Rob Jetten (D66), Frans Timmermans (GL/PvdA), Henri Bontenbal (CDA) en Dilan Yeşilgöz (VVD), stuk voor stuk lijsttrekkers met ervaring op het gebied van klimaat en energie, maar met opvattingen die verspreid liggen over het politieke speelveld. Nu partijen links en rechts niet meer om het agenderen van klimaatverandering heen kunnen, beginnen standpunten genuanceerder te worden. PONT-redacteur Jaël Poelen verkent hoe de verschillende partijen in de wedstrijd staan.
Na een baan als adviseur op het gebied van duurzame energie begon Bontenbal in 2015 bij Netbeheerder Stedin als strategisch consultant. Vanuit deze functie had hij bij Studio Energie, samen met Remco de Boer, een podcast genaamd Bontenbal & de Boer. Hierin belichtte hij vanuit zijn achtergrond als natuurkundige ook de technische kant van de energietransitie. In 2021 maakte hij zijn intrede in de Tweede Kamer.
Het economiehoofdstuk van het concept verkiezingsprogramma van CDA richt zich op ‘groene industriepolitiek’. Zo staat in het programma: ‘’Via bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven en een combinatie van normeren, beprijzen en subsidiëren, bouwen we aan een duurzame economie van de toekomst.’’ Daarnaast wil het CDA onderzoek stimuleren naar groene technologie, en beginnen met het bouwen van een infrastructuur voor CO2-onttrekking.
Het CDA wil de overheid een meer risicodragende rol te geven in de energietransitie. De partij vindt dat de vitale energie-infrastructuur in publieke handen moet zijn. In de energiemix wil de partij blijven investeren in windenergie op zee, zonne-energie, duurzame biomassa, energiebesparing, aardwarmte, aquathermie, schone brandstoffen en kernenergie. Ze pleiten voor het doorgaan van de bouw van de twee nieuwe kerncentrales en willen inzetten op kleine, modulaire kernreactoren. Daarnaast zien ze een belangrijke rol voor energiecoöperaties, niet alleen voor het opwekken van energie, maar ook voor bijvoorbeeld opslag.
Met een politiek CV vanaf 2006 over onderwerpen die uiteenlopen van jeugdzorg tot prostitutiebeleid en buitenlandse handel tot klimaat en energie valt Yeşilgöz onder de noemer beroepspolitica. Vanaf 2017 had ze voor de VVD de portefeuille klimaat en energie en vanaf mei 2021 tot januari 2022 was ze staatssecretaris Economische Zaken en Klimaat in het kabinet-Rutte III. In haar huidige functie als demissionair minister van Justitie en Veiligheid laat ze zich in de media regelmatig uit over criminaliteit en rechtspraak. Zo ook bij de NOS over de demonstraties op de A12 van Extinction Rebellion waarbij ze demonstranten oproept zich aan de regels te houden en niet op de snelweg te gaan demonstreren.(1)
Net als het CDA gebruikt de VVD de woorden ‘ambitieus en realistisch’ om hun visie op het klimaatbeleid duidelijk te maken. Aan hun programma valt op dat ze in 2035 een CO2-vrije elektriciteitssector willen hebben door in te zetten op de ontwikkeling van vier grote kerncentrales en meerdere kleine. Daarnaast moet de levensduur van de bestaande kerncentrale in Borssele worden verlengd. Een interessante keuze aangezien de bouw van een kerncentrale volgens TNO zeker 11 jaar zal duren en dus op korte termijn niet kan bijdragen aan de klimaatdoelen.(2)
De VVD wil internationaal klimaatverandering tegengaan. Maatregelen worden dan bij voorkeur Europees genomen. Dit is volgens de partij effectiever dan nationaal beleid. Het zorgt voor een gelijk speelveld in de EU. De CO₂-grensheffing (CBAM) willen ze uitbreiden naar meer sectoren, om internationaal een gelijk speelveld te houden. De VVD wil het plafond voor CO2-opslag in de SDE++ los laten, dit betekent dat er meer subsidie naar CO2-opslag kan gaan ten opzichte van bijvoorbeeld elektrificatie van het energiesysteem.
De partij wil inzetten op blauwe waterstof (waterstof van gas of kolen) als transitieoplossing. Wat opvalt is dat de VVD de gaswinning op de Noordzee wil versnellen, om meer onafhankelijk van Rusland te worden en voor een lagere energierekening. In de toekomst willen ze dit gas vervolgens omzetten in blauwe waterstof. Het verkiezingsprogramma richt zich daarmee op productie van energie in Nederland en het aanleggen van waterstof- en aardmetaalopslagen, om zo op delen van het klimaatbeleid koploper te zijn en energie-onafhankelijkheid te vergroten.
Na als Kamerlid de geuzennaam klimaatdrammer te hebben gekregen bekleedt Jetten sinds 10 januari 2022 de eerste ministerspost op Klimaat en Energie. In zijn tijd als minister heeft hij invulling kunnen geven aan het klimaatfonds van 35 miljard, dat net voor de val van het kabinet werd goedgekeurd. Met de slogan ‘Nieuwe energie voor Nederland’ wordt de campagne van D66 ook rond Jetten gebouwd als klimaatminister.
