De EU-windenergiedoelstelling voor 2030 ligt binnen bereik. Zo blijkt uit de Europese jaarcijfers voor windenergie in 2023 die WindEurope recent publiceerde. Dit is vooral te danken aan verbeteringen in de vergunningverlening en een opleving van de investeringen. Er blijven echter obstakels. De grootste bedreiging voor de versnelde uitbreiding van windenergie is de tijdige uitbreiding van Europa’s elektriciteitsnetten op land en op zee.
De Europese Unie heeft in 2023 een recordhoeveelheid van 16,2 GW aan nieuwe windenergiecapaciteit geïnstalleerd. 79% daarvan was wind op land. En meer dan 1 GW kwam van de repowering van oude turbines.
Het aandeel van wind in het totale elektriciteitsverbruik in de EU bedroeg in 2023 19%. Nog eens 8% kwam van zonne-energie. Hernieuwbare energiebronnen maakten in totaal 42% uit van de elektriciteitsmix.
Duitsland installeerde de meeste nieuwe capaciteit, gevolgd door Nederland en Zweden. Denemarken had met 56% het grootste aandeel van wind in zijn elektriciteitsmix. Zeven andere landen haalden meer dan een kwart van hun elektriciteit uit wind, Duitsland kreeg 31%. De totale elektriciteitsopwekking uit wind in de EU bedroeg 466 TWh, tegen 412 TWh in 2022.
WindEurope voorspelt dat de EU in 2024-30 gemiddeld 29 GW per jaar zal installeren. Dit zal de geïnstalleerde windcapaciteit van de EU in 2030 op 393 GW brengen, vergeleken met de 425 GW die nodig is om de Europese klimaat- en energiedoelstellingen te halen.
In de periode 2024-2030 blijft twee derde van de nieuwe installaties aan land. Maar de hoeveelheid offshore windinstallaties zal tegen het einde van het decennium snel toenemen. In 2030 is het aantal nieuwe installaties op zee bijna gelijk aan het aantal nieuwe installaties op land.
Europa keurde in 2023 aanzienlijk meer vergunningen goed voor nieuwe windparken op land dan in voorgaande jaren. Dit komt vooral door nieuwe EU-regels voor het toestaan van hernieuwbare energiebronnen. Duitsland en Spanje hebben 70% meer wind op land toegestaan dan in 2022 zag. Ook in Frankrijk, Griekenland, België en het Verenigd Koninkrijk waren er meer vergunningen.
Ook de investeringen in nieuwe windenergiecapaciteit waren hoger dan in 2022. Een vermindering van de inflatiedruk, een betere tariefindexering door de regeringen en een grotere zekerheid op de elektriciteitsmarkten zorgden voor een gunstiger investeringsklimaat. Alleen al de nieuwe investeringen in offshore wind bedroegen 30 miljard euro – een groot verschil met de 0,4 miljard euro die in 2022 werd geïnvesteerd.
In 2023 was er ook een grote politieke ommekeer voor het windenergiepakket van de EU, dat vervolgens door 26 regeringen werd onderschreven in het Europees Windhandvest.
Cruciaal is dat de politieke kijk op windenergie in Europa in 2023 is veranderd. De EU en de nationale regeringen erkenden dat de Europese windindustrie het moeilijk had en dringend steun nodig had. Het Wind Energy Package van de Europese Commissie in oktober bevatte 15 acties om de industrie te versterken. In december ondertekenden 26 EU-lidstaten en 300 bedrijven vervolgens het European Wind Charter waarmee ze zich ertoe verbonden de benodigde maatregelen te nemen.
Het gaat concreet om het verbeteren van het ontwerp van de veilingen:
Volledige indixatie van de prijzen zodat de inkomsten de kosten weerspiegelen;
Aanscherping van de prekwalificatiecriteria om de lat hoger te leggen voor het soort turbines dat in Europa kan worden gebouwd;
Duidelijker inzicht in veilingschema’s voor volumes, zodat de industrie beter kan plannen.
Het pakket verplicht de Europese Commissie ook om de windindustrie te ondersteunen via het Innovatiefonds en de Europese Investeringsbank, om tegengaranties te bieden ter ondersteuning van de verkoop van apparatuur.
De onlangs overeengekomen EU Net-Zero Industry Act (NZIA) verankert nu in de wet de noodzaak om de prekwalificatiecriteria aan te scherpen en stelt een ambitieus doel van 36 GW per jaar voor de productie van windturbines in Europa.
Nu de regeringen zich met het windenergiepakket en het handvest gecommitteerd hebben aan het versterken van de Europese windenergie-industrie, de investeringen zijn gestegen en de Europese toeleveringsketen voor windenergie weer winst maakt en nieuwe fabrieken bouwt die nodig zijn om de doelstellingen van de EU te halen, lijkt de weg vrij om dicht bij de EU-doelstelling te kunnen komen voor 2030, namelijk dat wind dan 35% van de elektriciteit uitmaakt, tegenover 19% nu. Voorwaarde is wel dat Europa de aanleg van netten versnelt om alle nieuwe windparken aan te sluiten.
Om de jaarlijkse windinstallaties te verhogen van 16 GW vorig jaar naar gemiddeld 29 GW per jaar tot 2030, moet Europa dringend vaart zetten achter de uitbouw van nieuwe en geoptimaliseerde elektriciteitsnetten. Honderden GW’s aan nieuwe windparken wachten momenteel op hun netaansluiting. Wachtrijen voor de aansluiting op het net vertragen de tijdige aansluiting van nieuwe windparken.
In Duitsland hebben de autoriteiten onlangs aangekondigd dat tot 6 GW aan offshore windcapaciteit wordt getroffen door vertragingen bij de aansluiting op het net. De getroffen windparken komen nu met een vertraging van maximaal twee jaar online.
De EU lijkt het probleem te adresseren met haar actieplan inzake netten. De uitvoering van dit plan moet een topprioriteit zijn en blijven voor de huidige en toekomstige Europese Commissie – en voor alle nationale regeringen. Niet alleen om het net uit te bouwen, maar ook om meer investeren in havens en andere vervoersinfrastructuur.
Lees hier het volledige rapport van WindEurope ‘Wind energy in Europe 2023 Statistics and the outlook for 2024-2030’