Wanneer een wijk volledig overgaat op een andere warmtevoorziening (zoals een warmtepomp), zijn er in veel gevallen ingrijpende veranderingen in de bestaande infrastructuur nodig.
In het informatiedocument 'Netimpact van warmtealternatieven' geven de netbeheerders gemeenten inzicht in de impact van deze verandering op de elektriciteits- en gasnetten.
Gemeenten concretiseren hun transitievisie warmte in wijkuitvoeringsplannen. Deze plannen bepalen op wijkniveau wanneer en hoe een wijk verduurzaamd zal worden. De keuze voor de definitieve warmteoplossingen hierin heeft impact op ruimte, geld, tijd en uitvoerbaarheid. Deze concretisering is snel nodig, bijvoorbeeld om tijdig voldoende ruimte te reserveren voor de benodigde transformatorhuisjes én om de ambitie van verduurzaming in de gebouwde omgeving te realiseren. De elektriciteitskabels moeten verzwaard worden en er komen extra transformatoren in de wijk. Daarvoor moet de gemeente tijdig een (omgevings)vergunning afgeven. We zien nu al dat gemeenten kleine percelen, ‘snippergroen’, verkopen waardoor de noodzakelijke grond voor uitbreiding van het net niet meer beschikbaar is.
In het informatiedocument ‘Netimpact van warmtealternatieven’ wordt een voorbeeldwijk geschetst van 1200 woningen en een vaste groei van elektrisch vervoer en zonnepanelen op de daken. Vervolgens wordt de impact op het elektriciteits- en gasnet aangegeven van de diverse warmtealternatieven. Zo zal bijvoorbeeld bij een overgang naar een all-electric warmtepomp of een (zeer) lage temperatuur warmtenet met individuele of collectieve bijverwarming er al snel een verdubbeling van het bestaande aantal transformatorstations gerealiseerd moeten worden. Hiervoor zijn -in dit voorbeeld- zo’n 22 parkeerplaatsen aan ruimte nodig.
Netbeheerders vragen gemeenten om met behulp van het informatiedocument nu al voldoende bovengrondse ruimte te reserveren en op tijd te starten met (omgeving)vergunnningstrajecten. Netbeheerders denken graag mee om samen met gemeenten de mogelijkheden te bespreken en op basis van de (wijk)uitvoeringsplannen de impact op wijkniveau inzichtelijk te maken.