In an era of big data and smart cities, this book is an innovative and creative contribution to our understanding of urban energy use. Societies have basic data needs to develop an understanding of energy flows for planning energy sustainability. However, this data is often either not utilized or not available. Using California as an example, the book provides a roadmap for using data to reduce urban greenhouse gas emissions by targeting programs and initiatives that will successfully and parsimoniously improve building performance while taking into account issues of energy affordability. This first of its kind methodology maps high-detail building energy use to understand patterns of consumption across buildings, neighborhoods, and socioeconomic divisions in megacities. The book then details the steps required to replicate this methodology elsewhere, and shows the importance of openly-accessible building energy data for transitioning cities to meet the climate planning goals of the twenty-first century. It also explains why actual data, not modeled or sampled, is critical for accurate analysis and insights. Finally, it acknowledges the complex institutional context for this work and some of the obstacles – utility reluctance, public agency oversight, funding and path dependencies. This book will be of great value to scholars across the environmental sectors, but especially to those studying sustainable urban energy as well as practitioners and policy makers in these areas.
In een tijdperk van big data en smart cities is dit boek een innovatieve en creatieve bijdrage aan ons begrip van stedelijk energiegebruik. Samenlevingen hebben basisgegevens nodig om inzicht te krijgen in energiestromen voor het plannen van energieduurzaamheid. Deze gegevens worden echter vaak niet gebruikt of zijn niet beschikbaar. Met Californië als voorbeeld biedt het boek een routekaart voor het gebruik van gegevens om de uitstoot van broeikasgassen in steden te verminderen door programma’s en initiatieven aan te wijzen die de prestaties van gebouwen succesvol en spaarzaam zullen verbeteren, rekening houdend met kwesties van betaalbaarheid van energie. Deze eerste methode in haar soort brengt het energiegebruik van gebouwen zeer gedetailleerd in kaart om inzicht te krijgen in de consumptiepatronen van gebouwen, buurten en sociaaleconomische verschillen in megasteden. Het boek beschrijft vervolgens de stappen die nodig zijn om deze methodologie elders te repliceren, en toont het belang aan van openlijk toegankelijke energiegegevens van gebouwen voor de transitie van steden om te voldoen aan de klimaatplanningsdoelstellingen van de eenentwintigste eeuw. Het legt ook uit waarom werkelijke gegevens, niet gemodelleerd of steekproefsgewijs, van cruciaal belang zijn voor nauwkeurige analyse en inzichten. Ten slotte erkent het de complexe institutionele context voor dit werk en enkele van de obstakels – terughoudendheid van nutsbedrijven, toezicht van overheidsinstanties, financiering en padafhankelijkheden. Dit boek zal van grote waarde zijn voor wetenschappers in alle milieusectoren, maar vooral voor degenen die duurzame stedelijke energie bestuderen en voor praktijkmensen en beleidsmakers op deze gebieden.
