Het is al lang bekend dat stikstofdepositie, waarbij stikstof uit de atmosfeer in de bodem of het water terechtkomt, op kleine schaal tot biodiversiteitsverlies kan leiden. Uit nieuw onderzoek blijkt dat dit effect ook zichtbaar is in grotere gebieden van enkele kilometers. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens uit acht Europese landen, waaronder Nederland.
Stikstof op zich is geen probleem. Planten hebben stikstof zelfs nodig om te groeien. Maar de depositie van zogenaamde reactieve stikstofverbindingen, zoals stikstofoxides (NOx) en ammoniak NH3), kan in overmaat schadelijk zijn voor de natuur en leiden tot het verlies van plantensoorten in een bepaald gebied.
De huidige stikstofrichtlijnen zijn gericht op het beschermen van de biodiversiteit. Deze richtlijnen zijn vaak gebaseerd op onderzoek in zeer kleine gebieden, van slechts enkele vierkante meters. Volgens hoofdonderzoeker Fons van der Plas is er veel minder bekend over de effecten van stikstof op grotere schaal: “We weten niet zeker of ditzelfde effect ook te zien is op grotere schalen van bijvoorbeeld enkele hectares of zelfs nog groter, terwijl dit wel implicaties kan hebben op het beleid.”
Het nieuwe onderzoek laat zien dat de negatieve effecten van stikstofdepositie inderdaad ook in gebieden van enkele hectares tot honderden vierkante kilometers te zien zijn. Van der Plas: “Bij hoge stikstofwaarden zien we dat steeds dezelfde plantensoorten verdwijnen, zoals de blauwe knoop en betonie. Deze soorten, die kenmerkend zijn voor heischrale graslanden, zijn in Nederland sterk achteruitgegaan en staan zelfs op de rode lijst van bedreigde soorten.”
Met dit onderzoek bevestigen de onderzoekers wat ze eigenlijk al vermoedden, dat op grotere schaal dezelfde regels gelden als voor kleine gebieden. Volgens hen onderstreept dit het belang van effectieve stikstofrichtlijnen en beleidsmaatregelen om de biodiversiteit in natuurgebieden te behouden. Het onderzoek biedt nieuwe inzichten die kunnen bijdragen aan het nationale debat over stikstof en biodiversiteit.