Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Vegetatie van landschapselementen in het agrarisch gebied, 1999-2020

Het aantal plantensoorten in landschapselementen in het agrarisch gebied neemt af. Vooral stikstofmijdende soorten nemen af.

Compendium voor de Leefomgeving 12 januari 2023

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Soortenrijkdom

Het aantal plantensoorten in proefvlakken in landschapselementen in het agrarisch gebied is in 1999-2020 afgenomen (tabblad Soortenrijkdom). Het aantal soorten neemt vooral af op dijken en andere droge landschapselementen, zoals droge taluds, en in mindere mate in natte landschapselementen, zoals slootkanten.

Het aantal stikstofmijdende soorten, zoals schapenzuring, tormentil en gewoon biggenkruid, neemt sterker af dan het aantal stikstofneutrale en -minnende soorten (tabblad Stikstofgevoelige soorten). Het aantal stikstofmijdende soorten neemt af in alle landschapselementen.

Bomen, struiken en ruigtesoorten

In de laatste twintig jaar is de bedekking van ruigtesoorten in landschapselementen gestegen (tabblad Bomen, struiken en ruigtesoorten). Ruigtesoorten zijn hoogopschietende kruiden en grasachtigen die profiteren van voedselrijke omstandigheden en verstoring, zoals braam en grote brandnetel. Ook de bedekking van bomen en struiken is toegenomen (tabblad Bomen, struiken en ruigtesoorten)

Oorzaken

Landschapselementen vormen in het agrarische landschap belangrijke plekken waar nog ruimte is voor de wilde flora; op de akkers en cultuurgraslanden zijn tegenwoordig nog maar weinig wilde plantensoorten te vinden. Ruigtesoorten kunnen belangrijk zijn als nectarplanten voor insecten, maar ze concurreren andere plantensoorten weg, met name stikstofmijdende soorten. De toename van ruigtesoorten en afname van stikstofmijdende soorten komt mogelijk door de stikstofdepositie in landbouwgebieden. Ook achterstallig beheer van landschapselementen kan leiden tot verruiging.

Referenties

1 Blomqvist, M.M., W.L.M. Tamis & G.R. de Snoo (2009). No improvement of plant biodiversity in ditch banks after a decade of agri-environment schemes. Basic and Applied Ecology 10: 368-378.

2 Duuren., L. van, T. van der Meij, M. Rijken, M. van Veen & A. van Strien (2008). Botanische veranderingen in Nederlandse natuurgebieden. De Levende Natuur 109:9-12.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter