Op 13 juni presenteerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) het rapport ‘Schipperen met ruimte. Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee’(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website). De veiligheidsraad concludeert hierin dat de overheid tekortschiet in de in de beheersing van scheepvaartveiligheidsrisico’s bij de ‘plaatsing van vaste objecten’ op de Noordzee. Met dat laatste doelt de raad op de toenemende aanwezigheid van bouwwerken zoals offshore platforms en windturbines. De ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Klimaat en Energie (nu Klimaat en Groene Groei) hebben direct daarop hun reactie gegeven en een aantal vervolgstappen voorgesteld. De eerste stappen zijn al gezet.
Het OvV-onderzoek is gestart na onder andere het ongeval op de Noordzee met de Julietta D op 31 januari 2022. Het rapport is kritisch. De scheepvaartveiligheid is volgens de onderzoekers in het geding. De Noordzee is een van de drukst bevaren zeegebieden ter wereld en er komen steeds meer windparken bij. De ruimte voor alle gebruikers van de Noordzee wordt dus steeds schaarser, waardoor de kans op ongelukken toeneemt. De OvV noemt als zwakke punten bijvoorbeeld het beperkte inzicht in scheepvaartveiligheidsrisico’s en de onzekerheid over de effectiviteit van de beheersmaatregelen; het is daarbij onmogelijk, aldus de raad, om een goede afweging van een acceptabel risiconiveau te maken. Ook stuurt de raad aan op meer internationale samenwerking tussen de verschillende Noordzeelanden. Volgens de OvV is een andere insteek voor risicobeheersing nodig om de scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee te kunnen beheersen.
De toenmalige ministers van IenW en KenE omarmen in een eerste reactie het advies van de OvV en hebben een aantal stappen aangekondigd om de genoemde risico’s te beheersen. Zo werken IenW (DG Luchtvaart en Maritieme Zaken) en Rijkswaterstaat een ‘robuuste methodiek’ uit voor een transparante en integrale veiligheidsanalyse, met toetsbare doelstellingen voor de scheepvaartveiligheid. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een beter zicht op de risico’s en effectiviteit van de maatregelen. Dit gebeurt onder meer in een meerjarig onderzoeksprogramma met het MARIN. Ook het al eerder gestarte MOSWOZ, het programma voor Monitoring en Onderzoek Scheepvaartveiligheid bij Windenergie op Zee komt met onderzoeksresultaten. In mei 2025, een half jaar eerder dan gepland, levert het programma zijn eerste rapport op.
In het vierde kwartaal van dit jaar zullen de ministeries een vervolgreactie geven op het OvV-rapport en gaan ze concreter in op de verdere stappen voor de gewenste scheepvaartveiligheid op de Noordzee.
Voor meer informatie over scheepvaartveiligheid zie het Noordzeeloket.nl
Of bekijk het filmpje van de OvV.
Rapport ‘Schipperen met ruimte. Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee’