De Commissie is ingenomen met het voorlopig politiek akkoord dat het Europees Parlement en de Raad onlangs hebben bereikt over een EU-verordening betreffende ontbossingsvrije toeleveringsketens. Zodra de nieuwe wet wordt aangenomen en toegepast, zal een reeks cruciale goederen die op de EU-markt worden gebracht niet langer bijdragen tot ontbossing en bosdegradatie in de EU en elders in de wereld. Aangezien de EU een belangrijk economisch blok en een belangrijke consument van deze grondstoffen is, zal deze stap ertoe bijdragen dat een aanzienlijk deel van de wereldwijde ontbossing en bosdegradatie een halt wordt toegeroepen, waardoor de emissie van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit worden verminderd. Dit belangrijke akkoord komt er net voor het begin van de conferentie over biodiversiteit (COP15), wat naar verwachting een mijlpaalconferentie wordt waarop beschermingsdoelstellingen voor de natuur voor de komende decennia zullen worden vastgesteld.
Zodra de nieuwe regels van kracht zijn, zullen alle betrokken ondernemingen strikt de nodige zorgvuldigheid moeten betrachten als zij een aantal goederen in de EU in de handel brengen of uit de EU uitvoeren: palmolie, vee, soja, koffie, cacao, hout en rubber, alsook daarvan afgeleide producten (zoals rundvlees, meubels of chocolade). Deze grondstoffen werden gekozen op basis van een doortastende effectbeoordeling waaruit zij naar voor kwamen als belangrijkste aandrijvers van ontbossing door uitbreiding van de landbouw.
Het politieke akkoord kwam er slechts 12 maanden na het voorstel van de Commissie uit 2021. De uiteindelijke versie bouwt voort op de kernelementen die de Commissie voorstelde, namelijk: ontbossing aanpakken, ongeacht of deze wettelijk of onwettelijk plaatsvindt; strikte traceerbaarheidsvereisten waardoor de grondstoffen gelinkt worden aan de landbouwgrond waarop zij zijn geproduceerd; en een benchmarkingsysteem voor landen.
De nieuwe verordening bevat strenge verplichte zorgvuldigheidsregels voor ondernemingen die betrokken producten in de EU in de handel willen brengen of willen uitvoeren. Marktdeelnemers en handelaren zullen moeten aantonen dat de producten ontbossingsvrij (geproduceerd op land waar na 31 december 2020 geen ontbossing heeft plaatsgevonden) en legaal zijn (in overeenstemming met alle toepasselijke wetgeving die van kracht is in het land van productie).
Ondernemingen zullen tevens precieze geografische informatie moeten verzamelen over de landbouwgrond waarop de door hen gebruikte grondstoffen zijn geproduceerd, zodat kan worden nagegaan of deze grondstoffen aan alle regels voldoen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat niet-naleving van de regels tot effectieve, ontmoedigende straffen aanleiding geeft.
De lijst van goederen die onder de verordening vallen, zal regelmatig worden herzien en bijgewerkt, rekening houdend met nieuwe gegevens zoals veranderende ontbossingspatronen.
De Commissie zal een benchmarkingsysteem toepassen om landen en hun risico op ontbossing en bosdegradatie — een hoog, standaard- of laag risico — te beoordelen, waarbij ook rekening zal worden gehouden met de uitbreiding van de landbouw voor de productie van de zeven genoemde grondstoffen en daarvan afgeleide producten. De vereisten voor ondernemingen zullen afhangen van het risiconiveau. Dit zal ook als leidraad dienen voor de samenwerking van de EU met partnerlanden om ontbossing een halt toe te roepen, met bijzondere aandacht voor de situatie van lokale gemeenschappen en inheemse volkeren.
Op internationaal niveau zal de EU haar engagement versterken, zowel bilateraal met producerende en verbruikende landen als in relevante multilaterale fora, om ervoor te zorgen dat de nieuwe wet daadwerkelijk wordt uitgevoerd en de landen van productie bij te staan waar nodig. De nieuwe regels zullen niet alleen de uitstoot van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit verminderen, maar ook bijdragen tot het veiligstellen van de bestaansmiddelen van miljoenen mensen, waaronder inheemse volkeren en lokale gemeenschappen over heel de wereld, die sterk afhankelijk zijn van bosecosystemen.
Het Europees Parlement en de Raad zullen nu formeel de nieuwe verordening moeten aannemen opdat deze in werking kan treden. Zodra de verordening van kracht is, hebben marktdeelnemers en handelaren 18 maanden de tijd om de nieuwe regels ten uitvoer te leggen. Voor micro- en kleine ondernemingen is in een langere aanpassingsperiode en andere specifieke bepalingen voorzien.
Ontbossing en bosdegradatie zijn belangrijke aanjagers van de opwarming van de aarde en biodiversiteitsverlies, de twee belangrijkste uitdagingen op milieugebied van onze tijd. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) schat dat tussen 1990 en 2020 420 miljoen hectare bos, een oppervlakte die groter is dan die van de Europese Unie, verloren is gegaan door ontbossing. In termen van het nettoverlies aan bosareaal (het verschil tussen de oppervlakte aan gekapt bos en de nieuwe oppervlakte aan aangeplante of herstelde bossen) schat de FAO dat de wereld over dezelfde periode ongeveer 178 miljoen hectare bosareaal verloren heeft zien gaan, wat neerkomt op een oppervlakte die drie keer zo groot is als die van Frankrijk.
De Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) schat dat 23 % van de totale antropogene broeikasgasemissies (over 2007-2016) afkomstig is van landbouw, bosbouw en ander landgebruik. Ongeveer 11 % van de totale emissies is afkomstig van bosbouw en ander landgebruik, en dan vooral van de ontbossing, terwijl het bij de resterende 12 % gaat om directe emissies van de landbouwproductie, bijvoorbeeld van vee en meststoffen.