Windturbinebladen belanden vaak aan het einde van hun levensduur op een stortplaats. Windturbinemaker Vestas heeft een nieuwe oplossing bedacht die op epoxy gebaseerde turbinebladen circulair maakt, zonder dat het ontwerp of de samenstelling van het bladmateriaal gewijzigd hoeft te worden. Het Deense bedrijf zegt een manier bedacht te hebben waarmee alle windturbinebladen kunnen worden gerecycled, zelfs degenen die al op stortplaatsen staan. Jan Vos, voorzitter van NWEA ziet dit als weer een grote stap richting een circulaire windsector. “Circulariteit is één van de grote uitdagingen waar we voor staan, na alle inspanningen boeken we ook op dit punt vooruitgang. Dat is goed nieuws voor de aarde en het bewijst opnieuw dat onze sector leidend is, niet alleen bij de opwekking van duurzame energie – maar ook als het gaat om duurzaamheid en verantwoordelijk ondernemen.”
Turbinebladen waren voorheen een uitdaging om te recyclen vanwege de chemische eigenschappen van epoxyhars, een veerkrachtige substantie waarvan men dacht dat het onmogelijk was om af te breken tot herbruikbare componenten. Dit heeft ertoe geleid dat veel technologieleiders probeerden epoxyhars te vervangen door alternatieven die gemakkelijker te behandelen zijn.
De oplossing van Vestas is ontwikkeld via het CETEC-project, een coalitie van de industrie en academische wereld die is opgericht om circulaire technologie voor turbinebladen te onderzoeken.
Lisa Ekstrand, vicepresident en hoofd duurzaamheid bij Vestas vertelt wat de oplossing van Vestas betekent: “Voortaan kunnen we oude bladen op basis van epoxy zien als een bron van grondstoffen. Zodra deze nieuwe technologie op grote schaal wordt toegepast, kan oud bladmateriaal dat momenteel op stortplaatsen ligt, evenals bladmateriaal in actieve windparken, worden gedemonteerd en hergebruikt. Dit luidt een nieuw tijdperk in voor de windindustrie en versnelt onze reis naar circulariteit.”
Via een nieuw opgerichte waardeketen, ondersteund door de Scandinavische recyclingleider Stena Recycling en de wereldwijde epoxyproducent Olin, zal Vestas zich nu richten op het opschalen van het nieuwe chemische demontageproces tot een commerciële oplossing. In de toekomst biedt de nieuwe oplossing ook de mogelijkheid om van alle composietmaterialen op basis van epoxy een bron van grondstoffen te maken voor een bredere circulaire economie, die mogelijk ook industrieën omvat die verder gaan dan windenergie.
In veel landen naderen de eerste turbines het einde van hun operationele levensduur en dit zal de komende jaren alleen maar toenemen. WindEurope verwacht dat tegen 2025 jaarlijks zo’n 25.000 ton wieken het einde van hun levensduur zullen bereiken. Vos: “De oplossing van Vestas is dus hard nodig en komt op het goede moment.”