n de toekomst zal een groeiend aantal windturbines buiten gebruik worden gesteld. Wat doen we met deze windturbines? Er zijn grofweg twee opties: recycling en repowering. Windturbines hebben een standaardlevensduur van ongeveer 20 tot 25 jaar, waarbij sommige windturbines wel 35 jaar kunnen bereiken door levensduurverlenging. Er zijn steeds meer mogelijkheden voor repowering, dat wil zeggen: het vervangen van oude modellen door nieuwere en efficientere modellen, die de elektriciteitsproducten van windparken flink kunnen verhogen. In dit artikel gaan we in op recycling. Ongeveer 85 tot 90 procent van de totale massa van windturbines kan worden gerecycled. Voor de meeste onderdelen – de fundering, de toren en componenten in de gondel – gelden vaste recyclingpraktijken. Windturbinebladen zijn moeilijker te recyclen, vanwege de composietmaterialen die bij de productie ervan worden gebruikt, maar ook hier worden forse stappen gezet.
De meeste onderdelen van een windturbine, zoals de fundering, de toren en de componenten in de gondel, kunnen goed worden gerecycled. De grondstoffen van deze componenten hebben voldoende waarde voor secundaire markten. Het staal in torens is bijvoorbeeld 100% recyclebaar en kan zonder kwaliteitsverlies opnieuw worden gebruikt. Staalschroot wordt beschouwd als een waardevolle grondstof voor de staalproductie. Vanwege de waarde ervan bestaat er een gevestigde markt voor staalschroot.
De behandeling van funderingen tijdens ontmanteling verschilt van land tot land. In sommige landen moeten funderingen worden verwijderd. Het beton van verwijderde funderingen kan worden gerecycled tot aggregaat voor bouwmaterialen of wegenbouw. In andere landen kunnen funderingen (gedeeltelijk of volledig) ter plaatse worden gelaten als verwijdering tot grotere gevolgen voor het milieu zou leiden of als de grondeigenaar dit heeft gespecificeerd.
Windturbinebladen moeten sterk genoeg zijn om orkaanwinden te weerstaan en licht genoeg om in de wind te draaien. Ze zijn gemaakt van een samenstelling van verschillende materialen, zoals glas- of koolstofvezels en hard. Dit is moeilijk recyclebaar, omdat het moeilijk wordt afgebroken of gescheiden, waardoor traditionele recyclingmethoden niet effectief zijn.
Zo is er het initiatief CETEC. Een coalitie van industriële en academische leiders hebben een nieuwe technologie ontwikkeld om circulariteit mogelijk te maken voor thermohardende composieten. De nieuwe technologie bestaat uit twee stappen: Eerst worden thermohardende composieten gedemonteerd tot vezels en epoxy. Vervolgens wordt de epoxy door een nieuw chemisch cyclisch proces verder opgesplitst in basiscomponenten die vergelijkbaar zijn met nieuwe materialen. Deze nieuwe materialen kunnen vervolgens opnieuw gebruikt worden bij de fabricage van nieuwe turbinebladen. Hierdoor ontstaat een nieuwe circulaire route voor epoxyhars.
Ook Circular Recycle Company (CRC) heeft een technologie in handen waarmee recycling van de wieken wél mogelijk is. Dit gaat als volgt: Jansen Recycling Group snijdt de bladen in kleinere stukken en levert die aan CRC. CRC kan de windturbinebladen met behulp van een shredder en granulator omtoveren tot een recyclaat van glas- en koolstofvezel. Dit is ongeveer 70 procent van voormalige windturbinebladen en kan gebruikt worden om nieuwe producten te maken zoals douchebakken, vloeren en aanrechtbladen. De 30 procent die overblijft, is stof. Hier maakt CRC pyro-olie van, dat gebruikt kan worden voor de plasticproductie.
Composietrecycling is overigens niet alleen een uitdaging voor de windindustrie, maar een sectoroverstijgende uitdaging. WindEurope schat in dat in 2025 10 procent van het thermohardende composietafval zal bestaan uit afval uit de windsector. De relatief lage volumes composietbladafval maken het een uitdaging om een recyclingbedrijf op te bouwen dat uitsluitend op deze afvalstroom is gebaseerd.
Een goed recyclingsproces begint al bij het ontwerp. Windturbines moeten zo worden vormgegeven dat elk component gemakkelijk te demonteren en te recyclen is. Zo wordt het eenvoudiger om duurzame recyclingmethoden toe te passen, zelfs voor de lastig te recyclen composietmaterialen.
Siemens Gamesa heeft al een nieuwe kunsthars ontwikkeld die het gemakkelijker maakt de materialen te scheiden. Zonder dat de prestaties van de rotorbladen daarbij moeten inboeten. De eerste recyclebare bladen draaien al in het offshore windmolenpark van Kaskasi, Duitsland, dat wordt geëxploiteerd door het energiebedrijf RWE. Momenteel bevindt de technologie zich in de proeffase. Siemens Gamesa wil in 2040 100 procent recyclebare windturbines gaan produceren.