Het kabinet heeft afgelopen regeerperiode een flinke slag gemaakt om de CO2-reductie in Nederland te versnellen. Waar de CO2-reductie in 2030 vorig jaar nog op 30-40% werd geraamd, verwacht het Planbureau voor de Leefomgeving in de Klimaat- en Energieverkenning 2021 dat de CO2-reductie in 2030 (op basis van vastgesteld en voorgenomen beleid) uitkomt op 38-48%. In deze doorrekening is de op Prinsjesdag aangekondigde extra investering van bijna 7 miljard euro nog niet meegenomen. Op basis van de KEV2021 wordt het klimaatdoel van 49% CO2-reductie in 2030 hoogstwaarschijnlijk niet gehaald. Extra maatregelen blijven nodig om zeker te voldoen aan de doelstelling uit de Klimaatwet en om invulling te geven aan de aangescherpte Europese klimaatdoelstelling voor 2030.
Het kabinet is ervan doordrongen dat de CO2-uitstoot in Nederland en de rest van de wereld fors omlaag moet om de planeet op een goede manier door te geven aan de volgende generaties. De noodzaak om klimaatverandering aan te pakken werd deze zomer nog eens extra onderstreept door het extreme weer in verschillende delen van de wereld en dichtbij huis in Limburg. Ook het onlangs verschenen zesde IPCC-rapport, dat concludeert dat de wereld nog niet op schema ligt om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden, laat staan 1.5 graad, onderstreept de noodzaak van effectief klimaatbeleid.
Nederland heeft met het Klimaatakkoord, de Klimaatwet en het Klimaatplan voor de periode 2021-2030 de weg ingeslagen naar een verregaande verduurzaming van de samenleving en economie. Sinds het Klimaatakkoord zijn in alle sectoren (elektriciteit, industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik) maatregelen ingevoerd om de CO2-emissies richting 2030 fors te verlagen.
De uitvoering van het Klimaatbeleid is inmiddels in volle gang. Voorbeelden hiervan zijn de inwerkingtreding van de Wet verbod op kolen en de CO2-heffing voor de industrie, die sinds 1 januari 2021 wettelijk is ingevoerd. Om ons heen zien we ook steeds meer tastbare resultaten die aantonen dat de transitie op gang is. Het aantal elektrische auto’s op de weg stijgt sneller dan gedacht en er is geen ander land met dezelfde dichtheid aan laadpunten als Nederland. Ook het aantal zonnepanelen stijgt snel. Ruim 1.5 miljoen huishoudens hebben inmiddels zonnepanelen op hun dak liggen. De bouw van windparken op de Noordzee is op stoom en steeds meer gemeenten kondigen een zero emissie zone voor stadslogistiek aan. Ook zijn er diverse subsidieregelingen voor duurzame energie, isolatie en/of de aanschaf van een elektrische auto of warmtepomp geïntroduceerd waarmee verduurzaming wordt gestimuleerd.
CO2-reductie 2030
Ondanks de ingezette versnelling en grote inzet van partijen die dagelijks werken aan de uitvoering van het Klimaatakkoord constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning 2021 (KEV2021) dat het doel van 49% CO2-reductie in 2030 met het huidige beleid waarschijnlijk nog niet wordt gehaald. Volgens de KEV2021 leidt het vastgestelde en voorgenomen beleid dat in de doorrekening is opgenomen naar verwachting tot een CO2-reductie 38%-48% in 2030. In de KEV2020 was dit nog 30%-40%. Het PBL geeft daarbij aan dat er ook nog ‘geagendeerd beleid’ is, dat nog onvoldoende uitgewerkt is om door te rekenen, maar wel een extra reductiebijdrage van 2-4 Mton kan leveren. Het kabinet is zich bewust van het gat tussen de geraamde CO2-reductie in 2030 en het in de Klimaatwet vastgelegde doel van 49% CO2-reductie in 2030 en heeft daarom op Prinsjesdag in de Miljoenennota een aanvullend pakket maatregelen van bijna 7 miljard euro gepresenteerd. Naar verwachting zal dat pakket zowel op de korte als de langere termijn maximaal enkele megatonnen reductie opleveren. Dit pakket kon, omdat het te laat werd vastgesteld, door het PBL nog niet in de doorrekening voor 2030 worden meegenomen, omdat een deel hiervan nog verdere uitwerking vereist. In een aparte notitie geeft PBL aan dat het pakket een reductiebijdrage levert van maximaal enkele megatonnen. Als ook met dit beleid rekening wordt gehouden zou Nederland binnen de bandbreedte van het 49% reductiedoel komen, maar daarmee is het echter nog niet zeker is dat het doel ook daadwerkelijk wordt gehaald. Ook de komende jaren blijft het daarom noodzakelijk om aanvullende maatregelen te nemen om het klimaatdoel voor 2030 in zicht te houden.
Het kabinet heeft de laatste jaren gerichte maatregelen getroffen die hebben bijgedragen aan zowel de verduurzaming van de economie op de lange termijn als de uitvoering van het Urgenda-vonnis op de korte termijn. Voorlopige cijfers van CBS en RIVM laten zien dat de Staat met een reductie van 25,4% in 2020 naar verwachting voldoet aan het Urgenda-vonnis. Dat komt door kabinetsbeleid, maar ook deels door de coronacrisis. De komende jaren blijft het daarom noodzakelijk om een vinger aan de pols te houden.
Nederland heeft zich de afgelopen jaren met succes ingezet voor een hogere Europese klimaatambitie. Dit heeft geresulteerd in een Europese Klimaatwet waarin de doelen van ten minste 55% reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050 zijn vastgelegd. Afgelopen zomer presenteerde de Europese Commissie het Fit for 55%-pakket, een breed pakket met voorstellen waarmee de EU invulling geeft aan deze ambitieuzere doelen. De onderhandelingen over dit pakket zijn net begonnen en zullen minstens een jaar in beslag nemen. Hoewel de exacte uitwerking voor Nederland nog niet bekend is, zullen de voorstellen uit het Fit for 55%-pakket naar verwachting tot een aanvullende CO2-reductieopgave leiden. Keuzes hierover zijn aan een volgend kabinet.