Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

IPCC-rapport motivator voor vergaande klimaatactie

De samenvatting van het IPCC-klimaatrapport windt er geen doekjes om: klimaatverandering speelt over de hele wereld. Onomkeerbare processen, zoals grootschalige afsmelt van de Antarctische ijskap, zijn niet uit te sluiten bij 1,5 of 2 graden opwarming. Op lange termijn zal dit ook effect hebben op de bewoonbaarheid van Nederland. Een behoorlijke motivator om nog verregaander in actie te komen!

9 augustus 2021

Bij Over Morgen zijn we dag in dag uit bezig met wat we op lokale schaal kunnen betekenen voor een toekomstbestendige leefomgeving. We adviseren over hoe onze leefomgeving duurzamer kan worden ingericht, zodat we minder broeikasgassen uitstoten en veerkrachtiger zijn bij extreem weer. Daarmee bereiden we ons voor op het nieuwe klimaat, waar we eigenlijk al middenin zitten.

De IPCC-cyclus die vandaag is gepresenteerd, is richtinggevend voor het klimaatbeleid wereldwijd en vormt de basis voor globale klimaatpolitiek. Het rapport is een combinatie van wetenschappelijke kennis en politieke besluitvorming. Zeggingskracht op politiek vlak is nodig, want de vernieuwde boodschap in het rapport is duidelijk: alleen als de uitstoot van broeikasgassen in de komende decennia fors daalt, kan de opwarming beperkt blijven tot 2 graden, zoals afgesproken in het Parijs-akkoord.

Een aantal belangrijke aandachtspunten uit het rapport:

  • Het rapport geeft nieuwe inzichten in hoe groot de kans is dat we de 1.5°C in de komende decennia gaan overschrijden. Willen we de 1.5°C of zelfs de 2°C opwarming eind van deze eeuw halen, dan is het noodzakelijk dat we onmiddellijk snelle en grootschalige reducties in broeikasgassen realiseren. Het rapport gaat uit van 5 scenario’s waarbij we in het meest optimistische scenario uitkomen op maximaal 1,6°C halverwege deze eeuw, waarna het zal afnemen door CO2 reductie technieken. In het meest pessimistische scenario, stevenen we af op 4,4°C opwarming. Inzicht in scenario’s helpt beleidsmakers risico’s af te wegen.

  • Een interessant punt is dat de frequentie van extreem weer niet-lineair toeneemt met een toename in de opwarming. Dat wil zegen: 1,5°C warmer wil niet zeggen dat een hittegolf die vroeger 30°C was, nu 31,5°C zal zijn. Deze kennis is niet nieuw, maar onderzoek naar het voorkomen van extreem weer zet grote stappen. Extremen worden extremer en de frequentie waarin ze voorkomen neemt gigantisch toe. Een hittegolf die zich voorheen eens in de vijftig jaar voordeed, zal zich bij een opwarming van 1,5°C acht keer zo waarschijnlijk zijn, en bij een opwarming van 4°C zelfs 39 keer. Bij het klimaatadaptief inrichten van onze leefomgeving, is inzicht in de frequentie van deze extremen, nodig om de risicodialoog te kunnen voeren: welke risico’s accepteren we (niet), en wat hebben we ervoor over om de impact van extreem weer te verminderen?

  • Het rapport gaat, meer dan voorheen, in op abrupte omslagpunten in het klimaatsysteem. Denk daarbij aan onomkeerbare afsmelt van de Antarctische ijskap, met als gevolg daarvan tientallen meters zeespiegelstijging op lange termijn, of het afsterven van tropisch regenwoud. Het IPCC schrijft “niet te kunnen uitsluiten” er dergelijke omslagpunten bereikt worden bij 1,5 a 2 graden opwarming. Op lange termijn zal dit effect hebben op de bewoonbaarheid van Nederland. Inzicht in de (on)zekerheid van dergelijke scenario’s is essentieel voor bijvoorbeeld lange termijn investeringen in vastgoed .

  • Er is nog meer aandacht voor regionale schaal. Elke regio in de wereld heeft inmiddels al te maken met de gevolgen van klimaatverandering, maar de lokale impact verschilt natuurlijk enorm. Er is een interactieve atlas die dit prachtig in beeld brengt. Voor Nederland zal het KNMI op basis van dit rapport nieuwe scenario’s maken. Een eerste prognose daarvan wordt eind dit jaar verwacht. De nieuwe scenario’s zullen pas in 2023 beschikbaar zijn en de huidige ’14 scenario’s vervangen. Voor ons is data van groot belang in de adviezen die wij onze opdrachtgevers geven, bijvoorbeeld op het gebied van het ontwikkelen van regionale adaptatiestrategieën of uitvoeringsprogramma’s .

De kennis van het fysische systeem en de waarschijnlijkheid van extremen helpt ons om nu de juiste koers te bepalen. In November in Glasgow vindt de volgende belangrijke klimaattop plaats waar we hopen op grootschalige globale actie om broeikasgassen terug te dringen.

Bij Over Morgen houden we deze ontwikkelingen scherp in de gaten en samen met onze partnerorganisatie Arcadis praten we op Rijksniveau mee over de maatregelen (zowel op het gebied van visievorming, wetgeving en zeker ook financiële middelen) die genomen moeten worden om de klimaatverandering in Nederland harder aan te pakken.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter