Het Duitse energiebedrijf Uniper daagt de Nederlandse Staat voor de rechter vanwege de gedwongen sluiting van zijn kolencentrale op de Maasvlakte bij Rotterdam. Volgens het bedrijf is de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie (Kolenwet) onrechtmatig omdat deze niet voorziet in financiële compensatie.
Uniper volgt het voorbeeld van RWE, ook een Duits energiebedrijf, dat begin dit jaar een schadevergoeding eiste bij ICSID (International Centre for Settlement of Investment Disputes) om dezelfde reden. Alhoewel Uniper ook heeft aangekondigd om naar het ICSID te stappen volgens deze brief van Bas van ’t Wout aan de Tweede Kamer, gaat het bedrijf eerst naar de Nederlandse rechter. Verschil is dat Uniper wil laten beoordelen of de Kolenwet onrechtmatig is, alvorens een schadeclaim in te dienen.
Zowel de Kolencentrale van Uniper op de Maasvlakte als die van RWE op de Eemshaven werden gebouwd op instigatie van de Staat. In 2019 werd de Kolenwet aangenomen door de Tweede Kamer, die het verstoken van steenkool voor stroomopwekking verbiedt vanaf 2030. De sluiting van de kolencentrales is een belangrijke maatregel in het terugdringen van CO2-uitstoot en het behalen van de klimaatdoelen. De Nederlandse Staat stelt dat de Kolenwet een ruime overgangstermijn van tien jaar biedt. In die periode kunnen de energiebedrijven hun investeringen terugverdienen en de centrales ombouwen voor voortzetting als elektriciteitscentrale op andere brandstoffen.
RWE en Uniper vinden deze overgangsperiode onvoldoende. Zij stellen dat de kolencentrales ruim 25 jaar langer mee hadden kunnen gaan, waardoor zij grote verliezen leiden. Beide energiebedrijven stellen overigens ook bij te willen dragen aan de energietransitie en de klimaatdoelen. Het sluiten van deze kolencentrales, en de daarbij horende verliezen, zouden volgens hen ten koste gaan van hun mogelijkheid om bij te dragen aan de energietransitie.
Kamerbrief Informatie over procedures Wet verbod op kolen
Energiebedrijven en klimaatdoelen: hoe kunnen woorden omgezet worden in daden?
Kamerleden ondervragen directeur RWE over arbitragezaak tegen overheid
