Grennfelt (1988), ‘Critical Loads for Sulphur and Nitrogen; Report from a Workshop Held at Skokloster, Sweden, 19–24 March, 1988’, Miljø rapport 1988: 15. Nordic Council of Ministers, København
RIVM (2024). Monitor stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden 2024. Auteurs: Marra, W.A., Hazelhorst, S.B., de Jongh, L.A., Wichink Kruit, R.J., Schram, J.M., Brandt, K.M.F. Rapport 2024-0076. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
Wamelink, W., H. van Dobben, F. van der Zee, A. van Hinsberg, R. Bobbink (2023), ‘Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura 2000: Herziening 2023’. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 3272.