Uit een inventarisatie van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) blijkt dat bijna alle bedrijven in de duurzame energiesector zich zorgen maken over de gevolgen van de stikstofregels voor de energietransitie. Een coalitie van brancheverenigingen en bedrijven pleit al langer voor het geven van voorrang aan duurzame energieprojecten bij het verdelen van stikstofruimte. Een goed idee, vindt energie- en milieuadvocaat Victor van Ahee, maar volgens hem is dat niet het enige wat de Nederlandse vergunningspuzzel lastig maakt.
Sinds het wegvallen van de bouwvrijstelling moet voor elk project weer los onderzoek gedaan worden naar de stikstofeffecten die deze op de natuur heeft. De bouwvrijstelling gaf voorheen uitzondering van een vereist onderzoek naar stikstofuitstoot in de bouwfase, maar in november 2022 oordeelde de Raad van State dat deze vrijstelling in strijd was met Europees recht.
In augustus bleek uit het eindoordeel van de Porthos uitspraak dat, door het doen van onderzoek naar stikstofuitstoot, het Porthos-project geen significante negatieve gevolgen op Natura-2000 gebieden heeft. Door deze uitspraak is er weer hoop voor andere stikstof uitstotende projecten. Porthos heeft hiermee wel een vertraging van twee jaar opgelopen.
Maar hoe staat het er nu, na de Porthos-uitspraak, voor met andere stikstof uitstotende realisatieprojecten in de duurzaamheidstransitie? De rondgang van de NVDE, onder meer dan 100 bedrijven in de duurzame energiesector, laat zien dat; 93 procent zich zorgen maakt over de invloed van het huidige en toekomstige beleid op de voortgang van duurzame energieprojecten, zeventig procent van de respondenten verwacht vertraging van hun projecten en zestig procent ziet de haalbaarheid van hun projecten zelfs onzeker worden. Een derde van de respondenten geeft aan dat de kosten van realisatie hierdoor hoger zullen uitvallen.
Voor projecten die niet doorgaan of meer dan een jaar vertraging oplopen wordt voorspeld dat er opgeteld, over de gehele levensduur van de projecten, 27 megaton CO2-reductie niet wordt gerealiseerd. Ter vergelijking: in 2021 stootte de energiesector 32,4 megaton CO2 uit(1). Een flinke tegenvaller voor de energietransitie.
Victor van Ahee, advocaat energie- en milieurecht beaamt de zorgen van de energiebedrijven. ‘’Ik zie het vaak, en het werkt op twee niveaus door. Ten eerste in de voorbereiding, als bedrijven gaan rekenen voor nieuwe projecten, of verduurzaming binnen het bedrijf worden de opties waar een vergunning voor nodig is door de onzekerheid van stikstof al snel minder interessant. Ten tweede, als de beslissing is genomen om een project te doen en er dan blijkt dat toch een (natuur)vergunning nodig blijkt.’’
De stikstofvertraging heeft ook neveneffecten. Van Ahee: ‘’Bij duurzame energieprojecten is er vaak een SDE-subsidie, dit is een subsidie die de onrendabele top wegneemt. De SDE-subsidie kun je pas krijgen als je een vergunning hebt. Als een project met een jaar vertraagt, lopen bedrijven ook het risico dat de subsidievoorwaarden een jaar later anders zijn, bijvoorbeeld lagere subsidiebedragen of kortere duur. Daarnaast kan de energiemarkt er na een jaar ook heel anders uit zien waardoor een project niet meer rendabel blijkt.’’
Uit de rondgang van de NVDE blijkt ook dat vooral projecten voor de infrastructuur van elektriciteit en warmte hard worden geraakt. Netbeheer Nederland probeert al langer voorrang te krijgen voor netbeheerders op het elektriciteitsnet, zo kwamen ze afgelopen maand in aanloop naar de actualisatie van de AERIUS met een drietal voorstellen om netbeheerders voorrang te verlenen.
Netbeheer Nederland stelt voor om netbeheerders prioriteit te geven bij het verdelen van stikstofruimte uit het Stikstofregistratiesysteem (SSRS) en de Rijksbank K&E. Projecten met bepaalde doelstellingen, zoals verduurzaming en woningbouw, die voor een tijdelijke stikstofuitstoot zorgen moeten dan prioriteit krijgen. ‘’Het zou zeer wenselijk zijn als een project dat in de exploitatiefase leidt tot lagere CO2 en/of stikstof-uitstoot voorrang kan krijgen,’’ maar volgens Van Ahee is het maar de vraag of je alleen met prioritering vooruitgang gaat boeken. ‘’In Nederland is nu bijvoorbeeld ook een enorme vraag naar ecologen, die de stikstofonderzoeken doen. Niet alleen omdat ze stikstofuitstoot moeten beoordelen, maar ook door het controleren van spouwmuren op vleermuizen. Dus naast de stikstofwachtrij zelf is de rest van de vergunningverlening ook echt nog een puzzel waarvan alle stukjes goed moeten liggen, willen projecten weer doorgang gaan vinden.’’
1 https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-broeikasgassen/hoe-groot-is-onze-broeikasgasuitstoot-wat-is-het-doel-