De Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) opent dit jaar voor de 3e keer. Ondernemers kunnen hiermee subsidie aanvragen als ze willen investeren in een energie-efficiënt warmtenet om bestaande woningen en gebouwen van het aardgas te halen. Een belangrijke verandering is dat ze nu subsidie krijgen voor 30% van de investeringskosten. Hierdoor is voor ondernemers vooraf direct duidelijk hoeveel subsidie ze krijgen. Aanvragen kan vanaf 1 augustus bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Met een energie-efficiënt warmtenet halen ondernemers bestaande gebouwen en woningen van het aardgas. In plaats van aardgas gebruiken deze gebouwen en woningen dan het warmtenet om te verwarmen en koelen. Zo dragen ze bij aan de warmtetransitie (de overstap van fossiele brandstoffen op duurzame warmtebronnen).
De regeling rekent dit jaar met een vast subsidiepercentage van 30% van de investeringskosten. Dit percentage is niet afhankelijk van de planning van het project of de hoeveelheid inkomsten die een ondernemer uit het warmtenet haalt. Het subsidiebedrag van de WIS werd eerder bepaald door de onrendabele top (het deel van de investering dat zich niet terugverdient). Dan is het bedrag wél afhankelijk van de planning of de inkomsten. Als het project dan tijdens de uitvoering wijzigt, brengt dit onduidelijkheden met zich mee over de hoogte van de subsidie. Een vast subsidiepercentage geeft de ondernemer dus meer zekerheid.
In de subsidieronde van 2025 zijn er meer veranderingen. Zo gaat de nieuwe WIS flexibeler om met het aansluiten van grootverbruikers (groter dan 100 kW) op het warmtenet, zoals een zwembad. Deze grootverbruikers maken soms gebruik van dezelfde infrastructuur als kleinverbruikers. Daarom kunnen ondernemers nu ook subsidie aanvragen voor onderdelen van het warmtenet die warmte leveren aan kleinverbruikers én nieuwbouw of grootverbruikers. Hierdoor kunnen zij het warmtenet sneller aanleggen.
Verder kunnen ondernemers nu ook subsidie krijgen voor bewezen technieken voor warmteopslag die het warmtenet ondersteunen. Deze leggen ze dan tegelijk met het nieuwe warmtenet aan. Ook tellen woningen mee die verwarmd worden met een gezamenlijke aansluiting (blokaansluiting) voor de minimale eis van 250 kleinverbruikersaansluitingen (kleiner dan of gelijk aan 100 kW).