D66 verhoogt de bestaande klimaatdoelstellingen, de partij pleit voor 60 procent CO2-reductie in 2030 en wil een klimaatneutraal Nederland in 2040. In 2050 zou dat betekenen dat Nederland klimaatpositief moet zijn en dus meer broeikasgassen uit de atmosfeer haalt dan uitstoot. De focus ligt op energiebesparing en isolatie. In 2035 moet de Nederlandse elektriciteitssector fossielvrij zijn. Fossiele subsidies worden daarom zo snel mogelijk afgebouwd. De partij wil ook inzetten op kernenergie door de kleine ruimteclaim. Net als VVD wil D66 blauwe waterstof gebruiken in de transitiefase naar groene waterstof voor de industrie, met een heldere einddatum. Wat die einddatum is wordt niet genoemd.
Voor de burger moet er een klimaatbonus van 250 euro per jaar komen, om de hogere lasten op vervuiling te compenseren. Daarnaast introduceert D66 een klimaatticket. Hiermee kan voor een vaste lage prijs in het openbaar vervoer in Nederland buiten de spits gereisd worden. Verhuurders krijgen verplichtingen om hun huizen energiezuiniger te maken en huiseigenaren kunnen op subsidies rekenen.
Het programma van D66 besteedt een volledige pagina aan internationale klimaatrechtvaardigheid. Zo willen ze inzetten op het tegengaan van ontbossing, een internationaal fonds voor klimaatschade, uitwisseling van kennis en kunde op het gebied van klimaatadaptatie en -mitigatie en het Europees systeem voor emissiehandel (ETS) en het Mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) naar andere sectoren uitbreiden.
Naast klimaat en energie worden er liefst zes pagina’s besteed aan de circulaire economie.
Tussen 1998 en 2007 en tussen 2010 en 2012 was Timmermans Tweede Kamerlid voor de PvdA, in het kabinet Rutte II was Timmermans minister van Buitenlandse Zaken. Vanaf 2014 tot 2023 was hij, als lid van de Party of European Socialists, vicevoorzitter van de Europese Commissie en aanjager van de Europese Green Deal. Nu komt hij voor het einde van zijn termijn terug naar Nederland om een gooi te doen naar het premierschap.
Klimaatrechtvaardigheid is een van de speerpunten van het eerste verkiezingsprogramma dat GroenLinks en PvdA samen presenteren – een logisch narratief voor de partijen die groen en sociaal moeten verenigen. Zo komt er een isolatie-offensief voor alle huizen, om tegelijkertijd te verduurzamen en de energierekening te verlagen. Daarnaast moet iedereen de voordelen van zonnepanelen kunnen krijgen, de salderingsregeling moet volgens hen pas worden afgebouwd als lage of middeninkomens ook kunnen profiteren van zonnepanelen.
Het streefdoel uit het Klimaatakkoord van minimaal 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land wordt een verplichting en obstakels voor de oprichting van energiecoöperaties worden weggenomen. Net als D66 komt GroenLinks-PvdA met een klimaatticket voor betaalbaar openbaar vervoer. Voor een bedrag van 49 euro per maand kan iedereen in de daluren onbeperkt reizen met het OV. Ook willen ze experimenteren met gratis OV voor mensen met lage inkomens.
De partijen willen in 2030 de Nederlandse CO2- uitstoot met 65% hebben verminderd en in 2040 volledig klimaatneutraal zijn, zoals ook voorgesteld door de Wetenschappelijke Klimaatraad. Er komt een afbouwpad voor fossiele winning en fossiele subsidies in Nederland, met een wettelijk verbod op het aanboren van nieuwe gasvelden. Kolencentrales moeten in 2025 dicht zijn en biomassa centrales worden uitgefaseerd. Daarnaast willen ze geen extra subsidie voor ondergrondse CO2-opslag: ‘’Het ondergronds opslaan van CO2, is een tijdelijke oplossing die grote vervuilers in staat stelt om langer te wachten met het overschakelen naar duurzame energie.’’
De linkse combinatie wil geen nieuwe kerncentrales, waardoor er 5 miljard “vrijkomt”, en geen verlenging van de levensduur van de kerncentrale in Borssele.
De VVD wil koploper worden in de internationale klimaataanpak en de energietransitie koppelen aan energieonafhankelijkheid. D66 richt zich met een klimaatticket en een klimaatbonus op (internationale) klimaatrechtvaardigheid. Ook zet de partij circulariteit stevig op de agenda. CDA zet in op groene industriepolitiek en ziet daarbij ook een belangrijke rol voor de overheid. GroenLinks en PvdA komen met een vervroegd klimaatneutraal-doel naar 2040 en richten zich op de menselijke transitie die daarbij komt kijken.
In elk van de verkiezingsprogramma’s is klimaat en duurzaamheid een urgent thema. Links en rechts realiseren zich dat de klimaataanpak niet langer vooruit te schuiven is. Naast verscherping van de klimaatdoelen liggen de belangrijkste verschillen in de hoe-vraag. De standpunten verschillen vooral op de inzet van kernenergie en het investeren in het afvangen en opslaan van CO2.
1 https://nos.nl/artikel/2489689-yesilgoz-tegen-extinction-rebellion-zoek-andere-plek-om-te-demonstreren
2 https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/energiebronnen/kernenergie/