Met als ondertitel; oproep tot echte democratie drukt Eva Rovers in haar nieuwste boek Nu is het aan ons op de zere plekken van de huidige staat van onze democratie. Ze laat niet alleen zien dat er stappen te zetten zijn naar een democratie die democratischer kan, maar geeft ook praktisch beeld van hoe dat eruit kan zien. Wij lazen het boek alvast, en denken dat het een goed begin is van een debat dat in Nederland meer gevoerd moet en zal worden. Burgerberaden als sleutel voor een gezonde democratie en het vormen van goed beleid rond complexe vraagstukken zoals klimaatverandering.
De oude gedachte van een democratie sluit volgens Rovers niet aan op de eisen van deze tijd en al helemaal niet op die van de toekomst. De burger raakt uit het zicht, terwijl deze het onderwerp van de democratie zou moeten zijn. Een aantal van de zwaktes in onze democratie die in het boek voorbijkomen zijn kortzichtigheid van politici door herverkiezingen om de 4 jaar, legale corruptie door partijfinanciering en het bedrijfsleven dat de grootste stoel aan de lobbytafel krijgt.
Kortom, de democratie is aan het rammelen en moeilijke lange termijn onderwerpen worden vooruitgeschoven. Problemen zoals de woningmarkt, institutioneel racisme, jeugdzorg, maar vooral meerkoppige monsters zoals de klimaat- en biodiversiteitscrisis worden ontweken door politieke angst voor onpopulaire- en stemmen kostende maatregelen.
Polarisatie en nepnieuws ondermijnen de huidige democratie, kiesgerechtigd Nederland haakt af en steeds minder mensen voelen zich door politici vertegenwoordigd. Een van de redenen die wordt genoemd is het verschil in opleidingsniveau van burgers tegenover die van Tweede Kamerleden. Zo haalt Rovers in haar boek aan: ‘’65 procent van de Nederlanders heeft maximaal een mbo-opleiding, van de Kamerleden is dat circa 5 procent.’’ Een burgerberaad kan uitkomst bieden om de democratie laagdrempeliger, herkenbaarder en inclusiever te maken.
Een burgerberaad kan door middel van gewogen loting met ongeveer 100 tot 1000 burgers een afspiegeling van de samenleving optrommelen. In een aantal bijeenkomsten over een tijdspanne van verschillende maanden worden deze gelote burgers amateurexperts op één bepaald (vaak polariserend of complex) onderwerp. Vervolgens komt hier een advies uit voor de regering, of kan er een referendum uit ontstaan. Het burgerberaad is geen vervanging van de huidige politiek, maar een aanvulling hierop.
Tijdens het opstellen van het klimaatakkoord kregen belangenorganisaties en lobbygroepen een plek aan de klimaattafels en burgers niet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat verzet tegen windmolens of aardgasvrijewijken soms groot is en dat overheden niet weten hoe ze burgers moeten betrekken. Burgers zijn te laat in het proces meegenomen en de huidige politiek slaagt er niet in om met effectief klimaatbeleid te komen. Rovers draagt burgerberaden aan als mogelijke oplossing. Door goede en slechte voorbeelden uit landen als Ierland, Frankrijk en België aan te halen komt ze met een lijst voorbeelden, ideeën en duidelijke spelregels voor overheden om (klimaat)burgerberaden tot een succes te maken.
Eva Rovers weet in ongeveer 150 pagina’s de lezer te overtuigen dat de Nederlandse democratie veel democratischer kan. Maar het boek is niet alleen een betoog met opsommingen van tekortkomingen van het huidige systeem. Het biedt naast kritiek ook gefundeerde argumenten voor burgerberaden met voorbeelden uit het buitenland. Daarnaast komt ze met een praktisch stappenplan dat de weg naar systeemverandering in onze democratie zou kunnen ontketenen.
Wat als de omvang van de klimaatcatastrofe onze voorstelling te boven gaat?
De Klimaatgeneraal: “Klimaatverandering is een aanjager van conflicten”