De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is blij met een aantal belangrijke punten uit de voorjaarsnota. Het is goed dat het demissionair kabinet voorstelt om de korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s langer te laten gelden. Ook is het belangrijk dat er onder andere geld beschikbaar wordt gesteld voor elektriciteitsnetten op zee, voor de subsidieregeling en het waarborgfonds voor warmtenetten en voor het stimuleren van vergassingsprojecten. De NVDE ziet wel tot haar spijt dat er wederom een greep is gedaan in de pot waaruit de SDE wordt betaald.
Het kabinet stelt in de Voorjaarsnota voor dat de korting op de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije auto’s langer blijft bestaan en geleidelijk wordt afgebouwd.
De NVDE is hier blij mee. Veel mensen die de overstap naar elektrisch rijden overwegen, hebben behoefte aan deze duidelijkheid. Hiermee zal de ingroei van emissieloze personenauto’s in het wagenpark, die de laatste tijd afremt, weer toenemen. Het is goed dat het demissionair kabinet de tariefkorting wil verlengen en geleidelijk afbouwen. Zonder deze ingreep zou elektrisch rijden fiscaal zwaarder belast worden dan rijden op benzine of diesel. Kanttekening is wel dat de subsidie voor tweedehands elektrische auto’s vanaf 2025 vervalt. Dat is jammer. Elektrische auto’s zouden ook op langere termijn fiscaal niet duurder mogen zijn dan auto’s met een verbrandingsmotor.
Het kabinet trekt cumulatief € 500 miljoen uit voor Netten op Zee, cumulatief € 973 miljoen voor subsidie voor warmtenetten, € 215 voor het waarborgfonds voor warmtenetten en € 500 miljoen voor vergassingsprojecten.
De NVDE is blij met het budget dat hiervoor wordt voorgesteld. Windenergie op zee is een cruciaal onderdeel van onze energievoorziening en draagt bij aan verduurzaming en onafhankelijkheid van fossiele energie van buiten de EU. Het aanleggen van netten op zee moet voortvarend doorgaan. Door het extra budget voor Netten op Zee, hoeven de nettarieven minder omhoog, waardoor elektrificatie van de industrie en mobiliteit aanlokkelijker wordt. Warmtenetten zijn in veel, met name dichtbevolkte wijken een goede oplossing voor de duurzame warmtevoorziening. De subsidie en het waarborgfonds zijn nodig om de warmtenetten van de grond te krijgen.
Minister Jetten (Klimaat & Energie) vermeldt in de begeleidende brief bij de Voorjaarsnota: “In de Voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet een beleidspakket samengesteld, waarmee beoogd wordt dat de industrie de komende jaren verder verduurzaamt. Dit pakket bestond uit verschillende fiscale maatregelen (opgenomen in Belastingplanpakket 2024 en aangekondigd voor Belastingplan 2025) alsmede subsidies uit het Klimaatfonds. De fiscale maatregelen voor de industrie die onderdeel uitmaakten van het Belastingplanpakket 2024 zijn eind december door de Eerste Kamer verworpen. Om invulling te geven aan de afspraken van vorig jaar, en tegelijkertijd rekening te houden met de zorgen van de Eerste Kamer over de lasteneffecten van maatregelen, heeft het kabinet deze Voorjaarsnota opnieuw gekeken naar het beleidspakket voor de industrie”.
Het kabinet stelt verschillende maatregelen voor om de industrie te verduurzamen. Om invulling te geven aan het voornemen om aanvullend 4 Mton uitstoot te reduceren, is het voorstel om vanaf 2028 de CO2-heffing te differentiëren en boven 50 kton de heffing verder op te hogen. Het kabinet stelt ook voor om de vrijstelling voor duaal en non-energetisch verbruik van kolen per 2027 af te schaffen en de 3e, 4e en 5e schijf in de energiebelasting op gas te verhogen. Tegelijkertijd wordt voorgesteld om de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun indirecte ETS kosten (IKC-ETS) met één jaar te verlengen (186 miljoen euro in 2024), gezien de gestegen energiekosten en het gelijke speelveld voor bedrijven.
De NVDE vindt het belangrijk dat het industriebeleid leidt tot een prikkel voor bedrijven om in Nederland ambitieus te verduurzamen. Bovendien is oog nodig voor bedrijven die al passen in het nieuwe energiesysteem, maar op dit moment in de problemen komen in concurrentie met bedrijven in andere landen. Wij vinden daarom dat een goede balans nodig is tussen de wortel en de stok voor de industrie: er is handelingsperspectief nodig om de hogere uitstootheffing voor te zijn. Daarom moeten bedrijven de juiste randvoorwaarden hebben om te kunnen verduurzamen, zoals snelle concretisering van de maatwerkafspraken, snelle doorlooptijden bij vergunningtrajecten voor duurzame projecten en energie-infrastructuur en een stikstofvrijstelling voor beide. De verlenging van de IKC-ETS maatregel is begrijpelijk maar moet vooral tijdelijk zijn totdat hier in Europees verband afspraken over zijn.
Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in 2026-2029 minder budget benodigd voor de subsidieregelingen Stimulering Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE), schrijft het kabinet in de voorjaarsnota. Deze ruimte komt ten goede van het rijksbrede beeld. In 2026 gaat het om € 1,7 miljard.
De NVDE ziet tot haar spijt dat er wederom een greep is gedaan in de pot waaruit de SDE wordt betaald. Zij ziet liever dat de meevallers in de SDE direct weer ingezet worden voor gerichte opschaling van duurzame energie en in het bijzonder duurzame warmte, zie dit onderzoek. Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland is de afgelopen jaren gegroeid naar 17 procent. Er is nog veel support nodig om door te groeien voor met name duurzame warmte en gassen. Dat duurzame energieprojecten minder subsidie nodig hebben dan vooraf geraamd, zit in het karakter van de SDE++: er wordt een vorm van ‘overprogrammering’ toegepast bij het openstellingsbudget.
Het kabinet start een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over de bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur, dat in februari 2025 afgerond moet worden.
De NVDE is blij dat deze interdepartementale werkgroep van start gaat. Elektrificatie is onmisbaar in de verduurzaming van onze economie richting 2040. Tegelijkertijd lopen we tegen problemen van netcongestie, lange vergunningprocedures en betaalbaarheid aan. De urgentie is groot om elektrificatie in onder meer de industrie en mobiliteit mogelijk te maken. Zo zijn er grote uitdagingen om de concurrentiepositie van onze industrie te waarborgen.