Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kent vele subsidieregelingen. De Algemene Rekenkamer heeft een aantal energiesubsidies onder de loep genomen. De betrokken ministers hebben actief naar oplossingen gezocht vanwege de energiecrisis, de resultaten van die regelingen zijn wisselend.
Met de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) stimuleert de minister van Klimaat en Energie de aanschaf van warmtepompen. Particuliere huiseigenaren met een gezinsinkomen van minstens een ton maken 5 keer vaker gebruik van deze subsidie dan eigenaren met een gezinsinkomen tot € 25.000.
In de periode 2016-2022 heeft de minister € 469 miljoen subsidie gegeven aan particuliere en zakelijke aanvragers. Daarmee zijn ongeveer 200.000 warmtepompen gesubsidieerd, de helft van alle aangeschafte warmtepompen in die periode. De subsidie draagt daarmee bij aan minder CO2-uitstoot binnen de gebouwde omgeving in Nederland.
Er was in 2023 met de subsidie ISDE € 511 miljoen gemoeid (niet alleen voor warmtepompen).
In 2030 moeten, aldus een van de klimaatmaatregelen van het kabinet, 1 miljoen (hybride) warmtepompen in bestaande woningen zijn geïnstalleerd. Een huis kan zo van het (relatief dure) gas af, wat tot minder CO2-uitstoot leidt. Vooral eigenaren van vrijstaande huizen en huizenbezitters met een goed inkomen hebben een subsidie aangevraagd en ontvangen. Voor die groep is het geen probleem om aan een belangrijke voorwaarde te voldoen: eerst de warmtepomp aanschaffen en achteraf subsidie vragen voor 30 % van de kosten.
Het kan zijn dat sommige woningeigenaren de warmtepomp ook zonder subsidie zouden hebben gekocht. Hoe vaak er sprake is geweest van dergelijke ‘meelifters’, weet de minister niet. Om te bepalen of de subsidie doelmatig is, vindt de Rekenkamer dat de minister daar meer inzicht in moet krijgen. Voor 2024 en 2025 is er namelijk veel geld met de ISDE -subsidie gemoeid: in totaal bijna € 1,5 miljard.
Een maatregel die midden- en kleinbedrijven die veel energie verbruiken moest ontlasten tijdens de energiecrisis, is nauwelijks gebruikt. De minister van EZK had € 1,4 miljard begroot voor deze subsidieregeling en heeft in 2023 ongeveer € 150 miljoen uitgegeven aan voorschotten.
Zo konden bakkers , een belangrijke doelgroep van de regeling, hulp krijgen om hun ovens brandend te kunnen houden. Toch kwam uit de bakkerssector minder dan een kwart van de verwachte 1.350 aanvragen. Belangrijke reden hiervoor is dat bakkers (en andere mkb’ers) de subsidie pas konden aanvragen toen de gas- en stroomprijzen alweer fors daalden. Veel bedrijven verwachtten daardoor geld terug te moeten betalen als ze een voorschot zouden aanvragen. Inmiddels is duidelijk dat bij 95 % van de mkb-bedrijven het voorschot (deels) moet worden terugbetaald. Het ministerie zal in totaal circa € 100 miljoen terugvorderen.
De Algemene Rekenkamer geeft het oordeel ‘matig’ aan het resultaat van deze regeling. De minister heeft zich actief en onder grote druk opgesteld, maar de regeling sloot onvoldoende aan op de behoeften van de ondernemers.
Nadat de energieprijzen door de oorlog van Rusland in Oekraïne flink waren gestegen, heeft het kabinet maatregelen voor burgers en bedrijven in het leven geroepen om de energierekening te kunnen blijven betalen. De Algemene Rekenkamer oordeelt dat de minister voor Klimaat en Energie actief en beheerst heeft opgetreden in de energiecrisis, onder meer met het tijdelijk prijsplafond voor energie voor kleingebruikers, ingevoerd in samenwerking met de energieleveranciers. In 2023 was er € 3,7 miljard mee gemoeid. Ondanks de tijdsdruk is de regeling tot nu toe beheerst uitgevoerd en is de rechtmatigheid op orde. De financiële afwikkeling hiervan vindt volgend jaar plaats.
Circa 700.000 huishoudens in gebouwen met een blokaansluiting kwamen niet voor het prijsplafond in aanmerking. Onder maatschappelijke en politieke druk is afgelopen jaar een speciale tegemoetkoming voor bewoners met een blokaansluiting in het leven geroepen, de TTB. De Belastingdienst gaf als uitvoerder vooraf aan dat deze regeling mogelijk tot onrechtmatige uitgaven leidt. De minister voor Klimaat en Energie heeft in 2023 voor € 497 miljoen aan deze regeling uitgegeven.
De TTB-regeling moet voldoen aan het zogenoemde Uniform Subsidiekader. Dan kan de minister vaststellen of de subsidie wordt gebruikt waarvoor die is bedoeld. De Rekenkamer constateert dat de minister actief heeft gezocht naar een oplossing, maar dat niet aan alle voorwaarden uit dat kader wordt voldaan. De minister heeft namelijk bepaald dat niet alle aanvragen en vaststellingen worden getoetst met documenten. Daardoor kan de uitvoerder van de regeling, de Belastingdienst, niet vaststellen of de subsidieaanvrager de subsidie heeft doorbetaald aan de huishoudens die er recht op hebben. Of dat de aanvrager het juiste aantal kamers of woningen heeft opgegeven. De rechtmatigheid van alle verplichtingen die de rijksoverheid is aangegaan voor deze subsidie is daarmee onzeker. Hiervoor vindt nog een nacontrole plaats.
De minister moet nog afspreken hoe de Belastingdienst nacontroles invult.
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat